Dieren Eten, Maar Tegen Welke Prijs?

Willen we onze onrechtvaardige systemen aanpakken en veranderen, dan moeten we ook de moed hebben om ze recht in de ogen te kijken.

De manier waarop kip en vlees geproduceerd wordt, is een ongemakkelijke waarheid. Net zoals racisme en klimaatverandering laten zien dat onze systemen, die we hebben gecreëerd om een comfortabel leven te leiden, tot op het bot ziek zijn.

Doordringend boek

Ik lees Eating Animalseen boek van de Joods-Amerikaanse schrijver, Jonathan Safran Foer, dat 10 jaar geleden werd gepubliceerd. Een doordringend en belangrijk boek. Op momenten ongemakkelijk en shockerend. Ik heb geleerd over het leven van een moderne kip en kalkoen, met duizenden opeengepakt in mega-schuren, van geboorte tot het moment dat ze op transport gaan naar de slachthuizen – wederom met duizenden op een truck – tot het proces van aankomst en machines hun kelen doorsnijden en “kill-floor” medewerkers, niet zelden onderbetaalde immigranten, het vlees gereed maken voor de consumentenmarkt.

Maar liefst 90 procent van het vlees dat we wereldwijd consumeren, is afkomstig van de intensieve veeteelt (in the VS zelfs 99 procent). Tenzij je echt op zoek gaat naar een alternatief, kun je ervan uitgaan dat je burger, ham en spek van een dier uit de bio-industrie afkomstig is. 

En je kunt ervan uitgaan dat je gekweld vlees eet. Ook het vlees met een schuldverzachtend, zogenaamd diervriendelijk en biologisch gecertificeerd label, zo licht Foer in zijn boek toe.

De meeste kans om “diervriendelijk” vlees te consumeren, is vlees afkomstig van dieren die leven op kleine familie-boerderijen, die tegenwoordig een uitzondering zijn. Meeste kans op vlees van een “blije koe” is in de handen van kleine boeren, die de dieren beschouwen als meer dan alleen kapitaal.

Tienduizenden dieren op elkaar

Echter, kleine boeren kunnen niet concurreren met de geautomatiseerde en geconsolideerde boerderijen die de afgelopen decennia zijn ontstaan en nu de regel zijn. Die worden “Concentrated Animal Feeding Operations” (CAFOs) genoemd (of mega-stallen in de bio-industrie ofwel intensieve veeteelt). Deze “boerderijen” zijn enorme, geïndustrialiseerde veeteelt operaties. Ze bevatten tienduizenden dieren, opeengepakt, zonder enige ruimte om te bewegen of rond te lopen, en zonder maar een streepje daglicht te zien. Deze mega-stallen geven onderdak aan zoveel mogelijk dieren.

Hoe dat eruit ziet, kun je hier zien.

Het is efficiënt en winstgevend en je ziet dit model over de hele wereld. In de wereldwijde kippen-industrie worden 50 miljard kippen ieder jaar op deze wijze grootgebracht. 

Opzettelijk overbevolkt

Hoe efficiency en winst er precies uitzien in zo’n mega-stal?

“Biggen worden gespeend als ze rond de 15 weken zijn, maar in de intensieve veeteelt gebeurt dat met 15 dagen en in toenemende mate al met 12 dagen. Op deze jonge leeftijd zijn de biggen niet in staat om vast voedsel goed te verteren, dus krijgen ze extra medicijnen om diarree te voorkomen. 

De gespeende varkens worden dan geforceerd in kooien met dik ijzerdraad. Deze kooien zijn op elkaar gestapeld, en uitwerpselen en urine vallen uit hogere kooien op de dieren in de kooien beneden. De biggen worden zo lang mogelijk in deze kooien gehouden voordat ze naar hun eindbestemming worden gebracht: krappe hokken. De hokken zijn opzettelijk overbevolkt, want dat levert winst op.”

Zonder veel bewegingsruimte verbranden de dieren minder calorieën en worden ze dikker met minder voer. 

Biggen die niet snel genoeg groeien zijn een aanslag op de middelen en hebben dus geen plaats op het bedrijf. Opgepakt bij hun achterpoten worden ze geslingerd en vervolgens met hun kop op de betonnen vloer geslagen. Deze gebruikelijke praktijk wordt “bonken” genoemd. “We bonken er zo 120 in één dag tegen de grond,” zei een werknemer van een boerderij in Missouri.”

Een passage uit het boek Eating Animals (vrij vertaald naar het Nederlands).

Blinde vlek

Het leven van een modern varken, moderne kip of koe, het is een donkerte om naar af te dalen en de meeste mensen willen daar niet heen. Misschien weten ze meer dan ze willen toegeven, maar monden openen alleen om het vlees te proeven en sluiten weer om het vlees te verteren dat een heel leven lang een lijdensweg heeft gekend. De manier waarop wij mensen dieren behandelen, is een grote blinde en lelijke vlek.

Als we geven om een humane behandeling van dieren, dan zou het eten van dieren iets moeten betekenen. Voor zijn boek, dook Foer ook in de issues van de onderwater-wereld en van haar bewoners, zoals de moderne vistechnieken die de zeedieren onevenredig veel leed toebrengen.

Dierenleed is één ding.

Klimaatverandering

De landbouw levert een belangrijke bijdrage aan het veroorzaken van klimaatverandering, aangezien het één van ’s werelds grootste bronnen is van klimaatveranderende gassen. De grote meerderheid is afkomstig van de productie van vlees en zuivel. Als koeien een land waren, zouden ze de op twee na grootste uitstoter van broeikasgassen in de wereld zijn.

Veeteelt is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de broeikasgassen wereldwijd. Schadelijke praktijken van de niet-duurzame veeteelt zijn, onder anderen, ontbossing, watervervuiling en vernietiging van natuurlijke leefomgevingen. Met een plantaardig dieet en een duurzaam landbouwbeleid kunnen we daadwerkelijk een verschil maken. 

Dat is niet alles. De mega-stallen in de bio-industrie zijn tikkende tijdbommen. Het zwemt er van de virussen. Virologen en gezondheid experts van organisatie als World Health Organization (WHO) luiden de alarmbel al jaren, maar krijgen nauwelijks reactie uit de politiek, uitgezonderd de PvdD.

Feestje

De megastallen in de bio-industrie zijn zo groot als voetbalvelden. Ze huisvesten zoveel mogelijk dieren – bekken en snuiten opeengepakt, stress kruipend door het afweersysteem van de dieren en de ammoniak van rottend vuil brandend in hun longen, zonder frisse lucht en zonlicht. Daarom is het elke dag feest voor de ziekteverwekkers, die pandemieën kunnen veroorzaken. Met zoveel dieren is er immers zoveel keuze.

Een virus heeft een gastheer nodig om te overleven en hoe meer gastheren er zijn, hoe meer kansen voor het virus om te reproduceren en te muteren. Een nieuw virus ontstaat en kan mogelijk overspringen naar mensen (ook wel zoönose genoemd). Bijvoorbeeld de Aziatische griep  in 1958, die wereldwijd tussen de 1 en 4 miljoen doden veroorzaakte. Of de varkensgriep (Mexicaanse griep) in 2009, die relatief mild was en tussen de 141.000 en 575.000 dodelijke slachtoffers maakte.

Ook bacteriële ziektes kunnen zich gemakkelijk verspreiden in mega-stallen. Ziek of niet, de dieren worden behandeld met antibiotica, en muterende bacteriën kunnen resistent raken tegen antibiotica. Wanneer deze resistente bacteriën zich verspreiden in mensen levert dat een groot gevaar op voor de volksgezondheid.

Broedplaats

Veel aandacht is uitgegaan naar de Chinese dierenmarkten waar wilde dieren, zoals vleermuizen, worden verhandeld – en volgens virologen de oorsprong van het corona-virus. Maar de mega-schuren in de bio-industrie, vooral de kippen-schuren, vormen een grotere broedplaats van zoönoses en pandemieën, schreef Foer in New York Times.

Nu we allemaal ervaren hoe het is om in een wereld te leven waarin een pandemie momenteel ons leven beheerst en hoe hard dat aankomt op zovele fronten, zouden we de risico’s moeten begrijpen van de dierlijke ziekteverwekkers die borrelen in onze voedselsystemen.

Daarom moet er een einde komen aan de mega-stallen. In plaats daarvan moet een transitie komen naar kleinere boerenbedrijven met minder dieren, die niet opeengepakt leven. Ook de internationale, lange vee-transporten moeten verminderd of helemaal stoppen. Verder moeten overheden een einde maken aan het subsidiëren van de vleesproductie-industrie en het financieren van de bio-industrie door banken moet eveneens stoppen. Het is misdadig. 

De roep om een duurzame landbouw is nog nooit zo belangrijk geweest. De boeren die daartoe bereid zijn en daarmee bezig zijn, maar waar voldoende ondersteuning ontbreekt, moeten die ondersteuning krijgen. 

Kwestie van tijd

Is het niet opvallend dat er maar een paar politici spreken van de noodzaak om de bio-industrie te beëindigen? Er maar één politieke partij in Nederland (PvdD) is die zich hierover uitspreekt? In plaats daarvan zien we het gevecht om een vaccin dat ons moet beschermen tegen de huidige pandemie. Slechts één Nederlandse politieke partij spreekt over het voorkomen van een volgende pandemie, terwijl het een kwestie van tijd is voordat de bom ontploft. 

Als je oprecht geeft om dieren, gezondheid, klimaat, de oceanen, de Aarde, dan zou je ook moeten geven om het eten van dieren en vervolgens je consumptie van dierlijke producten (vlees, gevogelte, vis en zeedieren, zuivel en eieren) moeten heroverwegen. Het boek “Eating Animals”, een boeiende mix van argumenten, wetenschap en storytelling, helpt “big agriculture” te begrijpen en wat het betekent als we dit model ondersteunen.

Vlees, kip en kaas maken ongetwijfeld onderdeel uit van onze culturen, onze tradities, onze religies, onze comfort. Jaren geleden vroeg ik mezelf af of dit de gebroken relatie met dieren en het voortbestaan van onrechtvaardige systemen rechtvaardigt. Nee. 

Ik stelde mijzelf de vraag of er niet een betere manier was en om dichter te kunnen leven bij de essentie van het leven. Ja.

Foto: Jo-Anne McArthur / We Animals. Tienduizenden jonge kippen in een CAFO in Taiwan, 2019

 

 

Mijn gekozen waardering € -

Schrijft op Mallorca over groen en eenvoudig leven, klimaat, natuur, (Spaanse) politiek, mensen- en dierenrechten. Voorheen jurist in Nederland. Ook te volgen op haar blog www.evalunes.com