Erbovenop, omdat je zó veel van ze houdt…

De kinderen zijn altijd tot in de puntjes verzorgd, ze worden overladen met liefde en spullen; elke zuchtje en steuntje wordt serieus genomen; de ouders bemoeien zich met alles wat ze doen. "Erbovenop"- ouders doen zó hun best, dat het bijna een statement lijkt: ik zorg goed voor mijn kinderen. Maar wat doet zoveel goed bedoelde moederzorg met een kind?

Laura (40) en Tom (42) zijn ouders van Tom (10) en Annelize (8). Laura ‘adoreert’ haar kinderen en wil dat het ze aan niets ontbreekt. Ze hebben elk een i-pod, een mobiele telefoon en samen een tablet, want ‘ze moeten ook leren delen’. De kledingkasten puilen uit met merkkleding en ze zitten op gitaarles, paardrijles, voetbal en streetdance. En als de kinderen iets anders willen, dan wordt dat geregeld. Vader Tom vindt het allemaal wat overdreven, hij vindt ook dat Laura de kinderen wat losser moet laten. “Het mag wel een tikje minder”, vindt hij, “Laura bepaalt wat de kinderen aan doen, bemoeit zich met hun spel, appt met ze als ze ergens anders zijn en maakt óveral foto’s van. Ze heeft de kinderen letterlijk continue in het vizier.”

Zoals Laura zijn er velen. We kennen ze allemaal, en misschien ben je er zelf wel eentje? Zo’n moeder die niet weg te slaan is uit het klaslokaal, elke dag weer; die met angst en beven naast het klimrek staat en haar kroost bewapend met helmen en kniebeschermers; die elke en scheet van de kinderen op facebook zet; die met verliefde blik langs de kant staat bij zwemles en hockeytraining; die lijstjes maakt met protocol en regels voor logeerpartijen; die zelfs oma precies vertelt hoe het allemaal moet. Nu is er natuurlijk niets mis met een beetje betrokkenheid. Maar het lijkt wel of ‘goed moederschap’ tegenwoordig synoniem staat voor ‘erbovenop’ zitten. Slaan we met zijn allen niet een beetje door?

Laten we eerst eens kijken hoe het komt dat we zo overdreven doen. Een kleine vergelijking met het verleden, biedt verklaring. Meerdere factoren spelen een rol. We hebben minder kinderen en dus meer tijd en aandacht per kind; we hebben elektrische hulp in de huishouding (stofzuiger, wasmachine, etc) dus huisvrouwen hebben meer tijd, en de werkende vrouw geeft haar zorgtaken uit handen, waardoor ze compenseert met ‘quality time’, échte aandacht, erbovenop. Dit alles draagt bij aan een tijdsgeest waarin onze kinderen geworden zijn tot prinsen en prinsessen. Willem de Jong, docent en trainer op het gebied van gedrag van kinderen, schreef er een boek over: ‘Het Verwende Kind-syndroom. Jongens en meisjes verwaarloosd door verwenning‘, waarin hij ingaat op het hoe en waarom van verwennen en de negatieve gevolgen dat dit kan hebben op het gedrag van kinderen. Ook de Jong benoemt verschillende redenen waarom we zo bovenop onze kinderen zitten. De Jong: ‘Schuldgevoel, compenseren van eigen tekortkomingen of verleden, verafgoding… Maar de grootste factor is angst. Angst dat dingen misgaan, en vooral ook dat kinderen ‘ongemak’ ervaren. We leven in een kind-georienteerde maatschappij, waarin prioriteit gegeven wordt aan de wensen en soms eisen van kinderen. Ouders doen soms met de beste bedoelingen de verkeerde dingen.’

De beste bedoelingen. Die heeft Laura zeker. En angst ook. Ze houdt de touwtjes zo strak in handen omdat ze niet wil dat dingen misgaan. Laura: “Ik wil ervoor zorgen dat de kinderen alle kansen krijgen die ze verdienen. Ik wil ze behoeden voor verdriet en teleurstellingen en ik wil dat ze zich veilig, beschermd en geliefd voelen. Dat is mijn taak als moeder. Ik wil dat mijn kinderen zolang mogelijk genieten van een onbezorgde jeugd. Het volwassen leven is tenslotte al moeilijk genoeg.”

Dat brengt ons bij een belangrijk punt. Want het hogere doel van kinderen opvoeden is toch juist om ze klaar te maken voor dat ‘moeilijke’ volwassen leven, straks als ze groot zijn? Je kunt je afvragen in hoeverre een onbezorgde jeugd waarin kinderen worden overladen met aandacht, alles krijgen wat hun hartje begeert en alle risico’s – voor zover mogelijk- worden vermeden, ze klaarmaakt voor die volwassenheid. Welk effect heeft zo’n extreem ‘onbezorgde jeugd’ op de ontwikkeling van het kind? Maken we ze wel weerbaar genoeg?

Gedragstrainer Willem de Jong denkt van niet. Hij noemt het ‘affectieve verwenning’, die overdaad aan liefde, positieve aandacht en affectie voor kinderen. De Jong: “Natuurlijk ben je als ouder verplicht om als advocaat op te treden als je kinderen belemmeringen ondervinden of extra kwetsbaar zijn. Maar het is heel belangrijk dat kinderen leren omgaan met teleurstellingen en frustraties. Als je dat niet leert als kind, krijg je het daar later extra moeilijk mee. En je leert het alleen door het aan den lijve te ondervinden in de praktijk. Ouders zouden moeten leren soms aan de zijlijn te blijven staan met de handen op de rug. Niet ingrijpen, niet mee bemoeien. De meeste kinderen zijn van nature heel veerkrachtig en kunnen veel zelf oplossen. Laat kinderen hun eigen boontjes doppen en laat ze eventueel op hun eigen blaren zitten, wanneer ze iets misdaan hebben. Wil je je kinderen weerbaar maken voor het volwassen leven, ga dan vooral niet als een ‘rescue helikopter’ aan de slag.”

Kinderen die in de watten worden gelegd met aandacht en weinig teleurstellingen te verwerken krijgen, verwachten straks in hun volwassen leven ook dat die ‘rescue helikopter‘ ze zal komen redden. Terwijl ze tegen die tijd juist geleerd zouden moeten hebben hoe ze zichzelf moeten redden. Natuurlijk gooi je kinderen niet zomaar voor de leeuwen. Maar als je de focus verlegt van ‘beschermen’ naar ‘weerbaar’ maken, voel je vanzelf het verschil. Beschermen doe je bij een baby, die kan immers nog niks. Maar als je blijft hangen in die babyfase, onderschat je je kind en dat maakt hem of haar eerder onzeker en angstig, dan zelfstandig en sterk. Door je kinderen voor alles te willen beschermen, geef je als het ware je eigen angst aan ze door.

Willem de Jong: “Als je onzeker bent over wat je kind kan, verdiep je dan wat meer in de ontwikkelingsfases van kinderen zodat je weet wat je in grote lijnen, wanneer kunt verwachten en hoe je ze daarin kunt stimuleren. Kinderen moeten voorbereid worden op een zelfstandige, gezonde en volwassen rol in de maatschappij. Als ouders kun je daar niet vroeg genoeg aan beginnen. Geef je kind waar mogelijk vertrouwen. Leer ze oplossingsstrategieën aan, laat ze experimenteren en laat ze af en toe mislukken, daar leren ze van. Geef ze in toenemende mate verantwoordelijkheden en stap uit de ‘paniek-pamper-infantiliseer modus’. Anders loop je het risico dat kinderen bij het minste of geringste in paniek raken en wachten op de beschermengel die ze komt steunen. Maar wat als de beschermengel even niet aanwezig is?”

Tja, dan zit je als kind dus met de gebakken peren. Want als je gewend bent aan een immer wakende, beschermende en probleem oplossende moeder, is de kans groot dat je eigen zelfredzaamheid en zelfstandigheid niet optimaal gestimuleerd wordt. En wat zijn dan de gevolgen voor jou als kind? Willem de Jong: “Overdreven betrokken ouderschap kan leiden tot onzekere, angstige kinderen met een mager ontwikkeld zelfbeeld. Ze kunnen isolement binnen de groep ervaren, vanwege onzeker, angstig gedrag of juist vanwege veeleisend, verwende gedrag. Een voorbeeld van over-betrokken ouderschap is de moeder die bij het minste of geringste op de stoep van de school staat om ‘misstanden’ uit de weg te ruimen. Hoe goed bedoeld ook – ze wil haar kind immers beschermen – ze ontneemt hem of haar juist de kans om te oefenen met communicatie-, relatie- en oplossingsvaardigheden in de veilige omgeving van school.”

 Even terug naar Laura. Zij belde vorige week nog met de moeder van een vriendinnetje van haar dochter om een ruzie tussen de meisjes uit te spreken. Oeps! Dat had ze dus beter niet kunnen doen. Ook onderlinge ruzietjes en gedoe met de docent, zijn belangrijke leermomenten voor kinderen. Je kunt er wel met ze over praten en ze helpen in het proces, maar als je het voor ze doet, leren ze het zelf niet. En ook al snappen we haar motivatie – we willen allemaal graag dat onze kinderen gelukkig zijn- vader Tom heeft een punt. het mag wel een tikje minder. De kinderen een beetje losser laten, komt hen alleen maar ten goede. En Laura uiteindelijk ook, want de hele tijd alles wat er gebeurt met en rondom de kinderen onder controle willen houden, is een vermoeiende aangelegenheid. Hoe kan ze de teugels wat laten vieren, zonder heel angstig te worden of het gevoel te krijgen geen goede moeder te zijn?

Willem de Jong: “Als ouders ben je vanaf dag één bezig met het zelfstandig maken en los laten van je kind, ook al willen ze dat de eerste paar jaar helemaal niet horen. Sta daar met enige regelmaat bij stil en bespreek dat met elkaar. Verdiep je in de ontwikkelingsfases van kinderen. Bespreek je vragen en zorgen met familie en vrienden. Daar lijkt nog een taboe op te rusten… de schone schijn ophouden, het perfecte gezin of plaatje willen zijn. Terwijl de missers erbij horen! Een schaafwond, pleisters een botbreukje: geen paniek. Door te vallen, kun je oefenen met opstaan en verder gaan. Waardeer en benoem de inspanningen van je kinderen, en hun sociale houding naar anderen. Complimenteer ze voor hun doorzettingsvermogen en/of werk daar aan met ze. Op die manier werk je als ouder op een constructieve manier aan het weerstandsvermogen van je kinderen.”

Constructief bijdragen aan de weerbaarheid van je kind. Dat klinkt beter dan ze overal voor willen beschermen uit angst. De controle een beetje laten vieren is goed voor alle partijen. Moeder wordt er relaxter, vader wilde het al zo, en voor de kinderen is het alleen maar goed. Want hoe meer je er bovenop ze zit, hoe harder ze zullen roepen ‘laat me nou!’. Dat is een logische wisselwerking: hoe harder je iets vastpakt, hoe meer het los wil.

Goed om je te realiseren is verder dat er niet iets bestaat als het ‘perfect doen’ als ouder. Opvoeden blijft, net als het hele volwassen leven, een proces van vallen en opstaan, van fouten maken, nieuwe inzichten opdoen, bijstellen en doorgaan. Dat we onze kinderen willen beschermen is een natuurlijk gegeven. Kijk maar naar andere moeders in de natuur. Maar als je goed kijkt zie je ook dat zij niet overdrijven. Een moederpoes overlaadt haar jongen met zorg en aandacht, gaat zonder pardon ook in haar eentje de hort op als ze daar zin in heeft en laat haar kittens de wereld zelf ontdekken. Of kijk naar vogels, die werken zich een ongeluk voor hun kuikens, maar duwen ook zonder pardon het nest uit als het tijd is om te leren vliegen.

De moraal van dit verhaal? We brengen ons kroost groot met één belangrijk doel: ze klaar te maken om zelfstandig de grote wijde wereld in te gaan. Bovenop ze zitten, ze alles geven wat ze willen en ze beschermen voor alles wat mis kan gaan, staat loodrecht op dat natuurlijke proces. Ons advies? Help ze bij het vallen en opstaan. Geef ze een pleister en een kus als het mis gaat. Leer ze hoe ze het anders of beter kunnen doen. Maar onderdruk de neiging er bovenop te gaan zitten. Het werkt averechts en komt je kinderen niet ten goede. Laura is overtuigd en gaat het proberen. Haar nieuwste mantra en affirmatie op het gebied van opvoeden: loslaten is vasthouden, loslaten is vasthouden, loslaten is vasthouden.

CHECKLIST!

Zit jij er bovenop?

Een aantal eigenschappen van kinderen met ‘erbovenop’- ouders.

Het kind:

-vindt dat het ‘recht’ heeft op van alles en nog wat

-verwacht dat anderen dingen voor hem/haar doet

-heeft lage tolerantie voor ongemak: gaat zeuren/gillen bij frustratie, teleurstelling of vertraging.

-reageert met woede uitbarstingen op ‘nee’

-kan slecht omgaan met negatieve ervaringen

-is erg op zichzelf gefocust (kind is centre of the universe)

-geeft snel anderen de schuld van dingen

-is weinig empatisch (niet bewust van de invloed van eigen gedrag op anderen)

-heeft moeite met spijt of schuld voelen

-eist veel aandacht op

-heeft moeite zich aan te passen aan situaties buiten het gezin (zoals op school)

-is chronisch ongelukkig, verdrietig, boos, angstig en/of emotioneel labiel

-heeft vaak een slecht zelfbeeld (onzeker)

(bron: Garant 2013: The Pampered Child: Negative effects of overindulgence, Willem de Jong)

Zo geef je kinderen wat meer ruimte:

-Wees niet overdreven bang dat je kind iets overkomt!

-Je geeft je angst door aan je kind en maakt zo een angsthaas van hem/haar.

-Laat je kind zelfstandig huiswerk maken.

-Hoe meer jij doet, hoe minder je kind leert.

-Stap niet voor elk wisse wasje naar de docent.

-Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die veel bij school aankloppen, minder goede resultaten behalen!

-Wees geen bediende voor kind.

-Zelf een boterham smeren helpt kinderen om zelfstandig te worden.

(bron: Charlotte Alter in Time Magazine)

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11