Hoe het chauvinisme trots de taalkundige scepter zwaait

Steeds meer landen willen waken voor hun eigen identiteit. Door verengelsing en migratie versmelten culturen en worden culturele verschillen steeds scherper blootgelegd. Maar taalkundig zwaait het chauvinisme nog duidelijk de scepter. In ieder geval in Frankrijk.

Sinds de Brexit lijkt het dat het Verenigd Koninkrijk zich op allerlei manieren wil onderscheiden van de rest van Europa. Zo maakte het Britse parlement bekend dat de ministers bezig zijn met het voorbereiden van doorvoeren van het imperiaal stelsel in plaats van het metrisch stelsel. Mary Beard, een geschiedenisprofessor aan de Universiteit van Cambridge beschreef dit debat volgens The Telegraph al als “een nostalgische oorlogsvoering”.

Op dit moment gebruikt het Verenigd Koninkrijk een combinatie van beide systemen. Het imperiaal stelsel meet met maten als yards, foot, en inch, terwijl het metrisch stelsel gebruik maakt van meters. Ook met gewichten werkt Engeland straks alleen nog maar met maten als pounds en stones, en laten ze de kilogrammen liever links liggen als het aan de politiek ligt.

Dat de bevolking er gemengde gevoelens bij heeft, bleek vorig jaar al toen The New York Times een artikel schreef over de aangekondigde veranderingen. Tegenstanders van het plan zouden weinig voelen voor de ommezwaai. Het zou slechts weinig voordelen opleveren voor het vervullen van de vele vacatures door expats die niet goed bekend zijn met de meetwaarden.

“Wat je al heel lang ziet is dat het een land is dat de eigen identiteit heel belangrijk vindt en dat het beschermd wordt.”

Vive la langue française!

Maar het Verenigd Koninkrijk is niet het enige land dat op de chauvinistische tour gaat. Ook Frankrijk heeft opnieuw maatregelen ingesteld om de Franse cultuur te beschermen en te behouden. Onlangs schreef de Britse krant The Guardian dat de Fransen geen Engelstalige termen als “eSports”, “pro-gamer” en “streamer” meer mogen gebruiken. In plaats daarvan wordt het “jeu video de competition”, “joueur professionel”, en “joueur-animateur en direct”. Niet de meest pakkende en praktische termen voor een internationale markt. De gedachte hierachter is dat het de ‘barrière wegneemt voor het begrijpen’ van de woorden en context.

Dr. Marco Bril is universitair docent en verbonden aan Universiteit Utrecht. Hij is onderzoeker Psycholinguïstiek en Franse Taalkunde en richt zich op de taalkundige en psychologische aspecten van taalverwerving. Hij zegt: “Ten eerste denk ik dat het een cultuurkwestie is. Wat je al heel lang ziet is dat het een land is dat de eigen identiteit heel belangrijk vindt en dat het beschermd wordt. Zoals we al weten uit veel onderzoek is dat taal en identiteit onlosmakelijk met elkaar is verbonden, dus in die zin is het niet vreemd dat ze die Franse taal willen beschermen zoals die is.”

L’Académie Française

Maar het gaat nog een stuk dieper verklaart Bril. “Al in de 17de eeuw is er een instituut opgericht: l’Académie Française. Dat is een instituut dat als enig doel heeft: het beschermen en promoten van de Franse taal. Dat betekent dus dat het hoofddoel de Franse taal is en indirect de Franse identiteit. Het instituut moet alle gangbare dingen in taalontwikkelingen, zoals de verengelsing waar taal überhaupt aan onderhevig is, waar het vandaan komt en in hoeverre je het gebruikt, controleren zodat de taal ‘puur’ blijft.”

Bril vervolgt: “Het puur houden van de Franse taal is geïntegreerd in de Franse wetgeving door middel van de Loi Toubon. Toubon is de naam van de toenmalige Franse minister van Cultuur die begin jaren 90 een wet instelde waardoor alle officiële communicatie van alle overheidswegen Franstalig moet zijn, honderd procent. Dat geldt bijvoorbeeld voor Engelse of technische termen, maar je ziet het ook in marketing.”
Waar we in het Nederlands wel vaak Engelse terminologie gebruiken, wordt het dus in het Frans vertaald naar een equivalent. Daar komt bij dat Frankrijk een behoorlijk overheid gestuurd land is waardoor de overheid een aardige vinger in de pap heeft in het dagelijks reilen en zeilen van de bevolking. “In die zin verbaast het me niet zo dat dit soort wetgeving voorbijkomt. Ik zag in de Franse media dat het dan ook voornamelijk gaat om het gebruik van technische termen door ambtenaren die dan verengelst zijn. Die termen mogen ze dan niet gebruiken in officiële documenten”, zegt de onderzoeker.

“De input die mensen in de maatschappij van het Engels krijgen is vrij weinig.”

Frans boven Engels

Daar komt volgens Bril bij dat in Frankrijk de Engelse taal tot op de dag van vandaag nog niet structureel is geïntegreerd in het schoolcurriculum, zoals in bijvoorbeeld Nederland wel het geval is. “In Frankrijk is het zo dat vreemde talen, zoals het Engels, een andere positie in het curriculum hebben dan in Nederland. Er wordt minder aandacht besteed aan het Engels, maar dat komt steeds meer in het curriculum. De overheid bepaalt wat je in de klas moet doen en dat dienen de scholen uit te voeren.” Hij vervolgt: “Belangrijk daarbij is ook dat de Franse maatschappij erg Franstalig georiënteerd is. Films worden nagesynchroniseerd en muziek op de radio is veelal Franstalige muziek. De input die mensen dus in de maatschappij van het Engels krijgen is vrij weinig. Daardoor is het taalvaardigheidsniveau in het Engels ook een stuk lager dan in Nederland.”

Ondanks dat de oudere generatie weinig scholing kreeg met betrekking tot de Engelse taal, lijkt het erop dat de huidige generatie in ieder geval een verplichte basiskennis moet hebben. Of de jongeren de opgelegde terminologie met betrekking tot e-sports gaan gebruiken, zal echter nog moeten blijken in de praktijk.

Mijn gekozen waardering € -

Matthijs Meulblok is een Nederlandse freelance journalist, voice-over, film-, podcast- en theatermaker. In 2020 studeerde hij af aan de master Film- en Televisiewetenschap van Universiteit Utrecht.

Hij specialiseerde zich onder meer in de representatie van de Nederlandse identiteit binnen diverse mediavormen. Hij studeerde af op de rol van voedsel in relatie tot de constructie van een mogelijke culturele identiteit, culturele nabijheid en formatlokalisatie in The Great British Bake Off en Heel Holland Bakt.