Ik gun mijn dochter geen erfelijkheidstest

Wil je weten of jouw tumor erfelijk is of niet? Het lijkt op het eerste gezicht een vrij makkelijk te beantwoorden vraag. Natuurlijk wil je dat weten, want dan kun je dat doorgeven aan je kinderen, zussen, broers, nichtjes en neefjes. En dan kunnen die er rekening mee houden of ze beter moeten opletten dan anderen.

En daar ligt wat mij betreft nou net het probleem. Beter opletten in het geval van tumoren, betekent dat je je zorgen maakt. En je zorgen maken is een onderschat probleem.

Ik kreeg zelf ruim twee jaar geleden de vraag of ik een erfelijkheidstest wilde doen. Doordat ik er eigenlijk gelijk van overtuigd was dat ik dat wilde, kreeg ik ook geen tegenargumenten meer te horen. Totdat ik tegenover mijn huisarts zat en dit toevallig besprak.

'Waarom zou je dat willen? zei hij.

'Omdat mijn dochter dan weet of ze extra moet opletten.'

'En dan? Kan ze zich extra laten onderzoeken? Dat kan ze nu ook, als ze dat wil. Ze weet ook al dat ze goed zelfonderzoek moet blijven doen. Dus een bevestiging van erfelijkheid levert niks op. Een bewijs van geen erfelijkheid levert alleen maar op dat de aandacht verslapt.'

Ik was een beetje in verwarring toen ik de dokterspost uit liep en besloot de formulieren voor de test nog even niet in te vullen en het gesprek van zojuist te laten bezinken.

Zorgeloos  leven. Ik gun het haar zo!

Die avond besefte ik, dat de grootste prijs die ik betaald had de afgelopen jaren, mijn zorgeloosheid was. Die ben ik namelijk voorgoed kwijt. Ik kan nooit meer denken 'het zal wel meevallen'. Ik kan geen symptomen meer negeren, zonder me ernstig zorgen te maken. Ik kan mijn kop nog maar met heel veel moeite in het zand steken. Als blijkt dat mijn tumor erfelijk is, kan mijn dochter dat ook niet meer. De enige goede uitslag zou zijn, dat het níet erfelijk is, maar die uitslag kan natuurlijk niemand ons garanderen.

Struisvogelen

Ik gun mijn dochter zo dat ze even lekker kan struisvogelen. Ik gun haar haar zorgeloosheid. Als blijkt dat mijn tumor erfelijk is, dan moet mijn dochter iets met die informatie. Ik zadel haar daar mee op. Zij zal zich de komende puberjaren steeds meer zorgen gaan maken. Dat doet ze nu ook, maar ze kan zichzelf nu nog steeds vertellen dat het zo’n vaart niet zal lopen.  Als zij het toch wil weten, kan ze uiteindelijk zelf de test altijd nog doen.

Daarom heb ik besloten de test niet te doen, maar er bij mijn dochter wél op te hameren zelfonderzoek te doen en te blijven doen. En bij twijfel;  naar de huisarts! Als dat goed blijkt, kan ze even weer gerust zijn en lekker aan andere dingen denken. Zorgeloos  leven. Ik gun het haar zo!

Mijn gekozen waardering € -

Marije Klein (1973) werkt al ruim twintig jaar als journalist bij krant, internet, radio en televisie. In 2011 werd bij haar borstkanker geconstateerd en is ze over haar medische avonturen gaan schrijven. Ze schrijft nu over wat ze zelf meemaakt, maar ook over andere patiënten en zorggerelateerde verhalen. Naast publicist wordt ze inmiddels gevraagd als spreker op congressen en praat ze in medische instellingen mee over het te voeren beleid.