Graag een coronavirus voor de telefoon

Media, ouders en opiniemakers hebben de mond vol over privacyschending door Big Tech, maar die weegt niet op tegen de enorme omvang van de zelfschending van de persoonlijke levenssfeer met de voortdurende aandacht voor apps op het beeldscherm. Het is net als met het klimaat: Shell en de boeren zijn de boosdoeners, niet wij met ons overdadige consumptiepatroon.

Als in 2022 fysieke ontmoetingen vaker mogelijk worden, staan we voor de opgave: raken we af van de verslaving aan het telefoonscherm? Oftewel: hoe kunnen we diepe aandacht laten domineren over die dagelijks 500 tot duizenden vluchtige contacten en fragmenten die nu de aandacht opeisen?

Afgelopen jaar kwam er niet van, integendeel; corona maakte ons nog afhankelijker van digitale verbindingen dan we al waren. Het is een moeilijke kwestie, omdat de verslaving zo ver is gevorderd dat weinigen het voortouw durven nemen in het verzet ertegen

Bijvoorbeeld op een middelbare school voorstellen dat leerlingen drastisch minder hun telefoon gaan gebruiken, stuit op de verslaving van hun ouders en vaak ook docenten. Verslaving van volwassenen gaan hebben een negatieve invloed op kinderen

Geen remedie tegen corona-eenzaamheid

Gebruikers – toepasselijke term – opperen dat telefoongebruik noodzakelijk is voor de studie en de organisatie van het dagelijks leven. Dat mag zo zijn, maar ondertussen eisen vooral de filmpjes van TikTok en de grotendeels zinloze boodschappen van Insta, WhatApp, Twitter en Snapchat  de aandacht op, en bij ouderen de nimmer aflatende stroom e-mail.

Alleen met slapen is er nog rust, maar zelfs dat niet, want dan is er een horloge met app om de slaap te meten; een vrij zinloze bezigheid tenzij die dromen in videobeelden zou kunnen registreren en na verloop van tijd met behulp van big data ook verklaren. (Ofschoon het niet-willen-weten misschien ook hiervoor beter is; onwetendheid, en vooral het bekennen ervan, is een belangrijk wapen tegen de stortvloed aan meningen.)

Kunnen hackers dit jaar hun krachten zetten op een coronavirus voor de telefoon? En dat dit digitale virus, in tegenstelling tot het fysieke Covid-19 virus (debat op Wikipedia valt nog mee) niet ouderen maar vooral jongeren treft; dat ze nog slechts beperkt de dataverbinding en verslavende apps kunnen gebruiken?

Afgelopen twee jaar is afdoende gebleken dat de telefoon geen afdoende soelaas bood tegen de eenzaamheid van lockdowns. Er waren voordelen: zo kon je video-overleg niet alleen inzetten voor vervanging van de fysieke ontmoeting, maar ook voor contact met degenen met wie je niet zo snel een afspraak zou maken vanwege tijdgebrek of reisafstand. Maar de alarmsignalen over somber- en eenzaamheid onder tieners en studenten waren er niet geweest als de telefoon zo’n voortreffelijk middel voor sociaal contact zou zijn.

Dag later alles vergeten

Dat telefoongebruik niet als ernstige verslaving wordt aangemerkt is louter het gevolg van de massaliteit: de meerderheid van de bevolking lijdt eraan, en ontkent dat tegelijkertijd. Zelfs van de jongeren beschouwt maar 33 procent zich verslaafd.

Vraag voor de grap eens aan zo’n verslaafde: wat herinner je je aan digitale indrukken en contacten van de dag ervoor? En waren het er 500, of 1000, of 2000? Geen benul, en geen herinnering.

Er is heel veel voorlichting over de verslaving en manieren om ervan af te komen, mocht dat digitale coronavirus er niet komen. NPO Kennis heeft er een eenvoudige uitleg over. En binnenkort komt Tegenlicht van de Vpro met een programma op tv.

Maar de beste remedie tegen een verslaving is een afleiding die meer genoegen biedt dan koekeloeren naar, en tikken op het scherm. Zo is samen televisie kijken – zonder telefoons – in veel huishoudens ineens weer een heerlijke sociale bezigheid geworden. Ja, dan loop je weer tegen ‘bingewatchen’ en de Netflix-veslaving aan; ik weet het, het is altijd wat.

Afleiding van de afleiding zoeken

Dit is eigenlijk een pleidooi voor de terugkeer naar, of dominantie van diepe aandacht. Een vriend van me schrijft dagelijks een brief, met pen. Als vanzelf bekoort hem dat meer dan de schermen die, dientengevolge, hem niet in zijn macht hebben in het dagelijks leven. Ook sociale activiteiten kunnen die diepe aandacht vragen die nodig is om de telefoon urenlang te negeren.

Laat ik de bal zelf even terugkaatsen: de telefoon is vooral nodig om te bellen, en vaak klagen mensen over m’n onbereikbaarheid. Maar de eigen verslaving aan het grote scherm, dat van de ouderwetse Windows-pc en vooral mail is evenmin gering. In 2021 verstuurde ik 7.000 mails, vaak voor werk maar ook veel onnodige boodschappen die bij de ander aandacht opeisen.

De verslaving aan vluchtigheid, en dat is de precieze duiding, is te verdrijven met diepe aandacht. Zo ben ik weer lid geworden van de bibliotheek, en zeg het abonnement op van twee van de vier kranten; waaronder met plezier die op de Volkskrant waar de slechte journalistiek – ook van columnisten die liever oordelen dan onderzoeken – die van de minderheid van goede journalisten helaas is gaan overheersen.

Verzin gewoon nieuwe dingen in je leven voor 2022 die aandacht vereisen: een ouderwets potje voetbal spelen, wandelingen en treinreizen met vrienden, tekenen, zangles, door de natuur banjeren en naar de wolken staren; gesprekken aanknopen met volkomen vreemden die je misschien nooit meer zult zien; correspondentie beginnen met een oude kennis; achter een rolstoel lopen en babbelen; met aandacht naar muziek luisteren – zoals vroeger naar een nieuwe LP.

Er is zoveel moois te doen in plaats van die duizenden verloren uren aan het telefoonscherm, ook voor kinderen. Van diepe aandacht word je gelukkiger dan van vluchtige contacten.

Ach, de worsteling, voor iedereen anders, succes ermee!

*) Photo by Gian Cescon on Unsplash

 

Mijn gekozen waardering € -

Peter Olsthoorn schreef boeken over internet, Google en The Power of Facebook,Πartikelen over ICT, media (internet vooral), inlichtingendiensten en innovatie. Hij spreekt over deze onderwerpen, treedt op als dagvoorzitter en interviewer op het podium. Was journalist in Oost-Europa, correspondent en oprichter van netkwesties.nl.