De zuiverste koffie haal je bij de koffieboer zelf

Lokale branderijen voor specialty coffees zijn in opkomst. Ze leveren de klant behalve koffie van hoge kwaliteit ook het verhaal erachter. Dat gaat voorbij fairtrade, naar vrienden worden met de boeren. "Ik word daar blij van."

In een diepe ruimte op een nondescript bedrijventerrein in Rotterdam-West starten de broers Harun en Sefa Bingul elke werkdag om drie uur ‘s middags de koffiebrander, een strakke zwarte Giesen. Het is voor Sefa -voormalig barista- en Harun -voorheen marketeer- een uit de hand gelopen hobby. Harun: ‘Het begon met een klein brandertje en versgebrande koffie voor vrienden, niet bedoeld voor verkoop.’ Sefa: ‘Maar het ging hard, via-via, en het was gewoon leuk.’

Inmiddels is hun start-up Brandzaak een fulltime job, met dagverse verzendingen tot over de Hollandse grenzen. Koffiebranderijen als Brandzaak tieren welig, over Nederland verspreid zijn er tientallen en ze hebben veel gemeen: kleinschalig, vaak crowdfunded ondernemingen met jonge, ambitieuze eigenaren en een goed verhaal. Vaak begonnen als thuisbranders branden ze louter single origin of specialty coffees.dat zijn koffie’s gemaakt van bonen afkomstig van een enkel domein, vergelijkbaar met terroir wijnen, zoals de AOC (appellation d’origine controllee) van kleine, milieuvriendelijke producenten uit exotische gebieden.

De verslaggever krijgt een kopje Ethiopische Yirgacheffe voorgeschoteld, met de hand opgegoten door een papieren filter, want niet alleen lokale branderijtjes -vroeger wijdverspreid maar teruggedrongen door de roodmerken, nespresso’s en senseo’s van deze wereld- maar ook sommige oude zetmethodes keren terug. Koffie is veelzijdig, zegt Sefa: ‘Mensen willen steeds betere koffie drinken. Karakteristieke smaken, zoals deze Ethiopische, fruitige koffie. Dat zou je direct proeven als ik er een notige Braziliaanse naast zet.’

Het exotische verhaal van de koffie -geschiedenis, herkomst, proces, allemaal spannende verhalen- doet het al eeuwen goed, maar het sociale aspect wint aan belang. Opgestapeld tegen de muur van de Brandzaak liggen jute 60 kg-balen uit de hele wereld, van elke baal bonen kennen Harun en Sefa herkomst, altitude, jaarlijkse regenval, oogstmethode. En dus ook de sociale omstandigheden van de boeren. Sefa: ‘We proberen het anders te doen.’ En dat is in hun geval geen fairtrade, maar direct trade.

Harun en Sefa nemen bijvoorbeeld deel aan het Kameroense circle of excellence program, met koffieboeren uit de streek rond Bamenda, een stad in de westelijke hooglanden van Kameroen. Eind juli arriveerde een pallet verse groene bonen, uit het dorp Asuchuf. Sefa: ‘Echt een klein dorpje, waarvan we de totale oogst kwaliteitskoffie afnemen.’

Voor Brandzaak is Asuchuf een belangrijke producent. Niet alleen vanwege de bonen, ook vanwege het verhaal. Harun: ‘Onze koffiebonen hebben geen label of rating. Wij doen zaken op onze eigen manier, we nemen onze klanten van begin tot eind mee. Daarin is belangrijk dat de producent eerlijk wordt beloond, zodat die kan investeren en volgend jaar weer topkwaliteit kan leveren. Die hebben wij namelijk nodig. Dit jaar krijgen we 600 kilo. Dat is al tweemaal de productie van vorig jaar.’

Brandzaak krijgt hulp van importeur The Coffee Quest. Achter de laptops in Zoeterwoude de vennoten Michiel Lampers en Friso Spoor. Derde vennoot Ronald de Hommel zetelt in Colombia en liet afgelopen voorjaar nog Colombiaanse bonen inzeilen, in een collega-startup: de intercontinentale zeilboot Tres Hombres. De intocht in de haven van Amsterdam-Noord werd een facebookevenement. Michiel: ’Inzeilen is relevant, dan kun je er zero emission op stempelen.’

Michiel is nu vooral druk met het project in Kameroen, waar hij vorig jaar heen reisde. ‘Er zitten kleine en hele kleine boertjes tussen, zelfs mevrouwtjes met een paar struiken die hooguit drie kilo per jaar leveren. Verder veel kippen, geiten en groenten.’ Michiels Kameroense partners van Cameroon Boyo -zelf koffieboeren- zijn al langer bezig de productie van hun collega’s te verbeteren, door het delen van kennis. De directe samenwerking met kleinschalige importeurs en branderijen uit de afzetmarkt is daarbij essentieel onderdeel.

‘Er is veel dat beter kan. Droogbedden van kunststof om de kans op schimmel te verminderen. Sommige boeren plukken te groen, een ander laat ze te lang fermenteren.’ Michiel bemoeit zich overigens niet teveel met de details, hij gaat liever af op lokale expertise van zijn zakenpartners. ‘Dat zijn vrienden geworden. Juist omdat we op een gelijkwaardige manier met elkaar omgaan, kunnen we zo’n samenwerking tussen boeren en branderijen opzetten.’

The Coffee Quest koppelt boeren aan branderijen, tegen prijzen die tweederde boven de marktprijs liggen. Branderijen kunnen via Coffee Quest investeren in washing stations, waar koffiebessen transformeren tot boon, of een heel dorp adopteren, zoals Brandzaak doet. Als tijd en omzet het toelaten gaan Sefa en Harun komend najaar op bezoek in Asuchuf. Harun: ‘Als je fimpjes en foto’s krijgt van mensen die je vrolijk toeroepen, daar word je gewoon heel blij van.’

The Coffee Quest is klein, een start-up. Met hun tien containers per jaar halen de drie partners amper een minimum inkomen, voor de planeet zal het een druppel op de gloeiende plaat zijn. Toch ziet Michiel een mooie toekomst voor direct trade, ook uit westers eigenbelang. ‘Het directe contact en de eerlijke prijs zijn belangrijk. Als the Greenery daar komt met een beter bod en zegt: wil je pepers voor mij verbouwen dan ja, doen ze dat zo. Dus wat is het ons en onze consumenten waard dat die producenten koffie blijven produceren.’

Vliegwiel

‘Putting extremism out of business’, opent Anda Greeney zijn indrukwekkend vormgegeven website almokha.com. Greeney’s ‘sociale onderneming’ Al Mokha richt zich op Jemen -Mokha is de Jemenitische haven van waaruit koffie ooit begon aan zijn zegetocht- en heeft ambitieuze targets. Door eerst Amerikanen en later de hele wereld topkwaliteit Jemenitische koffie te laten drinken moet een markt ontstaan waarin uiteindelijk een miljoen Jemenieten een inkomen verdienen en extermisme en oorlog opdrogen.

Greeney gelooft nadrukkelijk meer in lokale kennis dan in blauwdrukken van buitenlandse keurmerken. ‘De mensen dichtbij de bron komen met betere oplossingen, dus daar vertrouw ik op. Bovendien is handel zoveel meer veerkrachtig dan andere ontwikkelingsmodellen. In Jemen is alle ontwikkelingshulp verdwenen, maar loopt handel gewoon door.’

Greeney zet met almokha.com niet in op direct trade -dat concept is moeilijk schaalbaar – maar puur op marketing en afzetmarkt. ‘Kijk naar Starbucks, je kunt veel van hen zeggen, maar omdat ze zoveel kwaliteitskoffie verkopen hebben ze de markt een enorme boost gegeven. Als ik moet kiezen tussen een dorp hoge prijzen garanderen of tien dorpen lagere prijzen, dan kies ik voor het laatste. Mijn verhaal helpt de Jemenitische koffie te verkopen. Je kunt sancties opleggen of bommen gooien, maar als je werk kunt creëren heb je ook een instrument waarmee je de verspreiding van extremisme kunt controleren.’

Fairtrade

De koffieboon is na aardolie de meest verhandelde ‘commodity’ ter wereld en wordt als sinds de jaren zestig ingezet als ideaal instrument voor meer globale gelijkwaardigheid. Grofweg eenderde van alle geproduceerde koffie ter wereld is nu in meer of minder mate eerlijk en duurzaam, schat Stephanie de Heer van keurmerk UTZ, dat afgelopen januari fuseerde met keurmerk Rainforest Alliance. Andere grote keurmerken zijn Fairtrade International en Max Havelaar, die zich iets specifieker richten op het sociale aspect. Er zijn nog tal van kleinere keurmerken wereldwijd, vaak opgezet door grotere retailers.

Michiel Lampers van Coffee Quest en Anda Greeney van almokha.com zijn skeptisch over de keurmerken. Greeney: ‘Boeren moeten al snel een paar honderd vakjes afvinken, eisen waaraan ze moeten voldoen. Een land als Jemen is bovendien te gevaarlijk om keurmeesters in te sturen. Ik twijfel ook over het effect, ik ken een Nicaraguaans onderzoek waaruit blijkt dat fairtrade boeren armer maakt, omdat ze minder koffie produceren dan boeren die niet aan het keurmerk meedoen.’ Ook Michiel Lampers is kritisch: ’Met fairtrade schieten boeren niet erg veel op, ze krijgen maar een fractie meer betaald. Wij kennen de boeren persoonlijk en betalen gewoon een prijs waarmee ze volgend jaar weer koffie kunnen leveren. Dat is ook in ons belang.’

Volgens Stephanie de Heer van keurmerk UTZ loont deelname wel degelijk, omdat producenten door training en advies kosten weten te verlagen en zowel productie als kwaliteit weten te verhogen, waardoor inkomens stijgen. Dat kan ook in combinatie met direct-trade, zegt De Heer. ‘We verwelkomen elke investering in duurzaamheid, ook direct trade, zolang het maar transparant is en bewijsbaar effectief. De meerwaarde van een keurmerk ligt precies daarin: standaarden en resultaten zijn online opvraagbaar, onafhankelijk en transparant.’

Draag je abumelle een warm hart toe, overweeg dan een donatie. Alle kleine beetjes helpen. Of geef je op voor de het kwartaalbericht per email, met nieuwe artikelen etc. Ook daar moedig je de auteur mee aan.

Mijn gekozen waardering € -

Een actualiteit staat zelden op zichzelf, die komt voort uit context. Daarom reist Anthon Keuchenius (1964) graag rond, ongeveer tussen Heuvelrug en Jemen, om die context in tekst en beeld te brengen. Liefst ruim voor- of nadat die actualiteit zich voordoet. Of waar anderen hem laten liggen.