Gemiste kans: geen Feyenoord-huldiging op het Afrikaanderplein

Vanwege verbouwingen aan de Coolsingel is daar geen huldiging van bekerwinnaar Feyenoord. Die is nu in de Kuip en dat is jammer. Er lag een gouden kans om op het Afrikaanderplein de gouden dennenappel te tonen, op het plein dat symbool is van de volkse achterban van Feyenoord – van vroeger, nu én de toekomst.

De Rotterdamse drie-eenheid bestaat uit Feyenoord, Coolsingel en huldiging. We zagen het vorig jaar nog tijdens de vreugde-explosie na de eerste landstitel voor Feyenoord in achttien jaar. “Fantastisch,” sprak burgemeester Aboutaleb de ploeg toe, “en dank je wel voor dat mooie cadeau voor de stad Rotterdam. Bij dezen lever ik jullie het stadhuis aan jullie over.” Coach Giovanni van Bronckhorst kreeg nog dezelfde maand een standbeeld. De stemming was vergelijkbaar met die van Mozes aan het einde van de veertigjarige zwerftocht door de woestijn.

Coolsingel zónder Feyenoord

Zo vanzelfsprekend is de historische band tussen Feyenoord en de Coolsingel niet, want de club was zeker niet de eerste met zo’n eerbetoon op die plek, en al helemaal niet de enige. De oudste melding van een sportieve huldiging op de Coolsingel is van 1921, toen de Franse bokser Georges Carpentier er massaal werd onthaald door zijn supporters. ‘Op den Coolsingel was het een ware zegetocht,’ schreef dagblad Voorwaarts op 10 april 1921. ‘Het beklimmen van en hangen aan de in meerijdende auto’s herinnerde aan de wijze waarop de Elzassers de Fransche militaire auto’s ontvingen in November 1918. De Fransche sportman heeft hier een intocht genoten, zooals aan weinigen ten deel viel en ten deel zal vallen. Sport geeft blijkbaar een aangename en gemakkelijke beroemdheid.’

En er zijn veel meer sportfeesten zónder Feyenoord geweest op de Coolsingel. De nationale wielerploeg van 1924 bijvoorbeeld kreeg er een feestelijke ontvangst na het winnen van een gouden medaille op de Olympische Spelen in Parijs. De renners kregen een rondrit door de stad aangeboden, met een juichende massa op de Coolsingel. Een paar maanden later gebeurde dat opnieuw, maar dan met de olympische ruiterploeg die eveneens goud had gewonnen. In 1936 was er weer een spontane huldiging op de Coolsingel voor het Nederlands voetbalelftal na een zege op Frankrijk. En zelfs Sparta passeerde het stadhuis na het winnen van de landstitel van 1959.

1924: Feyenoord op de Coolsingel

De eerste keer dat Feyenoord de Coolsingel aandeed tijdens een huldiging was in 1924, na het winnen van de eerste landstitel in zijn bestaan. In die tijd was het nog gebruikelijk om dat te doen met een rondrit door de stad aan beide kanten van de Maas.

Die landstitel werd gewonnen in het Pinksterweekend van 8 en 9 juni, aan het einde van de zogenaamde kampioenscompetitie met de vijf regionale kampioenen van Nederland. Behalve Feyenoord waren dat Stormvogels, N.A.C., Enschede en Be Quick. In dit beslissende weekend speelde Feyenoord twee wedstrijden: eerst in Enschede en daarna in het eigen stadion. Het kampioenschap werd definitief behaald na een 3-1 thuiszege op het Groningse Be Quick. ‘De vreugde-uitbarsting van het duizendkoppige publiek is koddig om aan te zien,’ vond de verslaggever van Het Nieuwsblad van het Noorden.

Deze Rotterdamse feestvreugde overrompelde de plaatselijke autoriteiten volkomen, merkte De Haagsche Courant op: ‘Ter zijde van den stoet, die haar triomfale intocht deed op Rotterdam’s boulevard, van de lange reeks auto’s met rood-witte vlaggen gesierd en met kransen op de motorkappen, was geen enkele politieman te ontwaren. Het stond de duizenden enthousiasten vrij op de treeplanken en op de spatborden te klauteren en aan de kappen der auto’s te gaan hangen, waardoor het voorttrekken bemoeilijkt werd.’

De huldiging van 1924 was voor Rotterdam meteen het begin van een nieuw tijdperk, want Feyenoord nam toen de fakkel over van Sparta, tot dat moment de beste club van Rotterdam met reeds vijf landstitels. Deze sportieve revolutie trok diepe sporen in de stedelijke samenleving. Sparta – van de noordzijde van de rivier – behoort tot de oudste voetbalclubs uit Nederland, opgericht in de tijd dat deze sport nog een elitaire bezigheid was. Feyenoord – van de andere zijde van de rivier – is vooral een volksclub met leden uit verschillende lagen van de samenleving – van fabrieksarbeiders tot havenbaronnen.

Deze huldiging van 1924 is daarom niet alleen een mijlpaal voor Feyenoord als de beste voetbalclub van Rotterdam, maar ook een mijlpaal voor het complete Nederlandse voetbal. Net in die tijd veranderde het voetbal van een elitesport in een volkssport – de grootste sociale revolutie die deze sport ooit heeft meegemaakt. In de Bosatlas van het Nederlandse voetbal heb ik dit vastgelegd in het openingshoofdstuk.

Vóór de Eerste Wereldoorlog was voetbal een elitaire bezigheid die vooral in de grote steden in het westen van het land werd beoefend. Ná de Eerste Wereldoorlog werd voetbal een volkssport, die doordrong tot in de verste uithoeken van het land, zowel sociaal als geografisch. Kort samengevat: Sparta is de club van vóór die revolutie; Feyenoord de club van erna. En zo was er een parallel tussen de doorbraak van Feyenoord als de beste voetbalclub van Rotterdam en de doorbraak van Feyenoord als volksclub.

1970: Feyenoord op de Coolsingel

Vanaf die eerste landstitel in 1924 werd Feyenoord steeds belangrijker voor Rotterdam met de Europa Cup 1 van 1970 als onbetwist hoogtepunt. Een jaar eerder was Ajax al de eerste Nederlandse club geweest, die deze finale speelde, maar de Amsterdammers verloren toen nog van het Italiaanse AC Milan. Feyenoord, zo is verankerd in ons collectieve geheugen, was de eerste Nederlandse voetbalclub die de belangrijkste voetbalprijs van de wereld won, na winst op het Schotse Celtic FC .

Het daaropvolgende feest op de Coolsingel is een mijlpaal als het begin van Nederland als toonaangevend voetballand. Meer dan honderdduizend mensen – er wordt zelfs over het dubbele aantal gesproken – juichten de Feyenoorders toe. Het is ook door deze huldiging dat er tot in onze tijd de automatische koppeling wordt gemaakt tussen Feyenoord-feestjes en de Coolsingel; dat de Rotterdamse burgemeester letterlijk het stadhuis overdraagt aan de kampioensploeg. Als Feyenoord wint, trekken de burgerlijke autoriteiten zich vol overtuiging terug voor de voetballende volkshelden.

Dat het feest van 1970 een breekpunt is, kunnen we bijna een halve eeuw later makkelijk herleiden. Een jaar eerder waren de Feyenoord-spelers namelijk ook al op de Coolsingel, maar het verschil met 1970 kon niet groter zijn. De club had de landstitel van 1969 gewonnen en daarom ontving burgemeester Thomassen de spelers op 29 mei in de burgerzaal van het stadhuis. Terwijl de bruiloftsparen ongestoord naar binnen en buiten liepen sprak hij de spelers toe en overhandigde ze een badhanddoek met het clublogo. “Dat Feyenoord nog maar vele keren in de burgerzaal mag verschijnen,” riep de burgemeester opeens uit, tot grote schrik van de bruidsparen. Daarna duwde de ambtsvader de spelers naar het balkon om zich te laten toejuichen door enkele honderden supporters.

Het staat er echt: enkele honderden supporters.

In die twaalf maanden tussen die twee huldigingen was er heel veel veranderd. In 1969 herbevestigde Feyenoord op de Coolsingel zijn status als de beste voetbalclub van Rotterdam, waarvoor enkele honderden mensen de moeite hadden genomen om met een vlaggetje te zwaaien. Precies een jaar later won Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1, wat uitliep op een nationale gebeurtenis. In 1969 waren de spelers van Feyenoord de helden van Rotterdam; in 1970 waren de spelers van Feyenoord de helden van Nederland.

Iets vergelijkbaars gebeurde in die jaren in Amsterdam met Ajax. Aanvankelijk was Ajax één van de vele Amsterdamse voetbalclubs met een sterke wijkgebondenheid in Amsterdam-Oost. Andere belangrijke clubs waren De Volkewijckers uit Noord, Blauw Wit uit de Kinkerbuurt en DWS uit de Spaarndammerbuurt. Het was heel lang helemaal niet vanzelfsprekend om als Amsterdammer ook supporter te zijn van Ajax – integendeel. Na de eerste grote successen in de jaren twintig en dertig werd Ajax steeds meer de toonaangevende club van Amsterdam, waarbij het met elke nieuwe landstitel deze status herbevestigde. In meer dan honderd jaar is het alleen De Volewijckers en DWS gelukt om deze positie te doorbreken met de landstitels van respectievelijk 1944 en 1964. Zo ook in Rotterdam, waar naast Feyenoord alleen Sparta in bijna honderd jaar nog één keer de landstitel heeft gewonnen, in 1959. Als dank mocht de Spartanen toen ook naar de Coolsingel, zagen we eerder al.

De spelers van Ajax werden de helden van Amsterdam, zoals de spelers van Feyenoord de helden werden van Rotterdam. Omdat beide clubs in die tijd ook ongekende internationale successen boekten, werden ze daarnaast ook nog eens de helden van Nederland, ook buiten hun eigen directe omgeving. De sportieve rivaliteit tussen deze twee clubs overstijgt daarmee de onderlinge rivaliteit tussen Amsterdam en Rotterdam. Het is een nationale affaire, in tegenstelling tot streekgebonden twisten als die tussen Vitesse en N.E.C. of tussen FC Twente en Heracles. Leuk voor de mensen die daar wonen, maar we openen er niet het Journaal mee – in ieder geval niet de nationale editie.

In dezelfde tijd dat Nederland zich ontpopte als voetbalwereldmacht werd de Coolsingel de exclusieve plek voor de huldigingen van Feyenoord. De club zelf moest daar overigens nog wel aan wennen, bleek in 1974 na het winnen van de landstitel. Feyenoord-trainer Wiel Coerver keek vanaf het balkon van het stadhuis in ieder geval wat verbaasd rond: “Na alle successen van de vorige jaren had ik gedacht dat de Rotterdammers voor dit kampioenschap niet zo warm meer zouden lopen, maar daarin heb ik me lelijk vergist.”

Vanaf toen was het echter voor altijd duidelijk: wie aan huldigingen van Feyenoord dacht, zag de Coolsingel voor zich – in de jaren tachtig en negentig helaas vaak met een geweldsuitbarsting erbij. De Rotterdamse drie-eenheid bestaat sindsdien uit Feyenoord, Coolsingel en huldiging.

2018: Feyenoord niet op de Coolsingel

Vanwege werkzaamheden kan de huldiging van Feyenoord op de Coolsingel dit keer niet doorgaan. Ook in 2002 werd deze plek wegens omstandigheden gemeden, ondanks de winst in de UEFA Cup. Pim Fortuyn was twee dagen eerder vermoord, waarmee de spanning in Rotterdam was te snijden. Daarom was er meteen na de wedstrijd in de Kuip zelf de huldiging, zoals die dit jaar op de maandag zal zijn – een dag na de finale.

Gelukkig is de situatie nu anders dan in 2002, maar toch is het jammer dat Feyenoord heeft gekozen voor de Kuip en niet voor het nabijgelegen Afrikaanderplein. Het was een gouden kans om juist daar de gouden dennenappel aan de eigen supporters te tonen. Om te beginnen is dit plein de wieg van Feyenoord, waar de club de eerste tien jaar van zijn bestaan heeft gespeeld. Sterker nog, op het Afrikaanderplein wemelde het zo’n honderd jaar geleden van de voetbalclubs, die in de meeste gevallen bij het avondeten alweer waren opgeheven. Het Rotterdamse voetbal heeft veel aan deze plek te danken, waar duizenden mensen kennis hebben gemaakt met deze sport – als speler of als toeschouwer. De basis voor Rotterdam als belangrijke voetbalstad werd hier voor een groot deel gelegd.

Het Afrikaanderplein is niet alleen maar geschiedenis voor Feyenoord, ontdekte de club heel pijnlijk in dat vreselijke jubileumjaar 2008, het jaar van het eeuwfeest. De club – ook mijn club – kwam in een levensbedreigende crisis terecht. Het waanidee dat een kampioenschap te koop is als kroon op het honderdjarige bestaan werd een nachtmerrie voor elke Feyenoord-supporter.

Nóg erger bleek de verbroken band tussen de club en haar natuurlijke achterban op het Afrikaanderplein, de plek waar Feyenoord dus begon. In dat gruwelijke jubileumjaar zagen de clubbestuurders opeens dat de voetballende jongeren op dat plein vooral shirts droegen van Galatasary en Fenerbahçe, van clubs enkele duizenden kilometers daarvandaan. Deze pleinvoetballers hadden geen flauw idee wat zich in dat grote stadion op het Van Zandvlietplein afspeelde, enkele kilometers daarvandaan. Feyenoord? Nooit van gehoord.

Door de visieloze kampioenshonger van 2008 was de club verder verwijderd van zichzelf dan ooit, maar gelukkig lag in dat besef tevens de ommekeer. Feyenoord startte met projecten om de mensen uit hun eigen buurt weer te bereiken. Niet om te zeggen dat niemand meer met shirts van Galatasary en Fenerbahçe mocht lopen, want dat moet iedereen zelf weten, vooral vanwege hun eigen achtergrond. De boodschap was juist dat naast die clubs uit Turkije of Marokko (en nog heel veel andere landen die ik zo snel niet weet) er ook een club als Feyenoord was – nota bene maar een paar kilometer verderop. En ook daar kan je supporter van zijn, naast de al geliefde club in Turkije of Marokko (en nog heel veel andere landen die ik zo snel niet weet).

Dat maakte de terugkomst van Dirk Kuijt naar Feyenoord extra mooi: hij is zowel geslaagd in Turkije als in Nederland. Kuijt is het levende bewijs voor de voetballers op het Afrikaanderplein dat een carrière kan beginnen in de Kuip als opstap voor het kampioenschap van Turkije. In beide landen kan een voetballer landskampioen worden. (Robin van Persie liet in Turkije dan weer een beetje het tegendeel zien, maar goed. Er wonen vast ook Engelsen rond het Afrikaanderplein.)

Het Afrikaanderplein is daarmee het symbool van de volkse achterban van Feyenoord – zowel begin vorige eeuw als nu. Precies daarom had Feyenoord op dat plein de huldiging moeten vieren als bekerwinnaar van 2018 als voorbeeld voor de supporters van het verleden, het heden en de verre toekomst.

Feyenoord is het Afrikaanderplein, het Afrikaanderplein is Feyenoord.

Mijn gekozen waardering € -

Sporthistoricus. Auteur van de Bosatlas van het Nederlandse voetbal. De enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.