Haatmama

Miloe van Beek had zichzelf beloofd dat ze geen truttige moeder zou worden. In plaats daarvan werd ze een zuchtende, mopperende ploetermoeder. Tot ze eindelijk in de spiegel keek en zichzelf zag in plaats van haar lastige zoon.

Voor ik zwanger raakte van mijn nu zesjarige zoon was ik wekelijks te vinden aan de bar van een of andere kroeg. Met een biertje in de ene en een sigaret in de andere hand, gaf ik – in willekeurige volgorde – mijn visie op de politiek, de wereld, het armoedevraagstuk en het moederschap. Een kind moest in mijn leven passen, riep ik dan vol bravoure, in plaats van andersom. Al die ouders van tegenwoordig waren veel te soft, de kinderen te verwend. Toen ik jong was kreeg ik drie wokkels in een koffiefilter. Nu jengelen peuters om nog een stuk boerenbrie van de kaasjuwelier. Nee, ik zou het echt helemaal anders doen.

Hij huilde. Veel. Lang. Intens. Dat irriteerde me. Gaf me stress

En dus lag ik in het kraambed met mijn telefoon aan mijn oor en een laptop voor mijn neus, ondertussen proberend een borst in het mondje van mijn 24 uur oude baby te proppen. Want ik was dan wel moeder geworden, maar mijn leven ging gewoon door. Ik had mezelf immers beloofd dat ik niet zo’n truttig geval zou worden dat alleen nog maar leefde voor haar baby.

Al snel liet mijn zoon merken niet bereid te zijn mee te gaan in mijn overvolle bestaan. Hij huilde. Veel. Lang. Intens. Dat irriteerde me. Gaf me stress. En zorgde ervoor dat ik mijn oude leven niet op kon pakken. Verjaardagen, bezoek van vrienden, winkelen, werken, met constant gekrijs op de achtergrond is er weinig aan.

Haatmama

De heftige, snel gefrustreerde baby transformeerde in een peuterpuber die van de ene driftbui in de andere rolde. De ontploffingen werden steeds heftiger, langer en intenser. Eenmaal kleuter vertelde hij me regelmatig wat hij van me vond. Vaak was dat iets in de trant van ‘haatmama’, afgewisseld met ‘de stomste mama van de wereld’.

Sommige kinderen plooien zich inderdaad naar het leven van hun ouders, weet ik nu. Hobbelen er probleemloos achteraan. Mijn zoon niet. Het kostte me zes jaar, heel veel opvoedboeken, een opvoedcoach en een therapieweek in Zuid-Frankrijk om mijn eigen blinde vlekken te kunnen zien. Zijn temperamentvolle gedrag was eigenlijk één grote vraag om aandacht. Echte aandacht. Unieke aandacht. Om gezien te worden. Hij wilde geen moeder die constant haar email checkte omdat ze geen opdracht wilde missen. Eindeloos zat te appen om haar sociale leven in tact te houden. Haar kind ondersteboven in de touwen fotografeerde om Facebooklikes te verzamelen. Ik vond vaak andere dingen belangrijker. Dingen waar ik voor werd betaald. Die waardering opleverden. Status. Aandacht. Dingen die het moederschap me niet boden.

Ik luister naar ze. Mopper niet meer. Nou ja, ik mopper minder. Ik fungeer als klimrek

Mijn zoon hield me een spiegel voor. Toen ik daar eindelijk in keek, zag ik mezelf, in plaats van zijn lastige, drukke gedrag. Sindsdien zucht en zeur ik veel minder. En geniet me suf. Ik laat mezelf begraven in de zandbak. Ga met mijn kinderen in een bad vol schuim en word niet boos als de vloer kleddernat is. Ik luister naar ze. Mopper niet meer. Nou ja, ik mopper minder. Ik fungeer als klimrek. Ik geef geen antwoorden meer, maar stel ze vragen. Ik wil weten hoe zij de wereld zien. Ik heb de slappe lach met ze. En wat blijkt: ik vind het heerlijk om moeder te zijn.

Tegen alle ploeterende moeders zou ik willen zeggen: ga uit eten. Naar de film. Drink wijn. Boek een weekend weg. Werk. Sport. Doe aan yoga. En wees vol overgave moeder. Ik heb nog steeds mijn eigen leven. En wat blijkt? Het gaat prima samen. Mits ik het niet allemaal tegelijk wil doen.

Ik hou van jou in een rondje. Want dat gaat altijd door

Ik vertel mijn zoon sinds kort elke avond hoeveel ik van hem hou. Omdat hij nogal competitief is aangelegd, gebruik ik de woorden van de geweldige pedagoog Eva Bronsveld: ‘Ik hou van jou in een rondje. Want dat gaat altijd door.’ Zijn ogen glimmen als ik dat zeg.

‘Dus ook als ik heel boos ben?’

‘Ook dan. Altijd.’

Hij heeft ze trouwens amper nog, die woedebuien. Toen ik hem vroeg hoe dat kwam, wist hij het meteen. ‘Gewoon. Omdat jij bijna nooit meer bozig tegen mij praat.’

Lees ook: De Pippi-paradox

Mijn gekozen waardering € -

Miloe van Beek is twaalf jaar freelance journaliste en zes jaar moeder. Ze heeft nog nooit een roze wolk gezien, ze past niet in het perfecte plaatje en is chronisch chaotisch. Schrijft rauwe, eerlijke, licht ironische stukken over alle aspecten van het moederschap. Daarnaast schrijft ze verhalen die van ondernemers mensen maken.