Heb ik als arts gedisfunctioneerd

Het antwoord moet mijns inziens positief zijn.

Disfunctioneren is namelijk niet-goed functioneren. Niet meer en niet minder dan dat. Over een periode van twintig jaar als poortspecialist kan ik enkele episodes noemen. Ik herinner mij een aanmaning van een bevriend verpleegkundige om wat minder gesprekken af te kappen. Er werd daarover onderling gekletst. Ik schrok, maar herkende het wel en heb onmiddellijk mijn gedrag aangepast. Een ander voorbeeld – nu van fysiek dis-functioneren- was een situatie met een gebroken rechter pols (schaatsen) die in het gips zat. Ik moest de hulp inroepen van collega’s en assistentes. Het opblazen van de ballon voor de bloeddrukmeting lukte bijvoorbeeld enkele weken niet. Ik kon ook enige tijd geen dienst doen vanuit huis omdat ik de auto niet kon bedienen (schakelen).

Hoe kom ik hierop? Ik kreeg deze dagen ten behoeve van een recensie een boek met de titel De disfunctionerende dokter. Met als subtitel Wat moet de bestuurder doen als het medisch misgaat. De bestuurder van een instelling wel te verstaan. Een van de auteurs is Rob Slappendel die ik al langer ken. Hij schreef dit boek samen met een medisch manager en een jurist. Het boek is in hoge mate geïnspireerd door ervaring met dergelijke zaken, zo staat in het voorwoord te lezen. Want de auteurs worden vaak ingeschakeld.  

Definitie

Voor we verder gaan moet ik natuurlijk wel eerst aangeven wat disfunctioneren in de context van de gezondheidszorg is. Want dat is toch wel even wat anders. Disfunctioneren (pagina 98) op basis van de wet -en die de Inspectie hanteert- is deze definitie: Disfunctioneren is het structureel tekort schieten (door handelen of nalaten) van een beroepsbeoefenaar in het leveren van verantwoorde zorg waardoor een patiënt of de patiëntenzorg wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad. Wat dat betreft gaat het in de zorg om een goed samenspel. Dat wordt fraai verbeeld door de afbeelding op de omslag van het boek van iets dat imponeert als het binnenste van een uurwerk. Het boek is overduidelijk geschreven vanuit het perspectief van een anesthesioloog, al was het maar door een aantal casus die betrekking hebben de operatiekamer. Wijlen Prof. Bob Smalhout, Hoogleraar Anesthesiologie, is destijds de onbetwiste gangmaker geweest met zijn boek “De Dood op Tafel”.

Bij optreden van calamiteiten constateren de auteurs dat het belangrijk is om een onderscheid te maken tussen tekorten in de domeinen techniek, structuur of cultuur. Aanvullende vormen van disfunctioneren zijn omschreven in de vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag, verslaving, disfunctioneren ten gevolge van lichamelijke of psychische ziekten. Beoordeling van het functioneren van specialisten kan plaatsvinden aan de hand hand van een zevental kerncompetenties van een zogenaamd CanMeds model. Dat valt buiten de opzet van mijn verhaal, maar ik verwijs daar voor naar een link onderaan dit artikel en uiteraard het boek (tabel op pagina 22).

Bij de reeks onderwerpen die worden behandeld noem ik hier graag met name de apparatuur (hoofdstuk 14). Steeds meer krijgen zorgprofessionals te maken met ondersteuning door apparatuur. Vereiste is dat zij weten hiermee adequaat om te gaan, deze kennis actueel te houden en deze over te dragen aan nieuwe medewerkers. Zelf ben ik heel benieuwd hoe het met dit aspect zal gaan bij het verder digitaliseren van de zorg.

Nog een item (pag. 100) dat mij aanspreekt: zorgverzekeraars kunnen op basis van de bij hen ingediende declaraties signaleren of een medisch specialist een afwijkend declaratie patroon heeft of consequent meer diagnostiek of ingrepen doet en of meer medicatie of hulpmiddelen voorschrijft dan op grond van de patiëntenpopulatie verwacht mag worden. Dat kan er op wijzen dat er meer aan de hand is. Het belang van big data analyse zie ik hierin verwoord.

Om terug te komen op mijn eigen insteek. Ik denk dat veel medisch specialisten in een lange loopbaan wel eens een poosje minder goed functioneren / disfunctioneren. Denk aan familieomstandigheden, een gezondheidsprobleem, een klacht enz. Maar zijn dat dezelfde die in de statistieken belanden? Volgens diverse bronnen wordt dit aantal gemiddeld geschat op 5%. Ik vermoed dat het wel eens om een bifasische verdeling zou kunnen gaan. Een klein aantal met langdurig ernstig disfunctioneren en een grote en wisselende groep die een periode problemen ondervindt. Maar die op allerlei manieren worden bijgestuurd. Het is een hypothese.

Conclusie:

Een vlot te lezen boek met een groot aantal korte hoofdstukken, elk bestaande uit een combinatie van inleiding, casuïstiek en gestructureerde samenvatting.    

https://www.demedischspecialist.nl/onderwerp/disfunctioneren

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bob_Smalhout

https://www.linkedin.com/in/robert-slappendel/

http://www.dutchbuttonworks.com/2011/02/bloedarmoede-sterfte-omhoog/

https://twitter.com/robsafetyalert

https://www.medischevervolgopleidingen.nl/competentiegericht-opleiden

https://www.eupati.eu/nl/farmacoepidemiologie-nl/epidemiologische-concepten-incidentie-en-prevalentie/

 

Mijn gekozen waardering € -