Henk Prins: we zijn verslaafd aan plastic

HARLINGEN – Hij is een bekende figuur in Harlingen, met name rond de havens. Hij is een luis in de pels van overheid en bedrijfsleven. Al sinds jaren stelt hij op lokaal niveau verspilling en vervuiling aan de kaak, vooral waar die helemaal niet nodig zijn. Zijn naam is Henk Prins. Een echte Harlinger ouwe seun. Zijn hart ligt bij de natuur, maar hij staat zeker niet afwijzend tegenover olie- en benzineverbruikende machines als lelijke eenden of klassieke Engelse motorfietsen. Hij is als u en ik en dat geeft hem des te meer geloofwaardigheid. Vele kranten en omroepen hebben hem al geportretteerd, maar de kwesties die hij opwerpt zijn nog ver van een oplossing. Reden genoeg om de stand van zaken met hem door te nemen.

‘Zolang het maar niet leidt tot overdreven aandacht voor mijn persoon’, bromt Henk Prins. ‘Het gaat mij om de kern van de zaak: aan de ene kant geeft iedereen toe dat de afvalberg alleen maar toeneemt, maar aan de oorzaken verandert dat niets. Kan het dan niemand iets schelen, die plastic-tsunami?’

Nonchalant

‘We maken tegenwoordig alles van kunststof en het meeste wordt maar eenmalig gebruikt. De verpakkingsindustrie wil het liefst zoveel mogelijk produceren. Uitbreiding van het statiegeldsysteem voor kleine flesjes en blikjes wordt zoveel mogelijk geboycot door deze industrie. Logisch, dat is waarmee ze hun geld verdienen. Maar bedrijven en consumenten zijn ongelooflijk nonchalant. Neem bijvoorbeeld de havenbedrijfssector. Het is niet te geloven wat een paar gelijkgestemden en ikzelf iedere week uit de havenwateren van Harlingen opvissen. Tijd is geld, dus viskisten die in het water vallen worden niet opgevist. In mijn achtertuin heb ik er dertig staan momenteel.

Werkhandschoenen en hun verpakking blijven na gebruik op de kade liggen. Daarvan heb ik er intussen zeshonderd paar opgevist. Verder heel veel wikkelplastic, dekzeilen, jerrycans, emmers, tiewraps, huisvuilzakken, touw en al dat ‘pluis’ dat aanspoelt (uitgeplozen touw dat aan de netten van beroepsvissers bevestigd is, red.). Dit spul ontleedt zich in steeds kleinere draadjes en vervuilt uiteindelijk de magen van vissen en vogels.’

De bedrijven zijn lang niet altijd blij met de aandacht van Henk Prins, die niet aarzelt om de mensen persoonlijk toe te spreken als hij ziet dat ze onachtzaam omgaan met materialen. Niet iedereen vat dat goed op en dan komt het tot verhitte discussies. ‘Bewijs maar dat het afval van ons komt, zeggen ze dan. Bemoei je er niet mee! De visserij heeft het economisch moeilijk de laatste tijd. Ze zitten al in het verdomhoekje en daarom mag je blijkbaar geen kritiek op hen hebben. Weet je, om opzet gaat ’t meestal niet, maar het is wel nonchalance en onverschilligheid.’

Toch, de visserij bijvoorbeeld denkt mee. Inmiddels is er een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van de visafslag, het havenbedrijf en Visned. Dit leidde onder meer tot plaatsing plaatsen van zeven extra afvalcontainers op het gemeentelijk deel van de industriehaven.

Goed voorbeeld

‘Consumenten doen het niet veel beter. Op het strand laten ze hun rotzooi achter, bij evenementen ligt de stad vol plastic bierglazen en colablikjes. Waarom gooien ze dit niet even in een afvalbak? De rietkragen langs de oevers van het Harinxmakanaal zitten al jaren vol stukken piepschuim. Niemand realiseert zich dat al dat plastic uiteindelijk naar de bodem zakt of naar het midden van de oceanen stroomt. Het is niet zomaar biologisch afbreekbaar.’

Henk Prins ziet het als een persoonlijke taak om de mensen te wijzen op hun onachtzaamheid en geeft het voorbeeld door zelf zoveel mogelijk zwerfaval op te ruimen. ‘Gemiddeld één kubieke meter per week, ofwel vier huisvuilcontainers.’ Vaak zie je hem rijden met elektrische brommer, fiets of antieke Citroën, afgeladen met vuilniszakken, aangespoeld touw en soms stukken hout.

De gemeente en Omrin (het afvalverwerkende bedrijf in de provincie) helpen Prins een handje. Hij mag van hen onbeperkt haven- en strandafval deponeren bij Gemeentewerken. En af en toe stappen burgemeester en wethouders bij hem in het bootje, voor een schoonmaakactie van de gemeentewateren. Niet dat het altijd koek en ei is tussen opruimer en overheid. Prins verbaast zich over het gewijzigde beleid van de gemeente ten aanzien van zwerfafval.

Tien kuub

‘Vroeger contracteerden ze een bedrijf, dat regelmatig troep opviste uit de havens. Dat was te duur. Nu geven ze daartoe alleen nog incidenteel opdracht. Zoals laatst, toen BDS weer aan de slag mocht. Ze haalden tien kuub afval uit het water.’

Ook de houten bakken die Prins met een paar gelijkgezinden bij het Harlinger strand plaatste voor aangespoeld afval vormden een steen des aanstoots. ‘Op die plek mocht het niet van het waterschap – ook zo’n flexibele instantie. Zij noemden het zogenaamd belemmerende objecten. En de gemeente vond de houten bakken niet arbovriendelijk. Uiteindelijk stelden zij voor ze dan maar aan de weg onder de zeedijk te plaatsen, bij de Stenen Man. Maar als je ze zo ver van het strand neerzet schiet je het doel voorbij. Handige bliksems die van hun grof vuil afwillen en toevallig passerende toeristen gooien er dan allerlei troep in.’

Samen met een clubje geestverwanten is Henk Prins niet alleen voortdurend bezig met het opruimen van de afvalberg; ze proberen die ook voor de verbaasde consument zichtbaar te maken in de vorm van kunstzinnige installaties. ‘Met als inspiratie Toon Eerdekens bijvoorbeeld, een Belg uit Hasselt. Hij is ‘zwerfvuilkunstenaar’. Hierdoor ontstond het idee om bij de Leeuwenbrug plastic flessen aan een boom te hangen. Wat een rel werd dat. We moesten direct bij de gemeente op het matje komen: ‘Het is niet toegestaan om plastic aan gemeentelijke eigendommen te hangen’, zeiden ze. Enfin, na een hele tijd hebben we ze weggehaald, in ruil voor een betere regeling voor de houten bakken bij het strand.’

Informatie onder meer op de volgende websites: www.stichtingklean.nl, ‘Doe mee, Verlos de zee’ (www.verlosdezee.nl), www.vispluisvrij.nl, www.doeeenswad.nl, www.rijkewaddenzee.nl en het Happy Sealproject (www.zeehondencentrum.nl/project).

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Harlinger Courant en maritiem weekblad Schuttevaer.

Tekst en foto Gijs en Inge van Hesteren

Mijn gekozen waardering € -

Varen, motorrijden. Pensioen en AOW. Opa, schrijver, wereldburger. Nieuw boek: "Rijden met Gijs".
weblog en op Reporters Online.

Bovendien laat Gijs zich inhuren als schipper met Groot Vaarbewijs, meestal op historische zeilschepen en passagiersschepen.