Hotel Selien heeft haar deuren gesloten

Kemal Adwayi is de eigenaar van Hotel Selien, een bekend hotel in de regio Hewraman-e Takht, West Iran. Hij werd afgeperst door PJAK, en vervolgens vervolgd vanwege het financieren van terrorisme. Kemal heeft maar één wens: zijn boterham verdienen met zijn geliefde hotel, waar hij al zijn spaargeld in heeft gestoken. Maar als hij onterecht veroordeeld wordt, of als het geweld doorgaat, blijven de deuren van hotel Selien in het komende toeristenseizoen gesloten.

De toeristische trekpleister van West-Iran is de idyllische regio Hewraman. Het gebied staat wereldwijd bekend om de adembenemende bergformaties, de rivier Sirwan, de vele bronnen, de slingerweggetjes met om elke hoek een nieuw uitzicht, en de prachtige dorpjes die tegen de rotswand gebouwd zijn, waar de mensen nog in traditioneel Koerdische kleding rondlopen en het (langzaam maar zeker uitstervende) Koerdische ‘Gorani’ dialect spreken. Het gebied kent vele archeologische vindingen, en er zouden nog heel wat schatten in deze bergen verborgen zijn.

Menig Europees avonturier heeft deze regio al van zijn verlanglijstje afgestreept, de rest kent het vast wel van foto’s of de televisie. Velen van de gelukkigen die dit gebied bezocht hebben, deden tijdens hun tocht ook Hotel Selien aan.

Hotel Selien is in de lente en zomer uitgeboekt. Zowel Iraniërs uit alle hoeken van het land, als buitenlandse toeristen, komen er om te genieten van het prachtige uitzicht. Het hele dorp is er dan in de weer om de gasten te bedienen, en daarmee hun brood te verdienen. Wat deze toeristen echter niet weten, is dat er in de herfst en winter een heel andere sfeer heerst. Als het dorp leeggelopen is, en de gasten voor enkele maanden verdwijnen, blijft er niets dan angst.

Ik sprak met de uitbater van hotel Selien, Kemal Adwajie, die tranen met tuiten huilde tijdens ons telefoongesprek. Hij heeft namelijk de deuren van zijn levenswerk gesloten, en weet niet of hij nog wel verder kan.

De fantastische bergformaties van Hewraman, zijn namelijk buiten het hoogseizoen een waar oorlogsgebied. De Partij voor een vrij leven van Koerdistan, beter bekend als de PJAK, huist haar strijdkrachten in dit gebied. De bergen Kosalan, Shaho en Dalaho hebben elk hun eigen kamp. Het dorpje Selien ligt in een regio genaamd ‘Hewraman Takht’, precies tussen een driehoek van bergen, met aan één kant de berg Kosalan, aan één de berg Shaho, en aan de andere kant Iraaks Koerdistan. Dat maakt van het dorpje Selien een belangrijke doortrekplaats voor deze strijdkrachten.
Het dorpje is ook thuis aan de families van een stuk of zes gesneuvelde PJAK strijders, en nog drie keer zoveel jongeren uit Selien strijden momenteel voor deze partij. Dat maakt van Selien een voor de strijders goed begaanbare plaats. Dat ook de Iraanse autoriteiten dit goed beseffen, blijkt wel uit het feit dat er vlak achter hotel Selien een basis van de Iraanse Revolutionaire Garde ligt.

Kemal heeft zijn hele ziel en hele vermogen in hotel Selien gestoken, en woont zelf met zijn vrouw en kinderen in een verblijf op de benedenverdieping van dit hotel. Aan het einde van de herfst, als de toeristen vertrokken waren, begonnen de bedreigingen. Eerst via een gast, die de boodschap doorgaf, en daarna via zijn dochter, die hem huilend vertelde dat er mannen bewapend met geweren gekomen waren die naar haar vader vroegen. Pas nadat zij hen uitlegde dat papa vertrokken was naar de stad om inkopen te doen, gingen ze weg.

Vervolgens ontving Kemal een brief, die ze aan een van de buren gegeven hadden, waarin stond dat de PJAK het zou apprecieren als hij met hen kennis zou maken, en dat ze geld van hem wensten. Deze brief heeft hij nooit kunnen beantwoorden.

De volgende nacht, hoorde Kemal gerommel op het dak, vlak voordat dezelfde gewapende mannen de voordeur braken en zijn verblijf binnenstormden. Even later waren zijn handen vastgebonden werd hij wederom bedreigd. “Geef ons dertig miljoen toman, of we gooien je in het water!” Kemal’s vrouw overhandigde ze met trillende handen een tien miljoen in contanten en het etuitje met bankpassen, pas dan werden zijn handen losgemaakt. Op de weg naar buiten werd hem nogmaals toegebeten dat ze terug zouden komen voor de resterende twintig miljoen. ‘s Morgens vroeg sloot de familie de deuren en vertrok naar de nabijgelegen stad Meriwan. Hij is nog steeds niet naar het hotel terug geweest.

In Meriwan ging het Kemal en zijn familie echter niet beter af. Hij staat nu namelijk terecht om het financieren van terrorisme. De PJAK is immers in Iran gemerkt als terroristische organisatie, en het geven van geld aan een terroristische organisatie is ten strengste verboden. In spanning wacht hij zijn rechtszaak af. De hopeloosheid, de onrechtvaardigheid, wordt hem bijna teveel.

Verontwaardigd drukt hij me nogmaals op het hart dat er vlak achter het hotel een basis van de Iraanse Revolutionaire Garde ligt, maar die doen maar weinig om de veiligheidssituatie te verbeteren. Toen deze basis geplaatst werd, waren de meeste dorpelingen blij. Bedreigingen en afpersingen horen er namelijk in het bedrijfsleven van het dorpje Selien ‘gewoon’ bij. Helaas vielen de resultaten maar tegen.

“Elke beweging van de Garde ligt onder de loep,” legt hij uit, “Bij de kleinste arrestatie, laat staan een vuurgevecht, gaan er berichten de hele wereld over. Die mensen hebben natuurlijk ook geen zin in represailles of gedoe.” De PJAK laten zichzelf namelijk kennen als activisten, die vechten voor de vertegenwoordiging van de rechten van de Koerden, en hebben een sterke lobby in Europese landen en Washington. Echter, volgens Kemal is dit maar onzin. Er valt economisch gezien uiteraard van alles te verbeteren, echter: “Bedreigen, afpersen en geweld helpt ons, de lokale Koerdische bevolking, helemaal niet. Ik onderhoud mijn personeel en hun families, dat is pas helpen in een gebied met veel werkeloosheid. Het geld dat mij is afgenomen was bedoeld om hun loon te betalen.”

Kemal moet zichzelf verdedigen in de rechtszaal, iets wat hij terecht héél krom vindt. “Ik werd vastgebonden en bedreigd, wat moest ik dan doen? Als ik het geld niet gegeven had, hadden ze me vast en zeker vermoord!”

Deze opvatting baseert hij op eerdere feiten uit het dorp. Zo werd al eerder een benzinestation in brand gestoken, nadat de eigenaar geen geld gegeven had. En vorige week nog werd een glasfabriek verwoest met een handgranaat en molotovcocktails. Een medewerker van een gezondheidscentrum, Majid Nikpasand werd ook al bedreigd om geld en medicatie, en zijn auto werd met zes, zeven kogels beschoten. Ook zijn vriend Safar Samand’s auto werd na een mislukte poging tot afpersing enkele jaren geleden in brand gestoken.

Kemal heeft maar één wens: zijn boterham verdienen met zijn geliefde hotel, waar hij al zijn spaargeld in heeft gestoken. Maar als hij onterecht veroordeeld wordt, of als het geweld doorgaat, blijven de deuren van hotel Selien in het komende toeristenseizoen gesloten.

 

Mijn gekozen waardering € -

Hedwig is een zeventalige Belgische auteur. Zij vertoeft graag in het Midden-Oosten en brengt daar verslag van de huidige stand van zaken. Haar favoriete onderwerpen zijn dan ook Iran, Syrië, en de Koerdische kwestie. Daarnaast schrijft Hedwig over allerhande onderwerpen die zij zelf interessant of bizar vindt. Denk daarbij aan kwesties in de Europese politiek, geschiedenis en True Crime.

Naast de gebruikelijk Europese talen (Nederlands/Frans/Engels/Duits), spreekt Hedwig vloeiend Turks, Koerdisch en Perzisch. Momenteel verdiept zij zich ook in de Arabische taal.

Je kunt haar e-mailen en terug vinden op twitter. Ze schrijft sporadisch over de verschillende Koerdische partijen op haar eigen engelstalige blog.