Irak draagt de trauma’s van Saddam en de invasie

Twintig jaar geleden vielen de VS Irak binnen en verjoegen dictator Saddam Hoessein. Hedendaags Irak kampt met de erfenis van beide, Saddam en de invasie, waarbij trauma op trauma is gestapeld.

Als ik terugdenk aan twintig jaar geleden, toen in de nacht van 19 op 20 maart 2003 de Amerikaanse invasie in Irak begon, dan herinner ik me vooral hoop. Na dertig jaar onder een brute dictator kon het toch alleen maar beter worden? Een einde aan de onderdrukking en de angst, met de vrijheid om te zeggen wat je vindt en via satelliet-TV kennis te maken met de wereld. Maar ook: eindelijk weten wat er gebeurd is met de vele familieleden die in de mangel van het regime vermist raakten.

Er is geen ander land dat zoveel vermisten heeft als Irak. Van tussen een kwart en een miljoen mensen is niet bekend of ze dood zijn en waar hun lichaam is. Dat is niet alleen dankzij Saddam, al stamt een groot aantal van de vele massagraven die nog altijd niet geruimd zijn uit zijn tijd. Ook de terreurgroep ISIS en de sjiitische milities die zijn opgericht om haar te verjagen hebben eraan bijgedragen.

Die hoop die ik meekreeg bij mijn eerste bezoek aan Irak, in april 2003, is twintig jaar later totaal verdampt. Zelfs in de Koerdistan Regio, die als gevolg van de ommezwaai de kans kreeg verder te gaan als autonome regio binnen de Iraakse federatie. De Irakezen verwachtten dat hun land vrij en welvarend zou worden en dat zijzelf beter af zouden zijn. Dat ze eindelijk zouden delen in de verworvenheden van de democratieën en welvaartsstaten waarover ze steeds maar hoorden.

Starbucks

Ze wilden alles: de Macdonalds en Starbucks, de nieuwste films, auto’s, luxeproducten. Ze wilden meer dan alleen overleven en hoopten eindelijk goede gezondheidszorg te krijgen. En een beter onderwijs. Ze wilden vooral vrijheden: om zich uit te spreken, niet meer bang te zijn, op zoek te gaan naar hun vermisten. Om hun religie openlijk te vieren en kilometers ver te lopen als onderdeel daarvan. Te reizen en een blik op de wereld te hebben.

Veel daarvan hebben veel Irakezen ook wel degelijk gekregen. Maar de prijs is zo hoog, dat velen menen dat de tijd onder Saddam toch beter was. De Amerikaanse bevrijder werd een bezetter die niets wilde begrijpen van het land dat niet van dankbaarheid driedubbelboog. Die met slechte planning en verkeerde beslissingen een deel van de Irakezen tegen zich in het harnas joeg en het verzet dat ontstond alleen met geweld kon beantwoorden.

De Amerikanen, die tijdens de invasie en de daaropvolgende strijd verantwoordelijk waren voor de dood van zo’n 200.000 Irakezen. Die nieuwe trauma’s bovenop de al zo talrijke stapelden. Bijvoorbeeld door hun afval buiten hun bases te verbranden, waarmee ze niet alleen hun eigen militairen maar ook vele duizenden Irakezen die er vlakbij woonden opzadelden met ernstige gezondheidsproblemen. Door hun projectielen te verharden met verarmd uranium (DU), wat leidde tot een enorme toename in misvormd geboren kinderen en kanker in Basra en Falluja.

Verdeeld

Irak van vandaag is een verdeeld land. Dat was het wellicht ook onder Saddam, maar die hield het deksel op de doos. Hij legde de kiem van het tegenwoordige sektarisme, door zijn eigen groep, de soennieten, meer rechten en voordelen te geven. En tegelijkertijd de sjiitische minderheid te onderdrukken, dom en arm te houden, terwijl hij gifgas inzette tegen de opstandige Koerden.

Nu hebben alle groepen hun eigen vertegenwoordiging in regering en parlement, wat tevens de basis vormt voor de totaal uit de hand gelopen corruptie. En die zorgt er dan weer voor dat de achterban niet meeprofiteert. Saddam zorgde voor een goede infrastructuur. In huidig Irak zijn al jaren geen wegen aangelegd, loopt de trein alleen nog tussen Bagdad en Basra, zijn er ernstige tekorten aan water en elektriciteit en is de industrie gedecimeerd.

Veel Irakezen zien een directe relatie met de invasie. De Amerikanen hebben deze corrupte kliek immers aan de macht geholpen? Voor 2003 was er één Saddam, nu zijn er duizenden! Het is een feit dat Saddam de kikkers in de kruiwagen wist te houden, maar wel ten koste van alles wat de Irakezen van voor 2003 niet hadden.

Het is lastig om twintig jaar later eerlijk vast te stellen dat de invasie een foute zet was. Objectief gezien, gingen de Irakezen erop vooruit. Ze kregen veel van wat ze wensten. Natuurlijk was het beter geweest als er geen ingrijpen van buitenaf was geweest, maar Saddams regeercultuur van angst was zo doeltreffend dat er binnen het land vrijwel niemand in staat leek hem omver te werpen.

Wijten

Wat er de afgelopen jaren is gebeurd, is niet alleen het gevolg van die invasie en de fouten die de Amerikanen maakten. Een groot deel is te wijten aan de ballingen die politici werden, de elite die Saddams plek innam. En een ander deel is terug te voeren op dertig jaar dictatuur, waarin tal van zaden zijn gelegd voor vandaag.

Al-Qaida en ISIS zouden onder Saddam geen kans hebben gehad, maar hij liet de radicale islam toe in Irak toen hij in de jaren negentig een religieuze campagne begon. Onder de sancties tegen zijn regime verarmde de bevolking en trok naar de moskee, en Saddam probeerde zijn volk niet compleet te verliezen. Zonder die beweging zouden er geen radicale soennieten zijn geweest die zich na 2003 organiseerden, onder meer in het verzet tegen de Amerikanen. En dus ook geen ISIS die na het vertrek van de Amerikanen eind 2011 een snelle groei doormaakte.

De erfenis van Saddam is in Irak nog overal, al moet je er wel oog voor hebben. Wat wisten de politici die in 2003 aan de macht kwamen in Bagdad en Koerdistan nu van democratie? Ze kopieerden wat ze kenden. Partijen op basis van personen in plaats van programma’s, families die politieke en economische macht combineerden. Saddam kocht loyaliteit met gouden horloges en geld, nu gebeurt dat met auto’s, banen en stukjes land.

Maar het grootste deel van zijn erfenis is niet zichtbaar. Dat zijn de trauma’s onder de Irakezen. Vanwege zijn brute regime. Vanwege de oorlogen die hij vocht, eerst tegen Iran, tegen zijn eigen Koerdische bevolking, toen de invasie in Koeweit, het internationale ingrijpen dat volgde en het neerslaan van de sjiitische opstand, en tenslotte de Amerikaanse invasie. Dat zijn trauma’s die deels zijn overgedragen op de volgende generatie, want inmiddels is de helft van de Iraakse bevolking na 2003 geboren.

Vluchten

De verhalen over de vlucht – bijvoorbeeld van honderdduizenden Koerden in 1991 – leven voort in het collectieve geheugen. Maar ook in de werkelijkheid van vandaag, waarbij Irak nog altijd 1,2 miljoen ontheemden heeft. Gevlucht voor het geweld, met als jongste hoofdstuk de vlucht voor ISIS.

En nog steeds kennen de meeste Irakezen wel iemand die vermist wordt. Soms al uit de tijd van Saddam, die (vermeende) tegenstanders oppakte, een hele Koerdische stam afvoerde naar de woestijn waar nog lang niet alle massagraven zijn geruimd, en in 1991 de sjiitische opstand bloedig neersloeg.

Maar soms ook recenter. ISIS executeerde duizenden: politiemensen, politici maar ook gewone burgers. Van de 1800 sjiitische legerrekruten die de groep in juni 2014 bij Tikrit vermoordde, zijn niet alle lichamen geborgen. En bij diezelfde stad worden nog altijd een paar duizend soennieten vermist die het slachtoffer waren van sjiitische wraakacties.

Het zijn trauma’s waar niemand het over heeft. Maar die wel bepalend zijn voor hoe het met Irak verder gaat.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten