Dertig jaar na Tsjernobyl: ‘Het gevaar wordt overdreven’

Serhii Mirnyi (56) was commandant van een peloton voor nucleaire, chemische en bacteriologische oorlogsvoering in het Sovjetleger toen op 26 april 1986 de kernreactor in Tsjernobyl ontplofte. Hij werd die zomer naar het rampgebied gestuurd als ‘likvidator’, de Russische term voor de bestrijders van de catastrofe. Nu, precies dertig jaar later, houdt de natuurkundig chemicus, ecoloog en tourleider naar het rampgebied er een weinig gehoorde mening op na. ‘De meeste mensen zijn niet door de straling ziek geworden.’

Hoe herinnert zich u de tijd van de catastrofe?
‘Ik woonde in Charkov, waar ik werkte als elektrochemicus. Het was de Gouden Eeuw voor de nucleaire industrie, van de appel van Goed en Kwaad hadden we nog niet gegeten en in de Sovjet-Unie stond kernenergie als volkomen veilig bekend. Ineens riep het leger mij op als reservist voor een militaire training. We zaten vlak voor de korte meivakantie (1 mei, Dag van de Arbeid, jb) en ik dacht: ‘Wat een idioten om dat nu te doen.’ Over Tsjernobyl wisten we al wel íets. Er had een berichtje in de krant gestaan, dat er zich een ‘industrieel ongeluk’ had voorgedaan, waarbij wat werknemers waren omgekomen. Mijn moeder zei het toen al: ‘Je zult wel naar Tsjernobyl moeten.’ Uiteindelijk ben ik daar pas op 13 juli, tweeënhalve maand na het ongeluk, terecht gekomen. Ik diende er 35 dagen.’

Was het toen nog erg gevaarlijk?
‘Ik had geluk, want het was niet meer zo erg als in mei. De stalingswaarden waren grofweg al met een factor tien verminderd. Dat is veel. De radioactiviteit waaraan je vrijwel direct dood gaat, was er toen al niet meer. Ze vermindert met de helft in acht dagen. Inmiddels is de staling duizend keer lager dan in de zomer van 1986, vlak na het ongeluk. Doordat ik nu een goede geigerteller heb – waarover we toen niet beschikten -, kan ik nu berekenen welke dosis ik toen heb opgelopen. Dat was 200  tot 300 millisievert. Ziek kun je pas worden bij 1000 milisievert (= 1 sievert, jb). Mensen vragen me: ‘Je gaat nog zo vaak naar de vervreemdingszone toe, is dat niet gevaarlijk? Dan zeg ik: 99 procent van de dosis radioactiviteit die zich in mijn lichaam heeft opgebouwd, heb ik in juli en augustus dertig jaar geleden al gekregen. Ter vergelijking: een dag in de Tsjernobyl-zone staat gelijk aan één of twee uur vliegen.’

Wat was destijds uw opdracht in de vervreemdingszone?
‘Ik was officier van een stralingsverkenningspeloton. We moesten voor het ministerie van Defensie van de Sovjet-Unie de dertigkilometerzone onderzoeken op radioactiviteit . Mijn peloton was de best betrouwbare bron van actuele informatie over de stralingstoestand rond de reactor. Elke ochtend trok het met vijftien patrouillewagens het terrein in om onderzoek te doen.’

Kwam u zelf heel dichtbij de reactor?
‘Na het uitzenden van de patrouilles ging ik zelf ook op pad, in het Rode Bos (een van de meest besmette omgevingen, jb) en de stad Pripjat (die praktisch tegen de reactor aanligt, jb). Sommigen van onze routes lagen op 400 meter van de ontplofte eenheid af.’

Kende u angst tijdens die dagen?
‘Nee, het is zo’n idiote situatie, dat je maar doorgaat. Ik leefde met mijn maten en mijn verkenningsmissie. Je bent een radertje in een groep van duizenden rampenbestrijders, maar beseft dat de ogen van de wereld op je zijn gericht: Tsjernobyl was die zomer het centrum van het universum. Bovendien kreeg ik de kans alle kennis die ik tijdens mijn studie in Charkov had opgedaan, nu in de praktijk te brengen en meer praktische kennis op te doen. Het was voor mij dan ook een intellectuele uitdaging. Niettemin kwam ik aan het eind van mijn energie, voelde me zwak en apathisch. Het heeft me een halfjaar gekost voordat ik lichamelijk weer hersteld was. Het heeft me twee jaar gekost er psychisch weer bovenop te komen. Het is zo episch wat je meemaakt, het is een sage. Alles is groot: de kerncentrale, de voertuigen, tienduizenden mensen, de hele gebeurtenis. Maar de meeste spanning gaf de KGB, die je voortdurend op je vingers keek. Ze wilden voortdurend van me weten wie de anti-besmettingsregels overtraden. Geloof me, het beste deel van de dag was het veldonderzoek zelf, wanneer ik alleen met de auto en de chauffeur was.’

Ik bracht alles in praktijk wat ik op de universiteit had geleerd, Tsjernobyl was voor mij een intellectuele uitdaging

In 2001 publiceerde u een boek over Tsjernobyl, waarin u schrijft dat ook voor de andere ‘likvidatory’ en de omwonenden de psychische belasting eigenlijk veel groter was en is dan de stralingsschade. Hoe is dat mogelijk, het is in tegenspraak met alle gevolgen van Tsjernobyl die we zien in de media?
‘Dat lijkt zo. De verklaring ligt in de jaren na de ramp, in de glasnost (‘openheid’) van Michaïl Gorbatsjov. De staatscensuur werd minder en de mensen konden vrijer zeggen wat ze wilden. Voor de maatschappij was Tsjernobyl een diep traumatiserende gebeurtenis, waarvan de regering gegevens achterhield. De ontstane openheid in onder meer de media sloeg door en er ontstond een overdrijving van de gevolgen. Natuurlijk, in Wit-Rusland en Noord-Oekraïne zijn er veel meer kinderen met leukemie na Tsjernobyl. Normaal waren dat er twee á drie op de honderdduizend, nu zijn dat er zo’n tienduizend. Maar het is niet substantieel veel erger geworden. Al mijn collega’s met wie ik de ramp bestreed hebben gewone levens kunnen leiden. Zijn getrouwd, hebben gezonde kinderen gekregen. Natuurlijk, sommigen werden ziek, maar er is geen epidemie van kanker ontstaan. Wat de catastrofe betreft, hebben te maken met cognitieve dissonantie, een intellectuele schizofrenie. Men zag en ziet wat men wilde en nog wil zien.’

De ontstane openheid in onder meer de media sloeg door en er ontstond een overdrijving van de gevolgen

Zegt u dat er minder mensen ziek zijn geworden door Tsjernobyl dan over het algemeen wordt gedacht?
‘Wat ik zeg, is dat de gezondheidseffecten enorm zijn. Maar dat ze minder worden veroorzaakt door de straling dan door sociaalpsychologische factoren, zoals posttraumatische stress stoornis. Die zijn ontstaan door de misinformatie over de ramp. Tot op heden is dat niet veranderd. De censuur van de Sovjet-Unie heeft plaatsgemaakt voor geruchten en overdrijvingen door de massamedia. De vrijheid van meningsuiting onder de glasnost is misbruikt en dat gaat door tot op de dag van vandaag. Daarnaast is er een pervers systeem ontstaan van slachtoffers van Tsjernobyl, die officieel invalide zijn verklaard door de regering. Ze krijgen meer uitkering dan ze als salaris zouden toucheren. De dokters zitten ook in de business, want zij ontvangen smeergeld voor het keuren van de slachtoffers. Ze hebben de stroom ‘patiënten’ dus nodig. Al deze zogenaamde slachtoffers komen wel in de officiële statistieken terecht, waardoor die veel ernstiger lijken dan ze officieel zijn.’

Maakt de huidige Oekraïense regering zich nog steeds schuldig aan misinformatie over de Tsjernobyleffecten?
‘Net deze week woonde ik een rondetafelconferentie bij van het Nationale instituut voor strategische studies dat is verbonden aan de president van Oekraïne. De uitkomst was dat er al even weinig sprake is van staatspolitiek ten aanzien van Tsjernobyl als op alle andere terreinen in het huidige Oekraïne. Het is hoog tijd voor verandering, laat ik het zo zeggen. Alles gebeurt nu ad hoc, er is geen consistent beleid.’

Er is een pervers systeem ontstaan van slachtoffers van Tsjernobyl

Welk doel heeft de regering om de effecten van Tsjernobyl te overdrijven?
‘In de jaren ’90, toen we ook in een diepe economische crisis zaten, was Tsjernobyl het beste exportproduct van Oekraïne. Door te overdrijven, kwam er veel hulpgeld binnen uit verschillende fondsen. Dat gebeurt nog steeds. Kijk naar de nieuwe, metalen sarcofaag die ze nu aan het bouwen zijn. Die kost meer dan anderhalf miljoen euro. Volgens experts is een nieuwe overkapping van de reactor helemaal niet nodig en eerlijk gezegd deel ik die mening. De oude, betonnen sarcofaag kon gerepareerd worden voor veel minder geld.’

 

Verdwijnt er geld voor de nieuwe sarcofaag in de verkeerde Oekraïense zakken?
‘Dat weet ik niet, ik ben niet in de positie om daarover te oordelen. Maar de bouw van de sarcofaag geeft Oekraïne veel economische voordelen. Op de bouwplaats zijn vele nationaliteiten aan het werk die allemaal ondergebracht en gevoed moeten worden. De spin-off is aanzienlijk. Het risico is wel dat mensen bang blijven. Ze denken: als zo’n enorme, nieuwe overkapping nodig is, zal het nog steeds wel gevaarlijk zijn.’

U heeft zelf belang bij het relativeren van de stralingsproblemen: u startte in 2009 een tourbedrijfje om mensen rond te leiden in het rampgebied.
‘Ja, ik was de eerste die zoiets ging doen. Na mijn wetenschappelijke werk en mijn boek besefte ik dat de herinnering aan de gebeurtenissen Tsjernobyl alleen maar negatief zijn: lijden, verlies, tragedie. Ik wilde daarom ook het heroïsme, de verworvenheden en de technologische prestaties belichten. Het grootste monument voor die feiten is de Tsjernobyl-zone zelf. Ik wil laten zien dat de zone gewoon nog functioneert. Door dat te tonen, eer je ook de likvidatory die hun leven hebben gegeven. Maar als het echt te gevaarlijk zou zijn voor toeristen, zou ik ze er niet mee naartoe nemen.’

Tsjernobyl is niet alleen lijden, verlies en tragedie, maar ook heroïsme, verworvenheden en technologische prestaties

Wat is het doel? Wat wilt u de mensen laten zien?
‘Ik vind dat de hedendaagse mens deze plek moet zien. Ik wil hen laten zien wat er kan gebeuren als officiële functionarissen en beslissingsmakers zich onverantwoordelijk gedragen (Smirnyj doelt op de op 26 april 1986 in de kernreactor aanwezigen die een experiment begonnen dat uiteindelijk tot de ontploffing zou leiden, jb). Ik wil mensen nederigheid bijbrengen en laten zien dat de natuur op gelijk niveau praat met de mensheid, hun leren dat er onvergelijkbare krachten bestaan. Ze moeten weten wat straling is en hoe ze ermee moeten omgaan. Je ziet de bezoekers veranderen. In deze vreemde omgeving kijken ze opnieuw naar hun leven, ze leren prioriteiten stellen, zoals gezondheid en vriendschap. We hebben nu al zevendagentrips, mensen gaan met vakantie naar Tsjernobyl. Vorig jaar hadden we zo’n 3.500 bezoekers. Ze kunnen er communiceren met zichzelf, met de eeuwigheid en oneindigheid. Het is een voor velen een diepe, transcendente ervaring.’

Mijn gekozen waardering € -

Joost Bosman (1969) is correspondent in Rusland en de rest van de voormalige Sovjet-Unie voor onder meer het AD, De Tijd, BNR en Reporters Online.