Jeugdzorg: crimineel, malafide of ‘ goede intenties, vreselijke gevolgen’?

Je hoort het steeds vaker: jeugdzorg zou bestaan uit criminelen. Op internet vinden we sites met namen als  Anti - jeugdzorgmaffia,  Stop Jeugdzorg Leugens.   Hardop vragen vragen mensen zich af hoe het kan dat jeugdzorg zoveel strafbare feiten kon plegen waar nooit iets mee gedaan werd. Het woord crimineel verwijst dan naar het plegen van strafbare feiten.  Mensen  verenigen zich in groepen tegen het handelen van jeugdzorg: ouders, betrokkenen, sommige juristen, slachtoffers van jeugdzorg. Dat er  heel veel mis is binnen jeugdzorg is voor iedereen die zich erin verdiept wel duidelijk.

Het is dubieus als binnen een willekeurige organisatie mensen zelfmoord plegen. Vooral als het er relatief veel zijn.  Daar zit iets helemaal niet goed. Het bedrijf France Telecom kwam door de vele zelfmoorden voor de rechter. Er was een uitgebreid onderzoek naar mogelijk strafbaar handelen van die organisatie.

En stel eens, dat  binnen een willekeurige organisatie naast een groot aantal zelfmoordgevallen ook nog eens aantoonbaar zo’n duizend strafbare zaken voorkwamen. Waarvan bekend was, dat dit slechts het topje was van een enorme ijsberg, omdat die organisatie uit zichzelf helemaal geen interesse had in al die strafbare feiten…Ze expres verdoezelde. Negeerde. Het is niet moeilijk te geloven, dat  justitie die organisatie zou uitroepen tot een organisatie met een crimineel karakter. Misschien wel zou gaan verbieden.

Het volk zou zo’n organisatie niet willen. En zeker niet als het ook nog eens om de meest kwetsbare kinderen gaat. Waar beschadigde kinderen in het geding zijn, mag je de grootste zorgvuldigheid verwachten. Toch?

Jeugdzorg

In 2019 pleegden maar liefst achttien jongeren die een relatie hadden met jeugdzorg zelfmoord. Vier zelfmoorden vonden plaats binnen een jeugdzorg instelling.  Jeugdzorg schijnt niet wakker te liggen van het feit dat ongeveer een derde van de suïcides onder tieners plaatsvindt binnen hun context. Steekt niet de hand in eigen boezem. Hoe treffend zijn niet de woorden van het 14 jarig meisje Kiemtie, in haar afscheidsbrief in 2019. Waarin ze precies beschrijft wat  met mij zoveel slachtoffers van jeugdzorg voelen. “Ik haat jeugdzorg en al deze kutmensen”. Waarom is het zo moeilijk te begrijpen wat er in haar om ging? Waarom wordt de schuld en verantwoording ineens zo makkelijk bij het kind gelegd?

Commissies

Al onder de commissie Samson kwam Jeugdzorg  weg  met het feit dat vele honderden kinderen die door de overheid uit huis waren geplaatst  seksueel  waren misbruikt, grof verkracht. Justitie maakte toen nog wel het gebaar dat 42 zaken alsnog door justitie zouden worden onderzocht. Schadevergoedingen liepen op van 35000 euro tot 100.000 euro. Seksueel geweld  in de jeugdzorg werd op de kaart gezet. Van de 1000  gemelde zaken bij de hierop volgende  Commissie Onderzoek Geweld in de Jeugdzorg onder leiding van De Winter waren er slechts 6 nog mogelijk voor een rechter te brengen. Mogelijk, want om vervolging vragen,  dat moesten de  melders zelf doen.

En dan maar hopen dat rechters het ook nog serieus zouden nemen. Want (langdurig) fysiek en psychisch geweld tegen kinderen is sowieso het ondergeschoven kindje als het om kindermishandeling gaat. In het eindrapport van de Commissie De Winter komt het woord dader slechts een enkele maal voor in relatie tot seksueel misbruik, voor het overige geweld tegen kinderen  lezen we niets over daders.

Doofpot  en vooral niets melden

De aangifte tegen mijn pleegouders strandde binnen veertien dagen. De minachting van de officier van justitie sprak boekdelen. Zijn doofpot was openlijk en hard. Het voelde, alsof je nog blij mocht zijn dat hij aan zo’n waardeloos schepsel nog antwoordde.  Jeugdzorg en pleegouders moesten beschermd worden. Een lijst aan strafbare feiten werd afgedaan als onbeduidend. De intense indoctrinatie van pleegouders en jeugdzorg , dat ik in feite niets anders was dan rechteloos waardeloos afval hield hierna nog twintig jaar stand. Al die tijd zweeg ik, was ik monddood gemaakt.

Goed, mijn aangifte was slechts één geval. Maar hoeveel gevallen van kindermishandeling  werden om allerlei oorzaken niet gemeld? Niet gemeld door de slachtoffers; kinderen het gevoel werd gegeven dat niemand het erg zou vinden wat tegen ze gebeurde.  Slachtoffers die het juist allemaal wilden vergeten, hun leven wilden oppakken. Maar hoeveel gevallen van kindermishandeling die wel werden aangedragen belandden in de respectievelijke doofpotten van jeugdzorg en justitie?

In vele gevallen werd door jeugdzorg uiteindelijk opzettelijk niets gemeld. Jeugdzorg was immers  zelf jarenlang het meldpunt van kindermishandeling (als Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, AMK, vanaf 1972). Als meldpunt kindermishandeling waren zij vooral de voordeur van hun uithuisplaatsingbeleid. Wat vanwege hun plaatsingen allemaal mislukte verdween niet eens in een lade. Kwam nooit op papier. Wat misliep in pleeggezinnen en tehuisplaatsingen werd op  het kind afgewimpeld. Of het lag aan de biologische ouders, het kind gaf problemen. Er werd als dat zo uitkwam grof gelogen, geïntimideerd, verdoezeld, afgewimpeld, ontkend.  Laf, laag, vies en vals,  maar crimineel?

Geen criminelen?

Van jeugdzorg kun je denken wat je wil, maar hun uitvoering is lastig. Mishandelde, misbruikte kinderen uit ontwrichte gezinnen, soms met heel lastig gedrag, moeten ergens onder dak geplaatst worden. Ergens veilig opgroeien. Wie wil dat? Hoe moet dat? Nou ja, daarvoor hebben we dus jeugdzorg, een instelling waarvan je mag verwachten dat die precies weet hoe dat moet. In het belang van het kind. Maar hoe meet je dat?

Nu accepteren we tot op zekere hoogte best wel fouten van organisaties.  Zoals van een ziekenhuis. In zo’n geval vinden we openheid en – ingeval van strafbare feiten – toepassing van het strafrecht noodzakelijk.  Geef fouten toe, bespreek het openlijk met slachtoffers. Laat onderzoek toe, biedt vertrouwen. En juist in  die gevallen gaat het met jeugdzorg helemaal mis. Jeugdzorg werkt buiten het zicht van anderen. Wordt niet gecontroleerd door onafhankelijke instellingen. En doordat kinderen via  maatregelen van justitie in jeugdzorg komen, komt daar nog eens een enorme machtsfactor bij.  Waardoor scheve machtsverhoudingen ontstaan. Jeugdzorg geeft weinig blijk van kennis te hebben van gevoel en emoties bij ouders en kinderen.

De scheve machtsverhouding die we in het geval van kindermishandeling en misbruik zo afkeuren zien we tussen jeugdzorg en ouders juist opbloeien. Ouders hebben niets in te brengen, zijn willekeurige speelballen van justitie. Woordkeus speelt hierin een belangrijke rol. “Het belang van  het kind, kwetsbare kinderen, onvermogen van ouders, verantwoording.” Ouders kunnen jaren hun kinderen niet zien. Het telt niet. Jeugdzorg verkeert in een toestand dat ze altijd gelijk hebben. Zelfs als ze strafbare feiten plegen. Want ze weten, dat er tegen hen toch niets gebeurt.

In het strafrecht kennen we drie belangrijke aspecten, die een rol spelen voor slachtoffers. Genoegdoening, verantwoording en schade & gevolgen.

Genoegdoening

Daders van strafbare feiten worden door justitie berecht. Eén aspect daarvan is genoegdoening voor de slachtoffers, voor de samenleving. Dít willen we niet, is het signaal. Iedereen kan het in de media lezen. Sommige rechtszaken komen uitgebreid in het nieuws. Bij kindermishandeling zien we rechtszaken tegen de eigen ouders van kinderen, meest in geval van seksueel misbruik,  de overige kindermishandeling wordt door  justitie nog altijd nauwelijks  serieus genomen.   En als het om jeugdzorg gaat, hebben we nog nooit iemand voor een rechter gezien. Geen maatschappelijk werkster, geen pleegouders, geen directeur van jeugdzorg, geen bestuurders, geen beleidsmakers.  Niemand hoeft zich te verantwoorden tegenover slachtoffers . Er bestaat geen schuld. Nergens wordt gevraagd om genoegdoening. Slachtoffers? Is ervoor hen dan  genoegdoening nodig, is er dan recht nodig voor het uitschot van de samenleving die dankbaar moest zijn dat we ze juist wilden helpen?

Verantwoording

Onder jeugdzorg werd niet toevallig zomaar een enkel kind een keer verkracht, gemarteld, vernederd, geslagen, langdurig opgesloten, sociaal geïsoleerd, voor het leven kapot gemaakt. Nee, het was iets dat aan de lopende band voorkwam. Langdurig, herhaald, het geweld hield gemiddeld per geval zeven en half jaar aan. En steeds weer, decennialang onder de volle verantwoording van jeugdzorg. Ze zijn dus niet eens te vergelijken met bijvoorbeeld een ‘gewone’ verkrachter die, hoe erg ook,  eenmalig eens iets doet.  Maar hierin is jeugdzorg wellicht beter te vergelijken met een serie -verkrachter. Niet met een gewone crimineel, maar met een draaideur- crimineel. Met een onverbeterlijke veelpleger. Steeds opnieuw. Op alle terreinen. Zoveel soorten strafbare feiten. Diep geschonden kinderrechten.

Stel dan eens, een serieverkrachter staat voor de rechter. Om zich te verantwoorden. Zou de rechter genoegen nemen met een dader die dan zegt : “Het spijt me echt. Oprecht excuus, aan al die vrouwen die ik in de afgelopen decennia verkrachtte. Maar voor de rest ben ik helemaal goed hoor. Echt, geloof me maar. Niks aan de hand verder. Stuur alle vrouwen maar weer gelijk naar mij door. “

Jeugdzorg staat niet voor een rechter. Hoefde zich voor helemaal niemand te verantwoorden.  Jeugdzorg kan weer doorgaan met zogenaamd weer zo  goed voor de aan hun toevertrouwde kindertjes te zorgen.

Meisjes en meiden  die seksueel misbruikt zijn, worden opgesloten. Nog altijd  worden kinderen in pleeggezinnen geplaatst alsof het boompjes zijn die je zomaar ergens even neerplant. Verplant als  het plantje niet aanslaat. Nog altijd plegen kinderen zelfmoord in en door jeugdzorg. Pleegzorg Nederland weigert de slachtoffers van toen binnen te laten, duldt geen kritiek. Duldt geen advies. Verantwoording?

Schade en gevolgen

Vanuit de overheid kwam dan toch nog een signaal van zich een heel klein beetje nog ergens in de verte een ietsjepietsje verantwoordelijk te voelen. Een tegemoetkoming voor slachtoffers in de jeugdzorg  van 5000 euro. De prijs van een tweedehands auto. Een half maandsalaris van een minister. De prijs van een nieuwe keuken.  Vijfduizend euro als teken vanuit de overheid dat  ze erkennen dat levens totaal zijn geruïneerd. Zowel als kind, als later als volwassene.

Zoveel te weinig om een echt leven van op te bouwen. Om een goede opleiding te kunnen doen, een toekomst te krijgen. Goede therapie te kunnen inkopen. Weet justitie dat bijvoorbeeld een jaar lichaamstherapie volgen al 4000 euro kost en nergens vergoed wordt?

Geweld in de jeugdzorg is geen ‘gewoon’ geweld. Geeft ook geen gewone gevolgen. Waar flink geweld wordt toegepast vanuit de jeugdzorg, gebeurt dat zonder enige relatie. Pleegouders en jeugdleiders (m/v) waren wildvreemden, die van jeugdzorg gewoon ongestraft hun gang konden gaan.

Woedend

Woede is geen objectieve emotie om een artikel te schrijven. Maar ik ben het nog altijd. Woedend. Vanwege  het onrecht. En dan, vanwege het onrecht tegen al diegenen die geen stem kregen. Zoals mijn jonge broertje, die ik als kind slechts eenmaal mocht zien van jeugdzorg. Die ik gelukkig in mijn latere leven ontmoette, maar die het leven niet aankon en ging zwerven.

Hij vertelde mij eens openhartig  hoe tijdens de eerste kennismaking met zijn pleegouders, zijn  broek ruw  omlaag werd getrokken. Zijn toekomstige pleegouders wilden niet door jeugdzorg belazerd worden met een meisje.  Ze  hadden al eigen kinderen, meisjes. Wilden een jongen.  En dat lieten ze hem merken ook. Tussen de eigen kinderen van zijn pleegouders voelde hij zich niet thuis. Hij leerde van zijn pleegouders en jeugdzorg dat niets ergers bestond op aarde dan zijn afkomst, zijn ouders, maar vooral zijn broers. Hij werd bang gemaakt voor zijn broers. Voor mij. Jeugdzorg bestempelde mij tegenover hem zomaar als het ergste op aarde. Op basis waarvan?

Angst aanwakkeren voor je eigen familie.  Onthecht, emotioneel verwaarloosd liep hij bij zijn pleegouders weg, belandde uiteindelijk op straat. Zwierf tweeëntwintig jaar doelloos rond, dakloos. Vroor uiteindelijk  dood tussen wat hoge struiken op zijn tweeënveertigste. Wat een leven. Als je het jeugdzorg vraagt vinden ze dat heel gewoon. Het lag gewoon aan hem. Zijn keus toch, niet?

Ik denk nog verder aan mijn oudste zus, zo gigantisch lang en zwaar mishandeld  en verkracht door die keurige pleegvader die politieman was. Zo netjes uitgezocht door jeugdzorg op basis van het geweld dat hij kon toepassen op haar. Ze kreeg zulke ernstige gevolgen, belandde in een psychiatrische  inrichting. Levenslang. Een verloren leven, zittend op een stoel, wachtend op het volgende stukje dagbesteding. Tot zij op eenenzestigjarige leeftijd stierf.

Antwoorden op vragen

Ik vroeg jeugdzorg: Waar is mijn familie? Waar kan ik terecht met al mijn vragen? Hun reactie was een tactisch zwijgen. Als een verdachte die gebruik maakt van het zwijgrecht. En als het zwijgen al werd doorbroken.  Dan klonk een ontkennend refrein: “We weten het niet. Jammer he? We weten het niet.”

Jeugdzorg geeft geen antwoorden. Heeft geen antwoorden.  Jeugdzorg negeert, haalt de schouders op voor slachtoffers die toevallig nog leven. Jammer dat je nog leeft, want we willen zo graag verder alsof er niks is gebeurd.  Tijd rekken, een volgende tactiek. In de hoop, dat de samenleving vergeet hoeveel leed zij weerloze, onschuldige kinderen die al zoveel meemaakten aandeden.

Machtig tegen ouders en kinderen, onmacht tegen slachtoffers

Vanuit een onbegrensde macht kon destijds alles. Niets was te gek,  de pleegouders werden voor hun geweld nog dik betaald. Normaal worden criminelen geplukt. Pleegouders niet. Zij hoeven het geld dat zij van de Nederlandse Staat toe kregen voor hun mishandelingen, haat en vernederingen niet terug te betalen.  En ik, naïef, stelde nog die ene vraag. Dacht nog dat jeugdzorg nog iets meer inhield dan wat letters op papier. Vroeg ze, waar ik terecht kon met al die gevolgen die ik nog dagelijks ervaar. Voor afgestemde hulp, voor een opleiding, voor een toekomst.

“Toekomst? He? Maar we hebben helemaal geen verstand van trauma’s of van opleidingen”, was hun antwoord, “We weten eigenlijk nergens iets van. Wij weten helemaal niets van hulpverlening. Zoek alles maar zelf uit.”

Oordeel

In de jeugdzorg komt ongeveer dertig procent van de zelfmoorden onder tieners voor.  Jeugdzorg schond langdurig en stelselmatig op grove wijze de kinderrechten van vele duizenden kinderen. Negeerde decennialang expres alle signalen die er waren over hun verwoestende praktijken tegen kinderen en hun ouders.  Stopte  bewijs  van ernstig strafbare feiten in  de doofpot. Nog altijd zijn er veel signalen dat er veel mis is bij jeugdzorg. En achteraf  interesseert jeugdzorg zich helemaal niets voor al die  kinderen die door hun toedoen levenslang diep beschadigd zijn. Voor veel mensen in ons land is jeugdzorg niets anders dan een criminele organisatie.

Maar in een echte rechtsstaat is het is niet aan ons om te oordelen of jeugdzorg een criminele inslag heeft,  een malafide organisatie is, zich crimineel gedraagt. Wij kunnen niet oordelen of het  een organisatie is, die het zo goed bedoelt, maar tegelijk zoveel mensen de vernieling in helpt.  Het is aan het volk, om hierover na te denken, erover te spreken. Het is aan de politiek om erover te debatteren.  Aan de media om erover te berichten.  Maar het  is aan justitie om dat serieus  op te pakken of niet. Om het wel of niet diepgaand te willen onderzoeken. Voor de rechter te brengen. En het is  dan aan de rechter, om een oordeel te geven. Om slachtoffers en alle door jeugdzorg gedupeerden het gevoel te geven, nog in een rechtsstaat te wonen.

Mijn gekozen waardering € -

Ik ben auteur van "Gepleegd", een uitgave van Tobi Vroegh te Amsterdam uit 2020, een jeugdervaringsverhaal waarin ik het systematisch geweld in de jeugdzorg beschreef dat ik meemaakte. Daarnaast schreef ik het boek "Hoe word ik Tim?" uitgave Pumbo, 2021, over de gevolgen van opgroeien in jeugdzorg.  Email: heijtingjasp@gmail.com