Het meisje van Ipanema

The girl from Ipanema was de ultieme zomerhit van 1964. De Braziliaanse bossa nova veroverde de wereld. Maar wie was dat mysterieuze "gouden meisje" dat in het lied bezongen werd? En hoe liep het met haar af? Een ontmoeting met Heloïsa Pinheiro, de muze die miskend werd.

‘Wat de roem me heeft gebracht? Alleen maar afgunst, nijd en hoofdpijn’, zegt Heloïsa Pinheiro (61), beter bekend als ‘the girl from Ipanema’. Hoogblonde Heloïsa, kortweg ‘Heló’, was de muze van de Braziliaanse wereldhit ‘A Garota de Ipanema’ (Het meisje van Ipanema) uit de vroege jaren zestig. Ze groeide op in Ipanema, de mondaine wijk aan het strand van Rio de Janeiro, en woonde in die tijd dichtbij café Veloso, alwaar dichter-zanger Vinícius de Morães en pianist Tom Jobim dagelijks kwartier hielden onder het genot van whisky en caiparinhas, de traditionele Braziliaanse cocktail van likeur en rietsuiker. Telkens als de 17-jarige Heloísa Eneida Menezes Paes Pinto te voet naar het strand trok, staarden de mannen in het café haar bewonderend na en riepen – zoals het lied vermeldt – ‘oeoe’ dan wel ‘aaa’. Ook Vinícius en Jobim – de twee keizers van de Braziliaanse bossanova – waren diep getroffen door de schoonheid van haar soepele tred.

Vinícius, diplomaat en dichter, beschreef Heloïsa in zijn mémoires als ‘de pure, onvervalste Carioca, een meisje met een goudbruinen huid, een mix van bloem en zeemeermin, vol schittering en gratie, maar met een ondertoon van verdriet, dat ze met haar meedroeg op weg naar het strand, het gevoel van wat voorbijgaat, van schoonheid die niet alleen van ons is, een cadeau van het leven in zijn voortdurende, even mooie als treurige bewegingen van eb en vloed’.

Resultaat van al deze poëtische observaties was het lied ‘A Garota da Ipanema’, met de tekst van Vinícius en muziek van meestercomponist Antonío ‘Tom’ Carlos Jobim. De Engelstalige versie van het lied werd in 1964 een wereldhit voor de Braziliaanse gitarist João Gilberto en diens toenmalige echtgenote en zangeres Astrud, begeleid door de coole klanken van de Amerikaanse jazzsaxofonist Stan Getz.

In vergelijking met de poëtische tekst van het Braziliaanse origineel ging er in de Engelse vertaling heel wat aan subtiliteit verloren. Maar dat was geen beletsel voor de talloze wereldsterren om deze subtropische evergreen in hun repertoire op te nemen, van Elvis, Frank Sinatra, Nat King Cole, Peggy Lee, Ella Fitzgerald en Cher tot aan René Froger. Inmiddels mag het lied op geen enkele muzak-cd voor liften en winkelcentra ontbreken. De beide componisten van The Girl from Ipanema werden schatrijk en het toerisme op Rio de Janeiro kreeg door de wereldhit een fikse impuls.

The Girl from Ipanema zette de Braziliaanse bossanova op de muzikale wereldkaart. Rio de Janeiro werd de ‘place to be’ voor de internationale jetset. Iedereen toog naar Ipanema, op zoek naar het mysterieuze meisje van het lied, waarin heel het sensuele, optimistische levensgevoel van het toenmalige Rio de Janeiro werd vereeuwigd.

Inmiddels zijn de componisten van The Girl from Ipanema overleden, maar hun namen leven voort in Rio. Naar Tom Jobim werd het vliegveld vernoemd. Vinícius de Morães werd de naamgever van de straat waar zijn favoriete café Veloso (dat tegenwoordig café ‘Garota de Ipanema’ heet) was gevestigd.

Voor Heloísa Pinheiro, wier wiegende heupen en groene ogen de hele gebeurtenis in gang hadden gezet, is er vooralsnog minder eer weggelegd. Door het lied werd ze weliswaar een celebrity in de ‘cidade maravilhosa’ (wonderbaarlijke stad), maar financieel hield ze er afgezien van enkele fotosessies voor de Braziliaanse Playboy en een uitverkiezing tot koningin van het carnaval – weinig aan over. De zoon van Heloísa werd geboren met een hersenafwijking en haar echtgenoot verloor zijn baan, zodat zij de kost moest verdienen als bardame. In 2001 opende de gewezen ‘golden girl’ een eigen boetiek met strandmode in Ipanema, natuurlijk ‘A Garota de Ipanema’ geheten. Maar de erven van de beide overleden componisten, met name de jaloerse weduwe van Tom Jobim, accepteerden dat niet en begonnen een rechtszaak. Heloí­sa werd gesommeerd de naam van haar winkel te veranderen. Het liep uit in een juridisch loopgravengevecht, dat nog steeds niet is beslecht en de toch al weinig bemiddelde Heloísa op hoge kosten joeg.

De rechtszaak van Jobims weduwe Ana Tereza versus Heloísa Pinheiro om de eigendomsrechten van het begrip ‘A Garota da Ipanema’ trok grote internationale belangstelling. In het blad Legal Times vatte jurist Lawrence J. Siskind het dilemma van Heloísa bondig samen: ‘Wat droeg Heló bij aan “The Girl From Ipanema”? Niet de woorden. Niet de muziek. Niet haar uiterlijk, niet haar naam, niet haar publieke rechten, niet haar privacy. Heló leverde de inspiratie, die misschien nog wel belangrijker is dan de gewone elementen van creativiteit, maar helaas in het geheel niet auteursrechtelijk te beschermen. In de huidige tijd zou ze er met de hulp van een goede advocaat echter wel een miljoen dollar hebben kunnen uitslepen’.

‘Met Vinícius en Jobim, God hebbe hun ziel, had ik een prima relatie’, vertelt Heloísa. ‘Zij zouden nooit hebben toegestaan wat nu is gebeurd. Indertijd deden zij me de naam van het lied nota bene cadeau. Maar hun erven accepteren dat niet. De juridische problemen worden zo hoog opgespeeld dat ik nu ben begonnen aan een rechtenstudie, om erachter te komen hoe dit soort zaken toch mogelijk is’.

Heloísa is diep teleurgesteld. ‘Vroeger deed ik er alles aan om de ziel van het lied zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen. Nu wil ik er eigenlijk niet eens meer over praten. Iedere publiciteit voor het lied komt via de verkoopcijfers ten goede aan de erven, en die verdienen dat helemaal niet. Het lied heeft me faam gebracht, maar geen geld. Ik heb altijd gewerkt en wat ik bezit, heb ik aan mezelf te danken, niet aan het lied. Tegenwoordig schep ik er geen plezier meer in om het symbool van het lied te zijn. Vroeger deed ik offers om de herinneringen aan deze twee grote artiesten van de Braziliaanse muziek levend te houden. Tegenwoordig denkt iedereen dat ik dood ben, omdat Viní­cius en Tom dat ook zijn. En in feite ben ik ook dood. Tenminste, dood van binnen. Zo groot was de pijn om datgene wat mij is aangedaan. God heeft deze twee engelen ooit op mijn weg gebracht. Ik heb ze allebei goed gekend, ook Tereza, de eerste echtgenote van Jobim. De tweede echtgenote, Ana Beatriz, was degene die mij dat proces heeft aangedaan. De mensen zeggen dat ze jaloers was omdat Tom heimelijk verliefd op me zou zijn’.

Verliefd of niet, Jobim en zijn eerste vrouw Tereza waren de getuigen van het huwelijk van Heló, die in 1966 in de echt trad met de ingenieur Fernando Pinheiro. Sinds Heló’s echtgenoot in 1996 zijn baan verloor, doet de gewezen ‘golden girl’ van Ipanema er alles aan om genoeg geld te verdienen voor de behandeling van haar zoon, die vanwege een hersenafwijking speciale medische zorg nodig heeft. Ze liet zich in 2003, 58 jaar oud, zelfs verleiden tot een tweede fotosessie voor de Braziliaanse Playboy (de eerste was in 1987), samen met haar dochter Ticiane. Ze had het geld hard nodig, vertelt ze. ‘Om mijn winkel te openen heb ik geld moeten lenen, een investering die zich nog niet had terugverdiend’.

In café A Garota de Ipanema aan de Rua Vinícius de Morães zitten de mannen van Rio net als 44 jaar geleden nog steeds gebiologeerd te staren naar het vrouwelijk schoon dat op straat voorbijtrekt. Aan de wand hangt een levensgrote partituur van het lied dat Ipanema wereldberoemd heeft gemaakt, plus foto’s van Heló Pinheiro en van de beide componisten van het lied. Hier spreekt men schande van het proces tegen Heloísa. Carlos Monjardim, de voorzitter van de lokale winkeliersvereniging, noemt haar ‘de eeuwige ambassadrice van Ipanema’ en het proces tegen haar ‘een kleinzielige daad die de hele gemeenschap van Ipanema heeft geshockeerd en beledigd’. ‘Wat Pelé voor Brazilië is, is Heló voor Ipanema’, meent hij. ‘Eigenlijk zouden we de rode loper moeten leggen voor iedere keer als Heló hier voorbijloopt’.

Mijn gekozen waardering € -

René Zwaap, in 2000 gekozen tot Redacteur-columnist van het Jaar, is een van de laatste bonte honden van de Nederlandse journalistiek. Bij leven drong prins Bernhard iedere week weer bij zijn hoofdredacteur bij de Groene Amsterdammer Martin van Amerongen aan op zijn ontslag. Nu is hij hoofdredacteur van kwartaaltijdschrift De Republikein. Foto Katarina Hollander