Indrukwekkende biografie van de mysterieuze bekendste fascist van Nederland

Wie zich verdiept in de geschiedenis van het fascisme in Nederland komt hem onherroepelijk tegen. Ook bij onderzoek naar het Nederlandse literaire leven in ruwweg 1920-1960 duikt hij steeds weer op: de priester-fascist Wouter Lutkie.

 

Maar tot aan lezing van het recent verschenen werk Soli Deo. Wouter Lutkie (1887-1968). Biografie van een priester-fascist van historicus Willem Huberts bleef Lutkie voor mij een schimmig figuur, die ik moeilijk kon plaatsen. Hoe bestond het dat iemand die persoonlijk contact had met de Italiaanse dictator Benito Mussolini en tot ver na diens dood een vurig pleitbezorger voor het Italiaanse fascisme was, na de oorlog niet hard is aangepakt?

Hoe bestond het dat de rooms-katholieke kerk Lutkies activiteiten tolereerde? Hoe bestond het dat de weduwe van Erich Wichman, de legendarische jonggestorven kunstenaar-dichter in 1929 de opvoeding van haar oudste zoon Hans (1916-1942) uitbesteedde aan deze priester? In hoeverre speelde dat een rol bij Hans’ toetreding tot de SS, met als gevolg diens dood aan het Oostfront?

Waarom zag (literair) Nederland in de jaren dertig in deze priester-fascist een gelijkwaardig gesprekspartner? Waarom was de vorig jaar overleden Nederlandse letterkundige Wim Zaal zo gefascineerd door Lutkie? En hoe zat het nu precies met het antisemitisme in het Nederland van vóór 1940, en bij de verschillende fascistische partijen en personen in het bijzonder?

Van Beversluis tot Toorop, van Ter Braak tot Mussert

En wat hadden uiteenlopende lieden als bijvoorbeeld Martien Beversluis, Menno ter Braak, de broers Gerard en Henri Bruning, Antoon Coolen, bisschop van Diepen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman, F.C. Gerretson (alias Geerten Gossaert), Ed Hoornik, George Kettmann Jr., Hendrik Marsman, Arnold Meijer (van het Zwart Front / Nationaal Front), Anton Mussert en Jan Toorop nu precies met Wouter Lutkie – en omgekeerd – van doen?

Al deze vragen en nog veel meer had Willem Huberts ook. Huberts, zelf van Joodse origine en vanaf 1985 bezig met onderzoek naar het fascisme en nationaalsocialism in Nederland 1923-1945, kwam bij zijn onderzoeken de naam van Wouter Lutkie vaak tegen. Huberts (Soli Deo, blz. 421): “Nooit op de voorgrond, altijd op de achtergrond. Hij bleef een naam waarachter zich een enigmatische man verschool: katholiek priester, eigenzinnig tijdschrifteigenaar, dwarsliggend fascist en virulent anti-nationaalsocialist. In al die jaren die verstreken zijn, heb ik me vaak afgevraagd wie toch die Wouter Lutkie was.”

Indrukwekkend in de tijd geplaatst

Huberts is er grotendeels in geslaagd zijn en mijn vragen te beantwoorden (en zijn nu eenmaal ook wat vragen rond Lutkie die niet te beantwoorden zijn). En niet alleen dat: hij plaatst Wouter Lutkie, oudste zoon uit een welvarend Brabants koopmansgeslacht, op een indrukwekkende wijze in de tijd – waardoor dit boek niet alleen een biografie van Lutkie is, maar óók een geschiedschrijving van rooms-katholiek Nederland in ruwweg 1910-1960 is. Tevens bevat het werk de geschiedenis van Lutkies politiek-culturele tijdschrift Aristo. En geeft het een nieuwe, bredere blik werpt op de geschiedenis van het fascisme (én nationalsocialisme) in Nederland.

Maar het bijzonderste aan deze biografie is dat Huberts er ook in geslaagd is het – althans voor mij – onduidelijke en onbegrijpelijke personage van Lutkie als levensecht mens te portretteren, waarbij de biograaf zich niet in speculaties verliest.

Zonder al te veel te willen verraden: de 22-jarige zakenman Wouter Lutkie kreeg tijdens een kerkdienst in 1909, “als een blikseminslag bij heldere hemel” een openbaring, waaruit hij concludeert priester te moeten worden. In de jaren 1912-1919 wordt hij – als ruim twintigjarige tussen pubers – opgeleid tot priester. Hij was eigenzinnig, eigenwijs, eigengereid – een dienaar van God, op zijn eigen voorwaarden- Loyaal aan de autoriteiten, maar ook voortdurend in conflict ermee. Hij was ergens ziende blind, door zijn rotsvaste geloof in Mussolini – die hij enkel wegens diens buitenlandse beleid (lees: vooral het pact met Hitler) bekritiseerde.

Ombudsman

Bijzonder is ook dat naast dit alles Lutkie een zeer sociaal bewogen man was. Fel antidemocraat, maar niet anti-medemens. Huberts omschrijft hem terecht ook als ombudsman, die zich voor tal van van mensen inzette. Bijvoorbeeld in de jaren twintig voor ongehuwde moeders op het Brabantse platteland. En in en na de oorlog voor mensen die door de autoriteiten gevangen waren gezet. Lutkie noemde dat zijn “verloskundige praktijk” – iets waarover hij bij leven niet pochte.

Is het alleen maar hosannah! voor dit boek? Ja, bijna louter – want met dit boek is Huberts nog veel meer de diepte ingegaan dan in zijn proefschrift In de ban van een beter verleden (RUG, 2017) – de geschiedenis van het fascisme in Nederland 1923-1945. In dat werk staan zo’n beetje álle fascistische en nazistische partijtjes beschreven die destijds in Nederland actief waren. Dat waren er nogal wat – en dat brengt met zich mee dat aan elke (splinter)partij en persoon maar beperkt aandacht kon worden gegeven. In Soli Deo (God alleen) heeft Huberts alle registers opengetrokken – zonder ook maar iets van Lutkies woorden en daden – te vergoelijken.

Toch nog enige kritiek

Huberts heeft ervoor gekozen om bij geciteerde Frans- en Duitstalige teksten eerst de Nederlandse vertaling te geven, waarop – in de lopende tekst – het Franse of Duitse origineel volgt. Dat houdt het lezen nogal op – iets wat voorkomen had kunnen worden door die originele teksten in voetnoten te plaatsen. Precies hetzelfde doet zich voor bij de introductie van personages die – al dan niet vluchtig – voorbij komen. Dan volgt in vele gevallen in de lopende tekst een hele c.v. Terwijl die, omwille van het leesgemak, beter in een voetnoot vermeld had kunnen worden. Zodat je als lezer kan kiezen om al dan niet al die zijsprongen te bewandelen – zonder eindeloos te hoeven bladeren om in de eindnoten te zien of je de extra informatie al dan niet tot je wil nemen.

Klein gemis

Het enige dat ontbreekt in deze biografie is informatie over wat de Mussolini-dictatuur concreet voor de “gewone” Italiaan betekende. Lutkie was lyrisch over het binnenlands beleid van Mussolini – maar wat wist hij er feitelijk van? De opmerking op blz. 202: “Wat zijn [Mussolinis] ‘fascisme’ inhield was nogal vaag, maar zijn knokploegen, de zwarthemden, lieten niets te raden over” – had best wel wat uitgebouwd mogen worden.

Willem Huberts. Soli Deo. Wouter Lutkie (1887-1968). Biografie van een priester-fascist. Boom uitgevers, Amsterdam, 2022. 528 blz. €39,90.
https://www.boomgeschiedenis.nl/product/100-10529_Soli-Deo-Wouter-Lutkie-1887-1968

Mijn gekozen waardering € -

Onderzoeksjournalist, dichter en samensteller van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie.
Werkt aan een boek over het Hitler-de-kunstenaar en het nazivervalsingencircuit.