Is een anti-motorclub-wet nodig?

Limburg vreest dat het geweld door motorclubs uit de hand loopt. Vorige week greep de politie hard in tijdens een actie tegen de Bandidos. Moeten we in Nederland de minister de mogelijkheid geven motorclubs te verbieden? De voors en tegens.

Dit zijn alle redenen waarom we motorclubs moeten verbieden.

1. Motorclubs ondermijnen de rechtsstaat

We zijn gewoon hobbyverenigingen, stellen de motorclubs. Vooruit, er zijn inderdaad leden die in hun vrije tijd crimineel zijn. Maar dat is bij andere verenigingen ook zo.

De politie vindt dat te makkelijk. Want de outlaw motorclubs hebben wel wat meer criminele leden dan de gemiddelde postzegelclub. De politie nam een steekproef van 601 outlaw bikers, die bijvoorbeeld bij verkeercontroles waren aangehouden. Ruim 80 procent had een strafblad. De politie vergeleek dat met 300 andere motorrijders: daar had ruim 30 procent iets op zijn kerfstok.

2. Verbieden lukt nu niet

Justitie probeert het al langer: motorclubs laten verbieden. Maar in 2009 strandde een poging om een einde te maken aan de Hells Angels bij de Hoge Raad. Het Openbaar Ministerie pakte toen de afdeling in Harlingen aan, waar een meerderheid van de bestuursleden een strafblad had.

De vraag voor de hoogste strafrechter was: hangt er een structurele cultuur van strafbare feiten binnen de vereniging? Dat kon het OM niet bewijzen, oordeelde de Raad. De eisen zijn streng: een club moet zich bezighouden met een ‘daadwerkelijke en ernstige aantasting’ van ons rechtsstelsel.

Daarmee maken we het te moeilijk om snel in te grijpen, vinden voorstanders van een nieuwe anti-motorclub-wet.

3. Duitsland heeft het al geregeld

Kijk naar Duitsland, zeggen voorstanders. Daar mag de minister van Binnenlandse Zaken motorclubs verbieden. Dat is een publieksrechtelijke maatregel, net zoals de beslissing van een burgemeester om een café te sluiten. Een motorclub kan het besluit van de minister besluit aanvechten bij de rechter. Zo is er altijd een juridische check.

De Duitse minister Thomas de Maizière heeft de van oorsprong Nederlandse motorclub Satudarah al verboden, omdat die betrokken zou zijn bij drugs- en wapenhandel. De club vormt een gevaar voor de openbare orde, stelt De Maizière. Waarom kunnen we dat ook niet in Nederland?

Maar dan alle redenen tegen een verbod

1. Het probleem is niet zo groot

Het geweld door motorclubs wordt ‘gehypet’ door de politiek, zegt advocaat Erik Thomas, die leden van Satudarah verdedigt. ‘Het aantal incidenten met geweld tussen clubs is ruim op de vingers van één hand te tellen. De overheid schreeuwt sinds 2011 moord en brand over de motorclubs, maar concrete zaken zijn er heel weinig’, vindt hij. ‘Ik zeg wel eens gekscherend: je kunt de VVD ook een criminele organisatie noemen, als je kijkt naar het lijstje vertegenwoordigers dat met justitie in aanraking komt. Maar bij de VVD doen we dat niet, en bij de motorclubs wel.’

2. Vereniging is een grondrecht

Als het makkelijker wordt om clubs te verbieden, betekent dat een aantasting van het recht op vereniging: een grondrecht. Alleen de rechter kan een club verbieden, als daar voldoende aanleiding voor is. Bijvoorbeeld als een vereniging een crimineel doel heeft. Morrelen aan dat is een aantasting van de democratische rechtsstaat, vinden tegenstanders.

Je mag daarom de mogelijkheid om een club te verbieden ‘nooit maar dan ook nooit’ bij een minister neerleggen, vindt advocaat Thomas. Een minister is politicus, en laat zich misschien teveel leiden door de waan van de dag.

3. Het OM moet gewoon beter zijn best doen

Je kunt een motorclub al laten verbieden. Dat dat in 2009 niet gelukt is met de Hells Angels, wil niet zeggen dat het nooit lukt. Justitie moet er gewoon wat harder voor werken. ‘Het OM had niet genoeg bewijs verzameld om een verbod bij elkaar te krijgen’, zegt Cyrille Fijnaut, hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Tilburg. ‘Maar vijf jaar later, en X strafzaken tegen leden van motorclubs verder, weet ik niet of die weg nog zo onbegaanbaar is. Nieuwe wetgeving lijkt me geen prioriteit.’

Fijnaut wijst erop dat de minister in Duitsland ook met bewijzen moet komen. Zoveel anders is de situatie bij ons niet.

Dit artikel verscheen eerder in Trouw.

Mijn gekozen waardering € -

Marten van de Wier is zelfstandig journalist en communicatieprofessional. Hij heeft speciale aandacht voor duurzaamheid, natuur en onderwijs, en is daarnaast specialist Zuid-Nederland.