‘In Donbass hebben bandieten de macht gegrepen’

De Oekraïense president Petro Porosjenko heeft het staakt-het-vuren in Oost-Oekraïne verlengd. Veel Oost-Oekraïners geloven er niet meer in en maken zich uit de voeten. De stroom vluchtelingen neemt toe en steden in de afvallige regio als Donetsk en Loehansk lopen leeg.

Het voormalige onderkomen voor arbeiders in Dnepropetrovsk ligt er vervallen bij. Het is er donker, de verf en kalk komen van de muren, de bedden zijn oud en de matrassen half vergaan. Sinds begin juni dient het als pand voor vluchtelingen uit de afvallige Oost-Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk. In het keukentje zitten Sergej (44), Irina (31) en Marina (40) bijeen. Alle drie komen ze uit het mijnstadje Snezjne (‘sneeuwstadje’), op zo’n vijftien kilometer gelegen van de Russische grens.

'Er wordt nog niet gevochten' zegt Irina. 'Maar de separatisten hadden vlak bij ons huis een oefenterrein ingericht. Ze waren de hele dag aan het schieten, en met zwaar geschut, hoor' vertelt ze. 'Ik heb drie kinderen, wat moesten we? Wachten tot ze zouden worden doodgeschoten?!'

Verraders

De jonge moeder valt even stil om een paar tranen weg te slikken. Ze weet dat de ‘regering’ van de Volksrepubliek Donetsk vluchtelingen als verraders beschouwt en dat hun huizen zullen worden geconfisqueerd. 'We hebben alles achtergelaten, een huis van alle gemakken voorzien. Maar we konden niet wachten tot de situatie zou verslechteren.'

Opvallend is dat het drietal niets van de rebellen moet hebben. Terwijl veel inwoners van Donetsk en Loehansk hen juist zien als ‘hun jongens’ en beschermers tegen de ‘fascisten’ in Kiev. 'Wij zijn Oekraïense patriotten' zegt Sergej grimmig. 'Er is helemaal geen burgeroorlog in Oekraïne aan de gang, maar een oorlog tussen Oekraïne en Rusland. ‘Onze’ jongens vechten niet. Die hebben een hoop praatjes, maar de wapens opnemen, ho maar. Dit zijn Russische huurlingen' weet hij zeker.

Er is helemaal geen burgeroorlog in Oekraïne aan de gang, maar een oorlog tussen Oekraïne en Rusland

Sergej foetert verder. 'In Donbass (de oostelijke mijnstreek die Donetsk en Loehansk samen vormen, jb) hebben bandieten de macht gegrepen. De Volksrepubliek zou voor banen zorgen, maar er is helemaal geen werk. Wat is dat voor bestuur?! Er is geen vrijheid van meningsuiting meer en de pensioenen worden niet langer uitbetaald. Het is een grote bende.'

Marina illustreert treffend hoezeer in de beide overwegend Russischtalige regio’s de meningen verschillen. Haar kleindochtertje zei onlangs djakoejoe, ‘dank je wel’ in het Oekraïens. 'De oude buurvrouw, pro-Russisch, hoorde het en reageerde zuur met: ‘Och, een banderovka’ (aanhangster van de Oekraïense ultranationalist Stepan Bandera die met de nazi’s heulde, jb). Nou vraag ik je, een kind!' roept Marina uit.

Irina Boelysjeva coördineert de vluchtelingenopvang in Dnepropetrovsk. Ze vertelt dat veel van de ontheemden er met name psychisch slecht aan toe zijn. 'Hevige stress, hysterie, soms zelfs psychose. Zowel bij kinderen als volwassenen. We hebben sociaal werkers en psychiaters ingeschakeld om hen bij te staan.'

Ook de inwoners van Dnepropetrovsk helpen zoveel ze kunnen. Bij de ingang van het vluchtelingenverblijf is het een komen en gaan van mensen die levensmiddelen en kleren komen brengen. Een vrouw wordt door de portier vanachter zijn balie aangesproken. 'Mevrouw wie bent u, en waar gaat u naartoe?' vraagt hij streng. 'Tja' stamelt de dame, 'ik kom uit Donetsk, ik ben een soort van vluchteling.' Ze lijkt het nog steeds niet te kunnen beseffen. 'Het probleem is dat velen niet meer terug kunnen' zegt Boelysjeva. 'Hun huizen zijn verwoest.'

Dubbeltje op zijn kant

Dnepropetrovsk was tijdens de opstand tegen de verdreven president Viktor Janoekovitsj een dubbeltje op zijn kant. Het was de eerste stad waar zijn tegenstanders een Leninbeeld omvertrokken, maar waar ook titoesjki, de leden van Janoekovitsj’ knokploegen, zich lieten gelden. Uiteindelijk stelde de nieuwe regering na de vlucht van de president een Kiev welgezinde gouverneur aan om de wind eronder te krijgen.

Deze schatrijke joodse oligarch Ihor Kolomojski ‘kocht’ de vrede uiteindelijk. Voor elk wapen dat werd ingeleverd, betaalde hij honderden dollar. En iedereen die een separatistische Moskal – een scheldwoord voor Moskoviet of Rus – aangaf, kon zelfs rekenen op tien mille. In Dnepropetrovsk hangt een joekel van een advertentiebord om de inwoners tot klikacties te verleiden.

'Als ik nog jong genoeg was geweest, was ik naar Donetsk gegaan om daar te gaan vechten' zegt Viktor (62) aan de oever van de machtige Dnepr. Hij heeft het niet op Kolomojski. 'Ja, makkelijk gezegd dat het hier rustig is gebleven. Iedereen is als te dood zijn mening te uiten, niemand durft hier nog iets te zeggen' tiert Viktor. Hij is geboren en getogen in de stad, maar wegens de ‘fascistische’ opstand in Kiev overweegt hij naar de Krim te verhuizen. Het tekent de gespletenheid die Dnepropetrovsk nog altijd kenmerkt.

Maffia-imago

Gouverneur Kolomojski is geen lieverdje en heeft als op de twee na rijkste man van Oekraïne een maffia-achtig imago. Maar hij staat ook bekend om zijn hekel aan de Russische president Vladimir Poetin, die hij onlangs nog ‘die schizofrene kleine’ noemde, met opzet peurend in het -naar men zegt- voor Poetin zo gevoelige aspect van zijn geringe lengte. Ook heeft Kolomojski verklaard dat als Rusland  Oekraïne ooit binnenvalt, hij zal terugvechten. Inmiddels heeft Dnepropetrovsk al een eigen gevechtseenheid opgericht, ‘Dnepr’ genaamd, met stilzwijgend goedvinden van Kiev.

Om Poetin nog meer te zieken, tekende Kolojmoski vorige week een overeenkomst met de leider van de Krimtataren, Moestafa Dzjemiljov, over samenwerking tussen Dnepropetrovsk en de Krimtataren op het gebied van onderwijs en huisvesting (Krimtataren mogen in de stad komen studeren en wonen). Dzjemiljov is onlangs voor vijf jaar entree tot de Russische Federatie ontzegd, de door Rusland geannexeerde Krim incluis. De Krimtatarenvoorman – inmiddels al getipt voor de Vredesnobelprijs – is razend populair bij zijn achterban, die grotendeels danig de smoor in heeft over de hereniging van de Krim met Rusland.

 'Krimtataren zijn prima mensen, hardwerkend en talentvol' zei Kolomojski bij de plechtige gebeurtenis en hij beloofde Dzjemiljov zelfs dat zijn regio er alles aan zal doen de Krim weer te laten terugkeren in de schoot van Oekraïne. De hele ceremonie was duidelijk opgezet om het Kremlin een hak zetten. Eat your heart out Poetin, zal Kolomojski hebben gedacht. In Rusland gaan intussen stemmen op hem samen met de Oekraïense minister van Binnenlandse Zaken Arseni Avakov voor de rechter te slepen. Voor datgene wat ze de Russischtaligen in Oost-Oekraïne aandoen.

Kogelvrije vesten

Verder richting het oosten, op de weg van Donetsk naar het honderd kilometer noordelijker gelegen Slavjansk, is de spanning om te snijden. De rijbanen zijn vrijwel verlaten en de pro-Russische blokposten liggen er nog altijd. Bij Konstaninovka vraagt de barricadecommandant of we kogelvrije vesten en helmen bij ons hebben. 'Jullie papieren zijn in orde, maar zonder die zelfbescherming mag ik jullie niet doorlaten' zegt hij beleefd, bezorgd bijna.

De commandant belt, overlegt, en geeft ons alsnog ruimbaan. 'Ga met God, wees voorzichtig' zegt hij en hij drukt ons nog een keer stevig de hand, alsof hij daarmee wat extra bescherming wil meegeven. Maar tien kilometer bij Slavjansk vandaan, ter hoogte van Kramatorsk, houdt de laatste pro-Russische controlepost ons alsnog tegen. 'Verderop staan de Oekraïners. Die lui zijn gek, ga er niet heen, ze laten je ‘verdwijnen' zegt militielid Jevgeni, doelend op de door de separatisten vermeende ontvoeringen door de Nationale Garde van Oekraïne.

Hij laat de puinhopen zien van een kapotgeschoten winkeltje. 'Hier stond een kiosk, waar je sigaretten en snoepgoed kon kopen. Geraakt door een raket van het Oekraïense leger. Gelukkig was er op het moment zelf niemand aanwezig.'

Minder geluk had de vader van Sergej (45), die samen met een groepje vrienden in ontbloot bovenlijf de resten staat op te ruimen van wat een paar dagen eerder nog een metalen garage was. 'Mijn vader werd geraakt door een raket, we hebben hem gisteren begraven' zegt Sergej met een starende blik in de ogen, alsof hij nog steeds in shock verkeerd. Zijn schoonvader Vladimir (58) is razend. 'Het leger beschiet ons met mortieren en raketten. Ik ben altijd een vreedzame burger geweest, maar geef me nu een geweer en ik zal schieten, gelooft u me' briest hij. 'We hebben verdomme zijn vader bij elkaar moeten wegen, het zag er verschrikkelijk uit.'

Mijn vader werd geraakt door een raket, we hebben hem gisteren begraven, zegt Sergej met een starende blik in de ogen

Vladimir wijst op zijn kleinzoon. 'Hij wilde een paar jaar geleden nog het leger in, toen alles in Oekraïne nog vredig was. God zij dank is hij niet gegaan. Anders had hij nu op zijn eigen familie moeten schieten.'

Dan klinkt het geluid van een naderende straaljager en kijken de mannen paniekerig naar het hemelzerk. Er gebeurt niks, maar het tekent de angst van de inwoners van Kramatorsk. 'Ze vallen nu al twee weken aan, op willekeurige momenten' zegt Vladimir. 'Je weet dus nooit wanneer, en je moet voortdurend oppassen.'

Onwezenlijk stil

In het treinstation en de straten van Loehansk, op zo’n drie uur met de trein van Donekst, is het onwezenlijk stil. In het hotel, een zestien verdiepingen hoge kolos uit de Sovjettijd, zijn de lichten in de foyer en de gangen uit. 'Veiligheidsoverwegingen' zegt de dame achter de balie. 'De sfeer in de stad is gespannen en je weet nooit wie er op straat loopt dezer dagen.'

Evenals Donetsk scheidde ook de buurregio Loehansk zich op 11 mei per referendum van Oekraïne af. En hoewel de strijd van het Oekraïense leger tegen de pro-Russische activisten zich momenteel vooral lijkt te concentreren op Donetsk, is het er in Loehansk ook al ruig aan toegegaan. Vorige week nog kwamen er twee Russische journalisten om het leven bij een bombardement.

En begin deze maand vloog er een raket het door de separatisten bezette stadhuis binnen. Althans, dat zeiden de separatisten. Volgens Kiev zaten zij zelf met explosieven te knoeien en hadden ze de ontploffing aan zichzelf te danken. Er vielen acht doden bij het incident en evenveel gewonden. Het getroffen kantoor ligt er nog net zo zwartgeblakerd bij als drie weken geleden, de chaos is enorm en er zit een groot gat in de buitenmuur.

'Weet je wat ik nou het ergste vind van zo’n Porosjenko?' zegt Vladimir in het stadhuis. 'Komt hij naar Donbass en heeft hij niets meegenomen. Terwijl hij weet dat de mensen hulp nodig hebben. Kinderen lijden aan diabetes. Maar denk je dat hij medicijnen bij zich had? Wat is dat voor een president?!' gromt Vladimir, een stevige, en anderszins vriendelijke vijftiger.

De pro-Russische politicoloog zegt uit Kiev te zijn gevlucht, waar hij zeven jaar lang heeft gewoond en gewerkt. Nadat Janoekovitsj in februari was verdreven, werden zijn gezin en hij bedreigd. 'Mijn kinderen kregen via internet meldingen dat ‘bekend was’ op welke school ze zaten. Op het klaslokaal nauwkeurig' huivert Vladimir. Over het antwoord op de vraag van wie de dreigementen afkomstig waren, hoeft hij geen seconde na te denken: de Rechtse Sector, de ultranationalistische partij afkomstig uit West-Oekraïne en voor een groot deel verantwoordelijk voor de opstand tegen Janoekovitsj.

De jonge, kettingrokende justitieminister Denis Koezares – vlot poloshirt en trendy tas om de schouder – van de zelfverklaarde republiek en door niemand erkende republiek zegt dat er inmiddels alleen al uit Loehansk-stad tien- tot vijftienduizend mensen zijn gevlucht. Ook hij hekelt Porosjenko, die een eenzijdig staakt-het-vuren heeft afgekondigd. 'Wat nou bestand?!' foetert hij. 'Het is vrijdagavond om tien uur ingegaan en meteen dezelfde nacht heeft het leger weer gebombardeerd.' Meerdere media melden evenwel dat separatisten op hun beurt grensposten tussen Oekraïne en Rusland hebben aangevallen. De propagandamachine draait op volle toeren. Aan weerskanten.

Puinruimen

In het dorpje Markove, ten noordoosten van Loehansk, is Irina (58) samen met haar broer de puinhoop aan het opruimen in hun wegrestaurantje. Het dorpje is de afgelopen dagen voortdurend bestookt door het Oekraïense leger, en het horecabedrijfje heeft flinke schade opgelopen. De ramen liggen eruit en er zijn gaten geslagen in het net afgelopen herfst vernieuwde stucwerk. 'Maar gelukkig was het vroeg in de ochtend, waardoor er niemand gewond is geraakt' zegt Irina.

Overal in de buurt zijn bedrijven getroffen door mortiergranaten. Van een hotel ligt een groot deel van het dak eraf. Er is geen gas, water en elektriciteit meer in Markove en Irina en haar broer zijn de drankjes uit de koelkast aan het halen. Ze geeft vier flesjes water mee, we hoeven er niet eens voor te betalen.

'Ik zie geen uitweg uit dit conflict' verzucht Irina. 'Dit vredesplan van Porosjenko is een ultimatum aan onze milities. Er wordt hier nu al dagen geschoten, mensen hebben psychische hulp nodig. En als de politieke problemen niet worden opgelost, dan komt de Rechtse Sector hier straks etnische zuiveringen doorvoeren.' Lees: op Russischtaligen.

Mijnen

De brug over het riviertje Severnyj Donets, tussen Marovke en Loehansk, is ondermijnd. 'Het is de enige weg naar de stad' verklaart rebellencommandant Anatoli Sjpakov (63). 'Als het Oekraïense leger oprukt, blazen we de boel op en kunnen ze niet verder.' Sjapkov wijst op de heuvels in het zuidwesten. Ook daar liggen zijn mannen ingegraven. 'De heuvels mogen niet in handen komen van de vijand' vertelt de oud-militair uit ervaring. 'Vanaf daar is het makkelijker vechten.'

Bij de barricaden liggen hele mortiergranaten en stukken daarvan uitgestald op een muurtje. Ze zijn de afgelopen dagen van kilometers verderop (Markove) afgevuurd op de opstandelingen, die ze bijna met enthousiasme tonen. 'Alleen de raketten die in de bossen hieromheen insloegen, ontploften' vertelt nachtcommandant Sergej Tsjipilin (50). 'Die op de weg vielen niet.' Hij heeft er wel een verklaring voor: 'Een paar dagen geleden heeft een voorbijkomende priester onze barricadepost gezegend.' Religie en oorlog versterken elkaar.

Sjpakov vertelt in het provisorische tentje van hout en doorzichtig landbouwplastic wat hem de strijd tegen het nieuwe bewind in Kiev heeft ingetrokken. 'Odessa' zegt de gepensioneerde krijgsman beslist, doelend op de brand in het Vakbondshuis in de Oekraïense havenstad, die begin mei aan ruim veertig pro-Russische demonstranten het leven kostte. 'Toen ik dat zag, begreep ik dat ik nodig was in de strijd tegen de fascisten.'

Ademhalen

Maar wat is fascisme? Wat verstaat Sjpakov daaronder. De vriendelijke man met zijn witte haar en groene ogen krijgt ineens iets grimmigs. 'Dat zijn ultranationalisten die andersdenkenden niet laten ademhalen' zegt Sjpakov kwaaiig. Maar hij heeft in West-Oekraïne gediend, wemelt het daar dan van de neonazi’s? 'Nee' erkent Sjpakov. 'Prima mensen, ze spreken zelfs gewoon Russisch.' Dat het fascisme als staatsideologie van Oekraïne een verzinsel is, dringt evenwel niet tot hem door. De hersenspoeling is te sterk geweest. 'Er is daar een aanzienlijke club die wel gevaarlijk is en de macht wil grijpen' zegt Sjpakov.

Fascisten, dat zijn ultranationalisten die andersdenkenden niet laten ademhalen

Er arriveert een vrouw met een hoofddoekje bij de tent. Ze heeft een grote teil bij zich met daarin in honing gedrenkte oliebollen. 'Neem er een jongens' zegt ze met lijzige stem. 'Voor mijn man, hij is een brug verderop omgekomen.' Het is nu negen dagen later en de orthodoxe traditie wil dat de dode dan voor het eerst wordt herdacht. En dat gebeurt nu met de oliebollen. 'Mijn man was goed' zegt de vrouw. 'Hij werkte hard, dronk niet. Hoe kan ik de mensen vergeven die de kostwinnaar van mij en mijn twee kinderen hebben afgenomen.'

Sjpakov doet zijn best, maar echt geraakt lijkt hij niet door de vrouw. Ze praat zeurend en irriteert hem een beetje. Uiteindelijk neemt hij de gegevens op van de weduwe. 'We kunnen weinig voor haar doen. Ik zal haar naam en telefoonnummer doorgeven aan de leiding van de Volksrepubliek Loehansk, die hebben gezegd de achterblijvenden van gesneuvelden te zullen helpen' zegt de commandant zuchtend.

Gatenkaas

Bij de grensovergang Dolzjanski richting Rusland is de controlepost aan Oekraïense kant totaal aan flarden geschoten. Een aantal dagen ervoor hebben opstandelingen hier met het Oekraïense leger gevochten. Wie de strijd heeft gewonnen, is niet bekend: er zijn Oekraïense douaniers noch rebellen te bekennen, de post is verlaten. Overal liggen grote stukken verbrand metaal, de gebouwtjes zijn een gatenkaas door de kogel- en granaatinslagen en de taxichauffeur moet behendig om de schroot heen sturen om bij de Russische grenspost te komen. Daar ziet alles er keurig netjes uit, alsof je in een andere wereld staat.

Op de gang van het kantoorgebouwtje zit Valja met haar dochter. Ze zijn gevlucht uit Sjachtjorsk, een stadje in de regio Donetsk, waar ook de vlam in de pan is geslagen. Haar schoonzoon en zes kleinkinderen zijn al in Rusland. Maar Valja heeft een probleem: de familie is Armeens en zij heeft alleen een verlopen Sovjetpaspoort. Daarom laten de Russen haar niet binnen en wacht ze samen met haar dochter op een oplossing.

Valja begint haar levensverhaal te vertellen en krijgt de tranen in haar ogen als ze vertelt dat ze ‘veteraan van de arbeid is’. 'Mijn leven lang heb ik hard gewerkt. Ik heb nooit iets slechts gedaan en nu laten ze me niet toe. Ik kan niet terug naar Sjachtjorsk, daar wordt geschoten' huilt Valja. Haar dochter kijkt stuurs voor zich uit, zij weet het ook niet meer. Ze kan hier niet blijven maar haar moeder evenmin achterlaten.

Rusland zet het vluchtelingenprobleem van Oost-Oekraïne flink aan om Kiev in een kwaad daglicht te stellen. Maar tegelijkertijd komen vluchtelingen die niet over de juiste papieren beschikken er niet in. 'Zo zijn de regels mevrouw' zegt een jonge douanier die haar jammerklacht een tijdje aanhoort streng. En dan richting de eveneens wachtende verslaggever. 'Ook in uw land toch?'

Mijn gekozen waardering € -

Joost Bosman (1969) is correspondent in Rusland en de rest van de voormalige Sovjet-Unie voor onder meer het AD, De Tijd, BNR en Reporters Online.