Hoe grote voedingsbedrijven ons neppen met pindakaas met een laagje olie

Pindakaas met een laagje olie is zo heerlijk authentiek, maar wordt geproduceerd door een slimme multinational die een emulgator uit het recept haalt. Hoe hipsters in de luren worden gelegd door de marketingmachine van grote voedselbedrijven.

Sinds kort heb ik andere pindakaas. Niet met die van boer en schaatser, maar zo’n nieuwe met een laagje olie er op, die je goed door moet roeren voordat je het op je brood smeert. Ik vind het lekkerder. Of beter gezegd: ik denk dat ik het lekkerder vind. Het voelt beter, als ik net wat moeite moet doen om een lekkere boterham met pindakaas te maken.

Nu staat deze pindakaas niet alleen. Een tochtje door de supermarkt leert me dat er mayonaise is die een beetje klontert, lokaal bier dat per batch verschillend kan smaken, en brood met een vorm waar net wat aan mankeert. Imperfectie verkoopt.

Verrassend is dat niet. Als er een waarde de afgelopen jaren populair is, dan is dat authenticiteit.  De hipste restaurant zijn veredelde loodsen, tweedehands meubels sieren de huizen van Millennials en jonge ouders staan in de rij voor met de hand gemaakt houten speelgoed. Perfectie is uit. Het staat symbool voor het grootkapitaal, voor een doorgeslagen industrialisatie, die alle natuurlijkheid van ons bord wil vagen, en daarmee de planeet opblaast. Voedsel met ‘echt’ voelen: lokaal, kleinschalig en het liefst zonder tussenpersonen, rechtstreeks van het land gehaald. Mijn nieuwe pindakaasboer adverteert dan ook met de slogan ‘ zoals in grootmoeders tijd’. Toen was alles gezonder toch?

Volgens het potje wordt mijn pindakaas gemaakt door Brouwer in Doetinchem. Via Google vind ik het bedrijf dat er achter zit: Intersnacks BV. Dat klinkt niet echt authentiek of gezond. Intersnack blijkt een van de grootste notenbedrijven in de sector, die halffabrikaten levert aan de voedingsmiddelenindustrie en snacks als popcorn op de markt brengt.

Intersnack BV weet prima hoe ze van pindakaas een perfect smeerbare substantie moeten maken. Maar om de hippe jongere te paaien, halen ze er een emulgator uit, en plots mixt de olie niet meer goed met de rest van het product. Het is voorgekookte imperfectie. Laat het maar aan hipsters over om zich in de luren te laten leggen door de marketingmachine van de grote voedselbedrijven.

Dat jongeren zich makkelijk laten foppen is ook de biologische sector niet ontgaan. Het koestert het imago van kleinschalig en authenticiteit, maar ondertussen is Whole Foods, de populairste verkoper van biologische voedsel in Groot Brittannië en de Verenigde Staten wat betreft omzet net zo groot als Monsanto, het meest gehate bedrijf uit de sector.

Toch zit er zilveren randje aan de populariteit van imperfectie. Een van de grootste problemen van de voedselsector is verspilling: veertig procent van al het geproduceerde voedsel bereikt uiteindelijk onze mond niet, en een belangrijke daarvoor is is dat de producten niet aan onze eisen voldoen: kromme komkommers, zwartige bananen, ze worden als weggegooid voor  ze in de winkel liggen, omdat de consument ze niet blieft.

Wat zou het mooi zijn als we de hang naar imperfectie doortrekken naar al het voedsel, dat we meer eten wat er niet uit zien. De Albert Heijn (ja, weer een multinational) geeft al een voorzetje. Zij verkopen sinds kort ‘buitenbeentjes’, fruit en groente met een foutje, die nog prima eetbaar zijn. Nog beter is als we thuis imperfectie ook omarmen. Van kaas kun je schimmel prima afsnijden, een bruine appel smaakt prima, en yoghurt kan eigenlijk niet over datum. Eet imperfect, eet alles.

Mijn gekozen waardering € -