Hoe een vleestaks vrijheid geeft in plaats van neemt

Koeienvlees moet 40 procent duurder om te compenseren voor klimaatschade. Dat doet de consumptie vervolgens dalen met 13 procent, zo blijkt uit een nieuwe studie. Het is tijd voor een vleestaks.

Het wil nog niet echt vlotten met de vermindering van de vleesconsumptie in Nederland. Ja, er is een stijgend bewustzijn over de slechte invloed van vlees op de gezondheid, het klimaat en de planeet, zo liet Wageningen Economic Research vorig jaar weten, maar tot een drastische daling van de hoeveelheid verorberde koeien, varkens en kippen heeft dat nog niet geleid: van 80,4 kilo vlees per persoon per jaar in 2005, naar 76,3 kilo in 2014. Nog steeds zetten Nederlanders meer dan 5 dagen per week vlees op tafel. Dat blijft onverantwoord en onnodig veel.

De verantwoordelijkheid voor verdere daling wordt nog altijd volledig bij de consument gelegd, die zelf zijn eetpatroon maar moet aanpassen. Overheden zetten in op bewustwording, om gedragsverandering te instigeren, maar trekken verder hun handen er van af.

Niemand durft zich te branden aan de prijs van vlees.

Toch is het hoog tijd voor een vleestaks. Dat het debat over het duurder maken van vlees zo vast zit, komt omdat het besmet is met oneigenlijke argumenteren, vooral aan de liberale zijde van ons politieke spectrum. De meest pervasieve? Dat het onze vrijheid zou aantasten. En wie durft daaraan te tornen?

Het is echter wel een heel lege invulling van de term vrijheid, als dat betekent dat alles maar zo goedkoop mogelijk moet kunnen. Een beetje liberaal weet dat vrijheid niet alleen onderdrukking van repressie betekent, maar ook het scheppen van ruimte voor maximale ontplooiing in het leven. Het zijn de positieve en negatieve vrijheden van Britse politiek filosoof Isaiah Berlin.

Niemand durft zich te branden aan de prijs van vlees

Een taks op vlees kan op deze manier juist vrijheden geven in plaats van nemen. Neem bijvoorbeeld een slechte gezondheid, veroorzaakt door een ongezond eetpatroon: die staat maximale ontplooiing in de weg. Slechte eetgewoontes, die doorgaans veel fastfood en junkvlees omvatten, zorgen voor overgewicht, hartfalen en vroegtijdig overlijden, en verlagen zo de kwaliteit van leven en de kansen daarin. Deze onvrijheid treft disproportioneel lager opgeleiden, die in Nederland gemiddeld nog steeds 6 jaar korter leven dan hoogopgeleiden. Dat veegt ook gelijk het argument van tafel dat een vleestaks oneerlijk is, omdat vlees een luxeproduct wordt: het zijn juist lager opgeleiden die profiteren van de taks.

Eenzelfde argumentatie gaat op als het gaat om de schade die vlees eten doet aan het milieu en aan ecosysteemdiensten als schoon water en een schone lucht. Ook deze gevolgen ontnemen mensen ontplooiingskansen en dus vrijheid, nu, maar ook zeker in de toekomst. Dat verschillende onderzoeken laten zien dat milieuschade disproportioneel vaak de onderklasse en minderheden treft, maakt de taks ook in dit geval een eerlijk en egalitair instrument. Een vleestaks past daarom juist in een liberaal en vrij land, dat iedereen dezelfde kansen wil geven.

Makkelijk is het niet om een vleestaks in te voeren, zo stelde Herman Vollebergh van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onlangs op de Correspondent. Het is moeilijk vast te stellen welke producten wel en niet een taks verdienen, en differentiatie van tarieven is vaak zo kostbaar dat het middel zijn doel voorbij geschiet. Oneerlijke concurrentie tussen landen die wel en geen taks invoeren is bovendien lastig uit te leggen aan veehouders.

Een recente studie in Nature Climate Change geeft echter een voorzetje hoe het zou kunnen. Engelse onderzoekers van de Universiteit van Oxford berekenden hoeveel hoger de prijs van etenswaren moet zijn om de daadwerkelijke schade aan het klimaat te compenseren, om vervolgens te modelleren wat zo’n prijsstijging voor effect heeft op de consumptie. De onderzoekers waren zo ambitieus om hun belastingplan wereldwijd door te berekenen en bovendien gezondere producten te ontzien en minderbeelden te compenseren.

Het minst duurzame voedsel, koeienvlees, moet volgens deze berekeningen 40 procent duurder worden, wat maakt dat consumenten er 13 procent minder van gaan eten. Melk wordt 21 procent duurder, kip 8,5 procent en eieren 7 procent. Gemiddeld leidt dat tot een afname van een procent of 5 in de consumptie. Uiteindelijk levert het niet alleen een beter leefbare planeet op, maar ook gezondere burger, zo concluderen de onderzoekers.

En gaat dit allemaal, om Halbe Zijlstra te citeren, ‘te snel’, dan is een simpele verhoging van het BTW-tarief van vlees van 6 naar 21 procent een goed begin.

Mijn gekozen waardering € -