Onlangs verscheen er een artikeltje over motordoping. Pardon? Ja, motordoping. Of: mechanische doping, zo wordt het ook wel genoemd. Een Belgische veldrijdster bleek tijdens het afgelopen wereldkampioenschap veldrijden een motortje ‘in’ haar fiets te hebben ingebouwd. Ingenieus ingebouwd, dat moet wel, want waar verstop je een motortje in of op een fiets? En die motordoping moet nu snoeihard worden aangepakt, zo vindt men in de wielerwereld.
Ik bedoel: kom er maar op! Wat is dat toch dat mensen de boel altijd maar weer bedriegen om goed te kunnen presteren? Dan hou je niet alleen je medesporters, de supporters, maar vooral jezelf voor de gek. Zo’n Lance Armstrong… Die won dan zeven keer de Tour de France. Dankzij doping. Dan kan het toch niet zo zijn dat je je daar prettig bij voelt? Dat je echt trots bent op jezelf? Want je weet dat je de boel hebt belazerd. Dat jouw pilletje, bloedtransfusie of wat dan ook beter heeft gewerkt dan die boterham met kaas die je collega ‘s ochtends op had en vervolgens vol vertrouwen aan de klim naar Alpe d’Huez begon. Sta je daar na drie weken te glimmen van trots op het ereschavotje in Parijs, in de wetenschap dat jouw concurrenten al kansloos waren bij de proloog. Dan ben je echt niet helemaal lekker. Zit er minimaal één draadje los in je kop.
Katapulteffect
Maar dan deze: tafeltennisser Timo Boll – veelvoudig Europees kampioen ook nog – beweert al enkele jaren dat 80 procent van de topspelers, vooral uit China, materiaal gebruikt dat niet aan de regels voldoet. Zijn collega’s behandelen hun batjes namelijk met chemicaliën die het katapulteffect op het balletje na een smash doen vergroten… Nou ja zeg! Tafeltennis! Zelfs in dat wereldje is het al mis… De Duitse scheikundige Hubert Motschmann heeft volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung nu een testmethode ontwikkeld om deze ‘batjesdoping’ aan te tonen. Daar is een zogeheten rheometer voor nodig.
Ik moet eerlijk zeggen: ik had er nog niet van gehoord en ik wist dus niet wat ik las vanmorgen. Batjesdoping. Pfff. Motordoping. Wat is het volgende? Een scud raket verstopt in een tennisbal? Springveren over paardenhoeven? Een magneet in de bezems bij curling? Een pion die ongemerkt verandert in een koningin bij het schaken? Onzichtbare vleugels bij het polsstokhoogspringen?
Laat ik maar ophouden. Misschien breng ik ze nog op ideeën, de lieden die de sport besmeuren door de boel te bedonderen. Ik vind het van een ongekende treurigheid. Mensen die doping gebruiken zijn eigenlijk gewoon criminelen, want dieven. Of roofovervallers zelfs die hun slachtoffers verminken. Ze beroven de sport namelijk van zijn integriteit. Een doodzonde, als je het mij vraagt.
Royeren die handel. Weg ermee.
