Barack Obama 'waardeert' het dat veel landen 'oorlogsmoe' zijn en zich na militaire optredens in Irak en Afghanistan niet weer in een chaotisch conflict willen storten . Maar dat hij nauwelijks backing vanuit Europa lijkt te krijgen voor een mogelijke interventie in Syrië doet hem geen plezier.
En dus gingen en gaan Obama en zijn buitenlandse minister John Kerry lobbyen. Komende donderdag, vrijdag en zaterdag zal er zowel op de G20-top in Sint Petersburg als bij een bijeenkomst van EU-ministers in de Litouwse hoofdstad Vilnius flink politiek worden bedreven. Vooral de assistentie van Centraal- en Oost-Europese landen, Rusland uiteraard uitgesloten, is namelijk gewild.
Vorige week werden de leiders van Estland, Letland en Litouwen met veel égards ontvangen in het Witte Huis. Estland lijkt vooralsnog het enige land in Centraal- en Oost-Europa te zijn dat de Amerikaanse president actief wil steunen. Verder overweegt alleen Slowakije om de Verenigde Staten bij te staan.
En dat terwijl landen als Polen, Tsjechië en Oekraïne George W. Bush in 2001 nog steunden met zijn 'coalitie van welwilligen'. Maar die tijden zijn voorbij. In sommige landen is zelfs een veroordeling van de misdaden van het Syrische regime – een minimale wens van de Amerikanen – nog geen vanzelfsprekendheid.
Het hele artikel lezen? Neem dan nu een abonnement op Geert Jan Hahn.