Inbreken met enkelband

Ik was zondag even bij de chino. Sjek en cola halen. Al gauw klonk het van een paar kanten ‘Balotelliiii’, dat is mijn bijnaam in Boca. Even bijkletsen. Biertje erbij, gezellig. ‘Werken Balotelli? Ja, ik heb vanmorgen gewerkt man. Hele tuin schoongemaakt, man! Nu even lekker zitten. Thuis alles goed?’ Naast ons knallen de dominostenen op tafel. Even verderop zit Ibi met zijn geluidsinstallatie, zoals elke zondag. De muziek schalt over de parkeerplaats. Het is een drukke boel, het salaris is nog niet op blijkbaar.

Ik vertelde het vanmorgen in de auto aan mijn zoontje. We moesten beiden lachen en dachten hetzelfde. In Nederland zou iemand zijn uiterste best doen om de enkelband te verbergen. Een lange broek met wijde pijpen, ook al is het hartje zomer. Niet in Boca. Daar is zo’n enkelbandje haast een statussymbool. Zo van ‘heb jij niet, hè!’, met een lach en een schittering in de ogen.

“Zou dat enkelbandje ook gemonitord worden”, vroeg mijn zoon zich hardop af. “Of kun je er rustig een kraakje mee zetten?” Ik schoot in de lach. Ik vroeg me hetzelfde af. “Het is de vraag of al zijn bewegingen geregistreerd worden”, antwoordde ik. “Of ze iemand later via de data op een plaats delict kunnen plaatsen. Want dat al die gasten met een enkelbandje 24 uur per dag gemonitord worden, dat lijkt me sterk.”

In gedachten zagen we de bewaker wegdommelen achter de monitor. We kwamen niet mee bij.

Mijn gekozen waardering € -