Een godverlaten eiland

De omstandigheden in vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos brengt kinderen tot zelfmoordpogingen, overheden kunnen geen beterschap bieden en steeds meer ngo's zien er geen gat meer in. Ondertussen blijven vluchtelingen de oversteek wagen en is een politieke oplossing ver weg.

Iemand heeft geprobeerd het laatste woord weg te krabben, maar het is niet gelukt: welcome to prison, gekalkt in grote zwarte letters, is het eerste wat vluchtelingen lezen, als ze aankomen in Moria. De cijfers wisselen voortdurend – en de Griekse overheden communiceren lagere aantallen dan hulporganisaties – maar momenteel verblijven er naar schatting zo’n 7.000 vluchtelingen in en om het kamp. In containers en in tenten. De maximale capaciteit is 3.100, waarmee Moria volgens de kampleiding de meest dichtbevolkte plaats ter wereld is. Ongeveer een derde van de inwoners is minderjarig. 350 kinderen zijn alleenstaand; hebben niemand. Vijftig jonge, alleenreizende kinderen wonen samen in een afgesloten deel van het kamp, de jongste is acht jaar oud.

Direct naast Moria is een stuk grond ‘gekraakt’, waar zo’n 1.500 mensen wonen. Daar, in The Olive Grove, is geen politietoezicht, amper sanitair en eindeloos veel vuilnis. Het heeft gehoosd, gisteren. Zoals het al de hele week noodweer is. Bruin ontlastingswater gutst door het open riool de helling af. Veel tenten lopen onder op het ongelijke terrein. Een Somalische man verzamelt keien en stenen in de modder, om een dammetje aan te leggen rondom zijn drijfnatte tent. Alireza, een jongen van 16 uit Afghanistan, laat op zijn telefoon een filmpje zien van gisteravond: overstromende emmers en teilen naast de hompen schuimrubber die voor een slaapplaats moeten doorgaan. Zijn vader stookt vlak voor de ingang een rokerig houtvuur, z’n twee dochters zitten naast hem; hun natte schoenen rondom de vuurplaats. Ze delen hun tent, twaalf vierkante meter groot, met een ander gezin. “Alles is nat. Het is niet vol te houden”, zegt Alireza. Zijn broer (18) heeft het tot Duitsland geschopt. “Daar willen wij ook naar toe.”

“Nu de winter in aantocht is, zie je al het hout verdwijnen”, zegt Beitske Kooistra. Ze is als coördinator van de psychosociale support werkzaam voor de Nederlandse Stichting Bootvluchteling. “Mensen doen er alles aan om droog en warm te blijven”, vervolgt ze. “Het zal de komende weken alleen nog maar meer gaan regenen en de temperatuur zal verder dalen. In een eerdere winter is een man gestikt in de tent, hij had een smeulende tak mee naar binnen genomen om warm te blijven.”

Kookpot

Hulporganisaties slaan al maanden alarm over de deplorabele omstandigheden in het kamp.  Kampbewoners staan zo maar negen uur per dag in de rij voor eten. Drie uur voor het ontbijt, drie uur voor een middagmaal en drie uur voor het avondeten. Als het eten op is, heb je pech. Wie zeker wil zijn van voedsel, moet om 3 uur ’s nachts uit de veren.

Vrouwen moeten altijd op hun hoede zijn; seksueel geweld ligt op de loer, zegt Kooistra. “Als het donker is, gaan vrouwen in groepjes naar het toilet. Eén vrouw kan plassen, vijf anderen bewaken de ingang.” Sowieso kan het geweld elk moment oplaaien. Rellen en vechtpartijen tussen bevolkingsgroepen komen dagelijks voor. “Het is een kookpot”, zegt Annerieke Berg, directeur van Stichting Bootvluchteling. “Als je 7.000 Nederlanders in deze omstandigheden zou opsluiten lopen de frustraties ook hoog op.”

Vanwege de belabberde hygiëne – er is per zeventig personen één toilet – en de overbevolking – de gangetjes in Moria zijn soms maar dertig centimeter breed – zijn er grote gezondheidsrisico’s. “Ziektes verplaatsen zich razendsnel”, zegt Kooistra. Samen met Artsen Zonder Grenzen en een Griekse hulporganisatie heeft Stichting Bootvluchteling de medische zorg voor de mensen in het kamp op zich genomen.  Het tekort aan menskracht is groot. “Wij werken vanaf het eind van de middag tot middernacht en behandelen zo’n tachtig tot honderd mensen per shift”, zegt Berg. Kooistra: “En we kunnen alleen basiszorg en noodhulp verlenen. Mensen die chronisch ziek zijn, diabetes- of kankerpatiënten bijvoorbeeld, krijgen niet de hulp die ze nodig hebben.”

Het is allemaal van een ten hemel schreiende treurigheid. Zodanig, dat een kind van tien, zo meldde de BBC onlangs, probeerde zelfmoord te plegen. De psychische nood is enorm. Veel vluchtelingen komen getraumatiseerd aan, volwassenen en kinderen snijden zichzelf en paniekaanvallen zijn aan de orde van de dag.

Kwetsbaarheidsassessment

Vluchtelingen die in Moria aankomen, worden geregistreerd en krijgen een kwetsbaarheidsassessment. Wie ziek, zwanger, ernstig getraumatiseerd of anderszins kwetsbaar is, mag hopen op een plekje in Kara Tepe, een veel kleiner vluchtelingenkamp vlakbij Moria met plaats voor zo’n duizend vluchtelingen. In Kara Tepe, dat wordt gerund door de lokale autoriteiten, zijn de voorzieningen veel beter. Anders dan Moria hanteert dit kamp echter een vol-is-volbeleid. Dus ook veel kwetsbare vluchtelingen belanden uiteindelijk in Moria. Daar komt bij dat de artsen van de Griekse organisatie Keelpno, die de kwetsbaarheidsassessments afnemen, in oktober collectief ontslag hebben genomen. “We verkiezen werkeloosheid boven het werk onder deze omstandigheden”, verklaarde hun directeur in de Griekse pers. Eerder vertrokken veel andere ngo’s ook al uit Lesbos. De autoriteiten zoeken in hoeken en gaten naar nieuwe artsen en hopen in januari de assessments weer op te starten. Ondertussen worden wachtlijsten langer en langer.

“De onzekerheid waar vluchtelingen mee kampen, eist zijn tol”, zegt Kooistra. “Het is een rotsituatie, qua faciliteiten, qua huisvesting, maar als je weet dat het één of misschien twee weken duurt, dan kun je daar wel mee dealen.” Maar mensen leven in het ongewisse. “Ze worden slecht geïnformeerd en weten niet waar ze aan toe zijn. Ze moeten elke maand hun ID-bewijs vernieuwen en kunnen op dat moment een uitnodiging krijgen voor een gesprek. Maar vaak komt die uitnodiging niet.”

Soms grijpt het Kooistra ook aan. “We werken community led, en maken voor onze projecten dus gebruik van de talenten van mensen die hier wonen”, zegt ze. “Zo was er een leerkracht die meehielp in de school voor kinderen. Ik ontmoette hem vorig jaar oktober. Het was een ontzettend veerkrachtige man, met superveel energie stond hij voor de klas. Toen ik deze zomer terugkwam, zat hij hier tot mijn schrik nog steeds. Het was echt een oude man geworden; rimpels, grijs haar, een slecht gebit. Van al de positieve energie die hij uitstraalde, was niks overgebleven. Dat is wat anderhalf jaar op dit kamp met mensen doet.”

Turkijedeal

Kamp Moria, dat geopend werd in 2015, fungeerde op de toppen van de vluchtelingencrisis, toen er duizenden vluchtelingen per dag aankwamen, als een zeer tijdelijke verblijfplaats. En zo is het kamp ook ingericht. Vluchtelingen verbleven er een paar dagen tot een week, waarna ze hun reis konden vervolgden naar het Griekse vasteland en van daaruit naar verschillende EU-lidstaten.

De Turkijedeal, die op 20 maart 2016 van kracht werd, veranderde die situatie. De overeenkomst tussen Europa, Griekenland en Turkije had als doel illegale migratie van Turkije naar Griekenland te stoppen en legale migratie rechtstreeks vanuit Turkije mogelijk maken. Syrische vluchtelingen die in Griekenland arriveerden nadat de deal van kracht werd, zouden worden teruggestuurd naar Turkije. En voor elke Syriër die Turkije terugnam, moest de EU er één opnemen vanuit Turkije. De grenzen van Griekenland gingen op slot.

De uitvoering viel en valt tegen. Er zijn sinds maart 2016 nog geen 300 Syrische vluchtelingen teruggestuurd naar Turkije, blijkt uit cijfers van UNHCR. Een belangrijke reden, zeggen ingewijden, is dat Griekenland niet bij machte is de asielprocedures in een redelijk tempo af te wikkelen; menskracht en geld ontbreken. Elke vluchteling heeft conform internationale verdragen recht op een individuele procedure. Ze mogen met andere woorden niet zomaar op de boot terug naar Turkije worden gezet. Wordt een asielaanvraag onontvankelijk verklaard, dan kan een vluchteling daartegen bovendien in beroep gaan. Sinds de Turkijedeal van kracht is, zijn er enorme wachtlijsten ontstaan. “Wie nu aankomt op Moria”, zegt Kooistra, “heeft op zijn vroegst in de zomer van 2019 zijn eerste gesprek. En daarmee ben je hier voorlopig nog niet weg.” Sommige vluchtelingen verblijven al twee jaar op Moria.

Die Griekse onmacht houdt het businessmodel van de mensensmokkelaars overeind, zegt een senior official bij de Europese Commissie, die niet bij naam genoemd wil worden. “De smokkelaars houden vluchtelingen voor dat de kans dat je als vluchteling wordt teruggestuurd naar Turkije vrijwel nihil is.” En de cijfers onderschrijven dat. “In het afgelopen jaar zijn slechts 700 vluchtelingen naar Turkije teruggestuurd en 3.700 vluchtelingen naar het vasteland verplaatst. Dit wekt geen vertrouwen bij andere EU-lidstaten.”

Het is evenwel zeer de vraag of je vanuit een humanitair oogpunt blij moet zijn als Griekenland er beter in slaagt vluchtelingen terug te sturen naar Turkije, zegt Salvatore Nicolosi. Hij is universitair docent Internationaal en Europees Recht bij de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in mensenrechten en vluchtelingenrecht. “Turkije kan niet zomaar als veilig worden beschouwd. Amnesty International meldde dat Syrische vluchtelingen die vanuit Griekenland zijn teruggestuurd naar Turkije door Turkije weer naar Syrië zijn gedeporteerd.” Dit is in strijd met het non-refoulementbeginsel: het verbod op terugzending naar een land waar de vluchteling vervolging te vrezen heeft of waar zijn leven of veiligheid in gevaar zijn. “Daar komt bij dat Turkije het vluchtelingenverdrag niet ten volle onderschrijft en alleen mensen uit Europa als vluchteling erkent”, aldus Nicolosi. “Teruggekeerde vluchtelingen uit Griekenland vallen daarmee onder het Turkse recht en niet onder het internationale vreemdelingenrecht.”

Bootjes

Nog altijd komen dagelijks bootjes met vluchtelingen dan ook aan op de Griekse eilanden. Tot dusver ruim 29.000 in 2018, een lichte toename ten opzichte van het jaar ervoor. Vluchtelingen komen voornamelijk uit Afghanistan, Syrië en Irak. Omdat de berichten over de omstandigheden op Lesbos ook de vluchtelingen hebben bereikt, neemt het aantal overtochten naar nabijgelegen eilanden Samos en Chios toe. UNHCR meldt in een recent rapport dat er zes keer zoveel vluchtelingen op Samos verblijven dan waarop opvanglocaties zijn berekend.

Toch wagen nog elke dag vluchtelingen de overtocht naar Lesbos. Vaak gaan ze ’s nachts of in de vroege ochtend, omdat de kans dan kleiner is te worden gesnapt door patrouillerende marineschepen. Aegean Boat Report maakt dagelijks melding van nieuwe ‘landingen’ op Facebook: “Om 6.00 uur kwam een boot aan op de noordwestkust van Lesbos. 47 inzittenden, 21 kinderen, 9 vrouwen, 17 mannen.” De organisatie telde dat in november 448 vluchtelingen aankwamen op Lesbos, 118 op Chios, 894 op Samos, 138 op Kos en een kleine 300 op andere eilanden.

Liegen

Eén van de organisaties die helpt vluchtelingen aan land te helpen en eerste hulp te verlenen is Lighthouse Relief, opgericht in 2015. 21 uur per dag speuren vrijwilligers de zee af naar bootjes, vanaf spotplaatsen in Lepetimnos en Korakas. Mede dankzij het werk van deze en andere ngo’s worden minder dodelijke slachtoffers genoteerd; dit jaar 54. Farshad Shamgholi is coördinator bij de stichting. “Het is niet te voorspellen wanneer vluchtelingen aankomen. Er is geen patroon. Het kan op elk moment van de dag gebeuren, afhankelijk van het weer en politieke omstandigheden in Griekenland en Turkije.”

Het werk van Lighthouse Relief en andere ngo’s op Lesbos, met name Advocates Abroad, ligt onder een vergrootglas, nadat vorige maand een documentaire uitkwam van de Canadese rechtsgeörienteerde documentairemaakster Laura Southern. Met een verborgen camera legde ze ogenschijnlijk belastende uitspraken vast van een Advocates Abroad-medewerker over hulpverleners die vluchtelingen instrueren om te liegen en zo hun kans op een langer verblijf in Europa te vergroten. “De beelden zijn zwaar gemanipuleerd”, zegt Farshad. Dat is ook de lezing van Advocates Abroad.

Hoe dan ook is de opschudding koren op de molen van alt-rightgroeperingen in Canada en de Verenigde Staten, maar ook van EU-lidstaten Hongarije, Tsjechië en Polen die categorisch weigeren vluchtelingen binnen te laten. Het gepolariseerde migratiedebat, dat volgens Nicolosi aan de stoelpoten zaagt van de Europese Unie, laat volgens hem zien hoezeer een lange termijnoplossing nodig is.

Muurvast

Binnen de EU wordt, sinds in 2015 een miljoen vluchtelingen een veilig heenkomen zochten in Europa, gedebatteerd over een vernieuwing van het asielbeleid. De vigerende afspraken die zijn opgenomen in de zogeheten Dublin-richtlijnen (de aankomstlanden dragen de zwaarste lasten), zijn niet houdbaar, gelet op de grote moeite die met name Griekenland en Italië ondervinden om de vluchtelingenstroom het hoofd te bieden. Tegelijkertijd krijgen bijvoorbeeld de Baltische staten amper asielaanvragen, omdat ze nu eenmaal een stuk lastiger te bereiken zijn dan bijvoorbeeld Duitsland. Onderhandelingen over een hervorming, waarbij het aantal vluchtelingen gelijkmatig over EU-lidstaten zou worden verdeeld, zitten muurvast. Het baart Nicolosi grote zorgen. “Het Europese project is gefundeerd in samenwerking. Het kan niet zo zijn dat het in rook opgaat vanwege een paar duizend vluchtelingen aan onze grenzen.” In de Europese Commissie wordt er ook zo over gedacht. “Ga praten met mensen in Turkije, Libanon, Oeganda, Jordanië of Ethiopië, en vertel ze hoe we met een migratiecrisis kampen omdat we niet in staat zijn 120.000 vluchtelingen te verdelen over 28 van de meest ontwikkelde economieën ter wereld, in een continent met bijna 400 miljoen inwoners. Je wordt uitgelachen. De politieke crisis, waarin de migratiecrisis is verzand, is eenvoudigweg het gevolg van het onvermogen onderlinge steun en solidariteit te bieden.”

In Moria gelooft niemand dat hun situatie snel verbetert. Hoewel onder meer de EU met honderden miljoenen euro’s ondersteuning biedt aan de Griekse autoriteiten, verandert er aan hun leefcondities niets. Of dat het gevolg is van corruptie, ontmoedigingsbeleid of het onvermogen van een vrijwel failliet land, is ongewis. Onder druk van dreigende sluiting door regionale autoriteiten, zijn de voorbije maanden enkele duizenden vluchtelingen naar het vasteland verplaatst, maar structurele verbetering van de omstandigheden lijkt er niet in te zitten.

Ali (21) uit Syrië woont inmiddels anderhalf jaar op het kamp. Hij laat een stripboek zien. Het bevat zijn nog maar korte levensverhaal. Ali schreef de teksten, een vriend maakte de tekeningen. Zwart-wit. Het stripboek vertelt hoe in de Syrische burgeroorlog 4.000 dorpsgenoten van Ali het leven lieten en hoe hij zelf onder de terreur van IS terechtkwam en drie maanden in een donkere isoleercel doorbracht. Hierbij geen afbeelding; slechts een zwart vierkant. “Ik sterf drie keer per dag”, schrijft hij. “Ik sterf ’s ochtends, ik sterf ’s middags ik sterf ’s avonds.” Ali beschrijft hoe hij in zijn vlucht een veilig heenkomen zocht in Europa en op de dag van het Suikerfeest voet aan wal zette op Lesbos. “Het was een bijzondere dag, maar vooral een slechte dag. In Moria ben ik opnieuw in de gevangenis terechtgekomen.” In de stromende regen vertelt hij erover, op een bankje onder een olijfboom. Zijn mond lacht. Zijn ogen niet. “Nee, ik heb geen hoop.”

Dit artikel verscheen op 7 december tevens in De Nieuwe Koers.

Ademhalingsoefeningen

Stichting Bootvluchteling is sinds 2015 actief op Lesbos. Aanvankelijk om eerste hulp te verlenen aan bootvluchtelingen op de stranden, tegenwoordig spitst de stichting zich toe op medische zorg, onderwijs en psychosociale hulpverlening in Moria. Samen met andere organisaties voorzien ze onder meer in educatie aan 700 van de ongeveer 2.500 kinderen op het kamp. “De lokalen puilen uit. Voor meer kinderen is geen plek”, zegt Beitske Kooistra, die de psychosociale support coördineert. Er is ook Engelse les voor volwassenen, alfabetiseringsklas, een kleine bibliotheek en er wordt computerles gegeven. “We werken nauw samen met de mensen die hier wonen: zij bepalen het programma, geven lessen en runnen de bibliotheek.”

De psychische nood is hoog in Moria. Veel bewoners kampen met suïcidale gevoelens of verwonden zichzelf. Ook slapeloosheid is een groot probleem, vaak als gevolg van traumatische ervaringen. Om te leren met pijn, stress en angst om te gaan, heeft Stichting Bootvluchteling supportgroepen in het leven geroepen. “Hierin geven we mensen ruimte om te delen waar ze tegenaan lopen. Vervolgens proberen we hen te stimuleren om met positieve coping strategieën te komen”, zegt Kooistra. “We kunnen de food linesniet veranderen, de kleine tentjes ook niet, maar we kunnen hen wel in hun kracht zetten om ermee om te gaan. We doen bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen, die je op elk moment van de dag kunt toepassen om weer rustig te worden.”

Vluchtelingeneiland

De lokale gemeenschap op Lesbos is de voorbije jaren geregeld geprezen om zijn welkome houding ten aanzien van de vluchtelingenstroom. Terwijl er in één week tijd soms meer vluchtelingen op het eiland aankwamen dan hoofdstad Mytilene inwoners telt, stonden veel bewoners paraat aan de stranden. Vissers lieten hun werk liggen om mensen te redden uit de Egeïsche zee. Enkele eilandbewoners werden 2016 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. Het heeft ongetwijfeld z’n wortels in het verleden van Lesbos. De meerderheid van de inwoners stamt af van de 1,2 miljoen Grieks-Orthodoxe vluchtelingen die in de jaren ’20 van de vorige eeuw uit Turkije werden verdreven.

Vluchtelingencentrum Mosaik in het centrum van Mytilene laat de verwevenheid tussen vluchtelingen en lokalen goed zien. Het centrum dat afgelopen zomer werd opgericht door Lesvos Solidarity en Borderline-europe, biedt in samenwerking met andere initiatieven taallessen, juridische bijstand en psychologische zorg, maar ook workshops, kinderopvang en culturele evenementen, vertelt Alice Kleinschmidt, één van de coördinatoren. “Het werkt twee kanten op: vluchtelingen, zoals bijvoorbeeld een kunstenaar uit Eritrea geeft schilderworkshops aan locals, eilandbewoners geven taalles aan vluchtelingen.”

De stichting, die vanuit Nederland onder meer wordt ondersteund door Kerk in Actie, heeft inmiddels meer dan 4.000 vluchtelingen kunnen helpen. Een klein aantal van hen heeft zelfs een vaste baan verworven in het naastgelegen atelier van Safe Passage Bags, waar van reddingsvesten onder meer laptophoezen, etuis en tassen worden gemaakt. “Het is de nalatenschap van de vluchtelingen op dit eiland”, zegt de organisatie. “Elke tas draagt de geschiedenis van een gedwongen reis met zich mee en laat zien waar geweld toe leiden kan. Geen mens verlaat zijn huis, geen mens zet zijn kind op een boot, tenzij de zee veiliger is dan het land.”

Mijn gekozen waardering € -