Dorpje kopen? In Spanje kan dat al voor 30.000 euro!

Door de massale trek van het platteland naar de stad, telt Spanje duizenden geheel verlaten dorpen. Noord-Europeanen op zoek naar rust kopen de rustieke gehuchten nu voor een spotprijsje.

‘In Engeland koop je hier nog geen huis voor,’ zegt Neil Christie (63), terwijl hij op vier pittoresk ogende huizen achter hem wijst. De gepensioneerde Brit en zijn vrouw waren de drukte en stress in hun woonplaats zat en gingen daarom negen jaar geleden op zoek naar een optrekje in Spanje. Tijdens een vakantie in het nabij geleden dorp Taramundi werden ze verliefd op de Noord-Spaanse streek Asturië. Het kwam dan ook als een prettige verassing toen bleek dat ze hier voor het geld dat ze ter beschikking hadden niet alleen een huis konden kopen, maar zelfs een heel dorp. Inmiddels is de Brit de trotse eigenaar van Arruñada, een gehucht 20.000 vierkante meter grond en vier huizen met een fantastisch uitzicht op een groene vallei. Kosten: 45.000 euro.

Arruñada is niet het enige dorp in Spanje dat voor een appel en een ei te koop stond. Sinds elf jaar verkoopt het makelaarsbureau Aldeas abanodonas– verlaten dorpen- dorpen waar niemand meer woont. Hiermee is de organisatie wel even zoet, want sinds de Spanjaarden vanaf de jaren zestig massaal van het platteland naar de steden zijn getrokken, zijn duizenden dorpen langzamerhand leeg komen te staan. Volgens het Spaanse bureau voor de statistiek telt het land inmiddels drieduizend verlaten dorpen. Het grootste deel hiervan, ruim een derde, bevindt zich in het gebied waar Christie woont, de noordelijke regio’s Galicië en Asturië. De meeste dorpen kosten tussen de zestigduizend en twee miljoen euro, maar er zitten ook echte koopjes tussen zoals dat van Christie.

‘Soms klopt er ineens een Australiër aan en een enkele keer een Japanner’

Nieuwe trend

Acht jaar geleden waren Christie en zijn vrouw een van de weinigen die een heel dorp in hun bezit hadden, maar inmiddels is het kopen van een dorp de nieuwste trend op de Spaanse huizenmarkt. ‘Die massale interesse is iets van de afgelopen drie jaar’, vertelt medewerker van Aldeas Abandonadas Pepe Rodin (63). ‘Een paar jaar geleden zijn er een paar buitenlandse tv-zenders langs geweest en toen is het gaan rollen.’ Inmiddels krijgt Rodin zo’n honderd mailtjes per week van mensen die geïnteresseerd zijn in het kopen van een dorp. Het grootste deel hiervan komt van buitenlanders, vooral van Engelsen, maar ook van Duitsers, Noren, Nederlanders en Belgen. Rodin: ‘Soms klopt er ineens een Australiër aan en een enkele keer een Japanner.’

Volgens Rodin peinzen de meeste Spanjaarden er niet over om terug te gaan naar het platteland, waar geen werk is, terwijl wat oudere buitenlanders juist rust zoeken en zelf willen bepalen wie hun buren zijn. Daar komt bij dat het voor Spanjaarden sinds de crisis bijna onmogelijk is om een hypotheek te krijgen. Rodin: ‘Buitenlanders die hier een dorp kopen, hebben geld en tellen gewoon direct het hele bedrag neer. ’

Toestemming eigenaar

Een dorp te koop zetten, is echter niet zo makkelijk. Want dat er in de meeste huizen al jaren niemand meer woont, wil niet zeggen dat ze geen eigenaar hebben. ‘Om een dorp te verkopen moeten we eerst de toestemming hebben van alle huiseigenaren.’ legt Rodin uit. ‘Dat is lastig, want -veel mensen uit deze regio zijn destijds naar Zuid-Amerika geëmigreerd en zijn lastig op te sporen.’ Eenmaal gevonden zijn de eigenaren meestal maar wat blij dat Rodin hun huis te koop wil zetten. ‘Het is veel werk en zelf hebben ze daar vaak geen tijd voor.’

‘Ik vind het een enorme luxe dat ik zelf kan bepalen wie mijn buren zijn,’ vertelt Janos (51), die liever niet met zijn achternaam in de krant wil, enthousiast over de telefoon. Toen de Zwitser vijf jaar geleden met pensioen ging, kocht hij voor 280.000 euro een verlaten dorp in de buurt van Barcelona. In één van de veertien huizen woont Janos zelf met zijn vrouw en dochter, de overige huizen wil hij zodra ze zijn opgeknapt verhuren aan landgenoten. ‘Ik ken veel Zwitsers die flexibel werk hebben en op zoek zijn naar een andere levensstijl. Naar dat soort mensen ben ik op zoek,’ legt hij uit. ‘Het lijkt me heerlijk om deze plek te delen met gelijkgestemden.’

Voor een appel en een ei een dorp in een mooi gebied kopen, mag dan ideaal klinken, er komt vaak een hoop bij kijken. De staat waarin de dorpen verkeren, verschilt namelijk nogal. Rodil: ‘Soms hebben de huizen alleen een likje verf nodig, maar aan andere dorpen moet nog een hoop gebeuren. Vaak is er geen elektriciteit, en moet de huizen eerst flink worden opgeknapt voordat er iemand kan wonen.’

‘Ik ben hier al negen jaar mee bezig,’ zegt Christie terwijl hij op het huis waar hij woont en een half verbouwd huis daarachter wijst. ‘Er woonde al veertig jaar niemand meer in deze huizen,’ legt hij uit. ‘Dus het was behoorlijk vervallen.’ Inmiddels heeft Christie al meer dan 250.000 euro uitgegeven aan het opknappen van zijn dorp, ruim vijf keer het bedrag dat hij voor zijn gehucht neerlegde. Hoewel hij zelf geen seconde spijt heeft gehad van zijn aankoop, raadt Christie eventuele kopers dan ook aan om drie keer na te denken voordat ze een Spaans gehucht aanschaffen. ‘Een dorp kopen is niet voor iedereen weggelegd,’ legt hij uit. En dan, terwijl hij een kruiwagen met bakstenen begint te vullen. ‘Je moet behoorlijk handig zijn en dit gewoon ontzettend leuk vinden om te doen.’

Waar vind je een Spaans dorp?

Wie een dorp wilt kopen in Spanje hoeft niet lang te zoeken. Op de website www.aldeasabandonas.com vind je het volledige aanbod in heel Spanje. Aldeas Abondanados- Verlaten Dorpen- is hét makelaarsbureau als het aankomt op verlaten dorpen. Op de website staat ook vermeldt hoeveel hectare grond de dorpen hebben en wat de prijs is. Hoewel je op de site kunt zoeken op regio’s in heel Spanje bevinden de meeste dorpen zich in de noordelijke regio’s Galicië en Asturië. Ook in Catolonië staan een aantal dorpen te koop. Op de website staat ook via welk telefoonnummer en e-mailadres je contact op kunt nemen met Aldeas Abondanadas

Mijn gekozen waardering € -

Hagar Jobse werkt sinds 2012 als freelance journalist. Sinds 2014 doet ze dit vanuit Madrid en schrijft ze over Spanje. Ze schrijft graag over de menselijke verhalen achter de politiek en economie. Ook blogt ze over haar eigen ervaringen.