Johan Sebastian Bach – Een beknopte bio

Hij verloor een echtgenoot en zeven kinderen. Toch bleef hij zijn muziek opdragen aan God (Soli Deo Gloria - Only for the Glory of God). Johann Sebastian Bach (Eisenach, 1685 – 1750), misschien wel de grootste en invloedrijkste componist uit de geschiedenis van de klassieke muziek. Wat weten we van deze geniale man?

Johan Sebastian Bach werd geboren op 21 maart 1685 in Eisenach, een stad in de Duitse deelstaat Thëringen. Hij was het achtste kind van Johann Ambrosius Bach en Elisabeth Lammerhirt. Zijn namen kreeg hij van zijn peetooms Sebastian Nagel en Johann Georg Koch. Op 23 maart werd hij gedoopt in de Georgenkirche (St. George kerk). Het huis waar hij opgroeide is nu een museum: Bachhaus Eisenach.

De familie Bach was een bekende, muzikale familie vol componisten en musici. Zeker honderd leden van de wijdvertakte familie hadden tot het begin van de 19e eeuw muzikale bezigheden. In Bachs tijd organiseert de familie jaarlijks een familiereünie waar gemusiceerd, gezongen en geïmproviseerd wordt.

,Nadat eerst God was geloofd met een koraal, was er opvallend veel vrolijkheid. Er werden volksliederen gezongen, deels komisch, deels schuin van aard. Dat gebeurde voor de vuist weg, waarbij er hartelijk en onweerstaanbaar gelachen werd, niet alleen door de Bachs zelf, maar door ieder die het hoorde.’ Zo is te lezen in de eerste biografie van Bach, geschreven door Johann Nikolaus Forkel.

Bach groeit dus op, omgeven door muziek. Maar als hij tien jaar is, slaat het noodlot toe: zijn beide ouders overlijden, waarschijnlijk door ziekte. Hij trekt in bij zijn oudste broer en organist Johan Christoff in Ohrdruf, een kleine stad 50 km verderop. Van zijn broer krijgt Johan Sebastian zijn eerste orgel-les.

In Ohrdruf gaat Johan ook naar het lyceum waar hij een goede opleiding krijgt. Hij leert Latijn en zingt in het schoolkoor. Na zijn opleiding, start hij een carrière als organist. Hij werkt vijf jaar in Arnstadt, van 1702 tot 1707, een middelgrote stad in de regio. Uit bewaarde documenten weten we dat de nog ongehuwde Johann Sebastian door de kerkenraad van Arnstadt werd bekritiseerd, omdat hij een vrouw, vermoedelijk zijn toekomstige echtgenote Maria Barbara, op het orgelbalkon had toegelaten en voor haar gespeeld had. Maria Barbara Bach is de dochter van de neef van de vader van Bach.  Ze trouwen in 1707 en krijgen samen zeven kinderen, waarvan er drie als baby overlijden.

Van 1707 tot 1717 werkt Bach als hof-organist en later concertmeester aan het hof van Willem Ernst, de hertog van Saksen-Weimar. In deze periode componeert Bach het overgrote deel van de orgelwerken die hem later beroemd maken. Tijdens zijn leven was Bach minder bekend als componist, maar vooral als orgel- en klavecimbelvirtuoos. Bach introduceerde loopjes op het orgelpedaal die de meeste organisten niet eens met de handen konden spelen. Zijn virtuoze uitschieters waren grensverleggend en vernieuwend in een tijd waarin de orgelmuziek doorgaans rechttoe rechtaan, zwaar en serieus was. Je zou de jonge organist Bach een rebel kunnen noemen…

In 1717 krijgt Bach zijn eerste grote baan: hij wordt aangenomen als kapelmeester aan het hof van Prins Leopold van Anhalt-Köthen. In de middeleeuwen was de hofkapel, de kerk in een koninklijke of adellijke residentie, hét centrum van de muzikale activiteiten. Zijn vorige opdrachtgever, de hertog van Saksen-Weimar, doet er alles aan het vertrek van Bach te stoppen. Hij sluit hem zelfs een maand lang op in de gevangenis. Maar tevergeefs, zelfs dertig dagen eenzame opsluiting doen Bach niet van gedachten veranderen. Hij vertrekt met zijn gezin naar het hof van Saksen-Anhalt en zal daar zes jaar blijven wonen.

In de periode in Anhalt-Köthen componeert Bach hoofdzakelijk seculiere (wereldse) muziek voor concerten, feesten en speciale gelegenheden zoals de verjaardag van de prins. Aan deze periode hebben we zijn beroemde vioolconcerten, sonates en suites voor viool, violoncello en klavecimbel te danken.

In 1720, als Bach met Prins Leopold op reis is in Europa, overlijdt Maria Barbara op 35-jarige leeftijd. Bij thuiskomst hoort Johann Sebastian – zelf ook 35 jaar – tot zijn grote verdriet dat zijn vrouw is overleden en begraven. Een jaar later trouwt hij met Anna Magdalena Wülcken, zangeres en dochter van een hoftrompettist. Zij neemt de opvoeding van de vier kinderen over en zal in de jaren erna zelf nog dertien kinderen krijgen. Zeven daarvan zullen op jonge leeftijd overlijden.

In Köhten verdient Bach een riant salaris, even hoog als dat van de hofmaarschalk, de op een na hoogste functionaris aan het hof. Toch wil Bach na een paar jaar weer weg. Eén van de redenen is dat de prins streng Calvinistisch is, wat inhoudt dat er aan zijn hof weinig tot geen ruimte is voor het componeren van kerkelijke muziek in de Lutherse traditie, de traditie die Bach aanhangt. Muziek componeren ter ere van God is het wat Bach het liefste doet. In en brief schrijft hij dat muziek twee wezenlijke doelen heeft: muziek wordt gemaakt ter ere van Gods eer en voor het genot van de ziel (Gemüthsergötzung).

Bach kijkt om zich heen naar nieuwe mogelijkheden. In 1721 draagt hij zijn inmiddels wereldberoemde Brandenburgse concerten op aan Christian Ludwig, de Markgraaf van Brandenburg. Zelf geeft hij de zes concerten de algemene naam Six Concerts avec plusieurs instruments (Zes concerten met meerdere instrumenten). De concerten, waarvan muziekhistorici denken dat ze gecomponeerd zijn in Bachs Weimar-periode, fungeerden als het ware als een soort muzikale sollicitatie.

Een jaar later overlijdt de Thomascontor van Leipzig, de man verantwoordelijk voor de kerkmuziek in de twee belangrijkste kerken van Leipzig. Leipzig was toentertijd een belangrijk cultureel en handelscentrum met vooraanstaande boek- en muziekuitgeverijen en een goed aangeschreven universiteit. Omdat Bach alleen een gymnasiumopleiding heeft en geen universiteit, wat wel vereist is voor deze functie, stelt hij bij wijze van sollicitatie drie uitgebreide compositiecycli samen als onderbouwing van zijn pedagogische kwaliteiten. Hij wordt aangenomen en vanaf 1723 is Bach muzikaal leider van de Thomaskerk.

De taakomschrijving van de Thomascontor is groot en veelzijdig. Het belangrijkste is leiding geven aan het Thomaner jongenskoor en het componeren van muziek voor de zondagsdiensten van de lutherse kerk. In Leipzig componeert Bach meer dan 200 religieuze cantates (vijf jaargangen kerkmuziek!) als onderdeel van de kerkelijke liturgie. Bach en zijn familie woonde naast de kerk in het Thomaner-internaat. Het internaat werd afgebroken in 1902. Het huis van de familie Bose, de buren van de familie Bach, staat er nog wel. Hier is tegenwoordig het Bachmuseum en Bacharchief van Leipzig gevestigd.

In Leipzig componeert Bach ook de Matthäus-Passion, de Johannes-Passion, het Weihnachtsoratorium en de vier delen van de Clavierübung. Ondanks zijn grote productiviteit is zijn relatie met het stadsbestuur moeizaam. Hij wordt gezien als een  koppige oude man en sowieso meer als organist dan als componist. Bach was dan ook niet  de eerste keus van het gemeentebestuur geweest. Hij werd pas benoemd nadat de componisten Georg Philipp Telemann en Christoph Graupner hadden bedankt voor de eer.

De laatste jaren van zijn leven trekt Bach zich steeds meer terug en besteedt veel aandacht aan het perfectioneren van zijn meesterwerken. In 1747 treedt hij toe als veertiende lid van de Societät der musicalischen Wissenschaften. Ter gelegenheid hiervan wordt hij door Elias Gottlieb Haussmann geschilderd, het enige portret van Bach waarvan we 100 procent zeker weten dat hij het is.

De laatste drie jaar van zijn leven heeft Bach last van een oogziekte als gevolg van ouderdomsdiabetes. Hij wordt blind en laat zich hieraan in 1750 opereren. De operatie mislukt. Op 18 juli 1750 krijgt hij onverwacht zijn gezichtsvermogen weer terug, maar wordt een paar uur later getroffen door een beroerte. Tien dagen later overlijdt hij en drie dagen daarna wordt Bach anoniem begraven op het kerkhof van de Johanneskerk van Leipzig.

In 1894 werd de Johanneskerk uitgebreid en gerenoveerd, waardoor een deel van het kerkhof moest worden geruimd. In de buurt werd een skelet gevonden waarvan aangenomen werd dat het de stoffelijke resten van Bach waren. Hij werd in de kerk herbegraven. Nadat de Johanneskerk in de Tweede Wereldoorlog verwoest was, werd Bach in 1950 opnieuw herbegraven in de Thomaskerk. Tot op heden is niet zeker of het werkelijk gaat om de stoffelijke resten van Johan Sebastian Bach.

Bachs vrouw, Anna Magdalena, blijft achter met haar vijf kinderen. Ze is dan 48 jaar oud.  Anna Magdalena sterft in 1760 op 59-jarige leeftijd als ‘Almosenfrau’, wat in die tijd betekende dat zij een (bescheiden) kerkelijke uitkering kreeg. Ze is nooit hertrouwd.

Alhoewel het muzikale genie van Bachs door collega-componisten zoals Mozart en Beethoven altijd erkend is, was zijn roem tijdens zijn leven veel geringer en lokaler dan nu. Na zijn dood raakt Bach zelfs voor het grote publiek een lange tijd in vergetelheid. Tot hij in 1829 wordt ‘herontdekt’ door Felix Mendelssohn Bartholdy, die honderd jaar na dato, op 11 maart 1829 een ingekorte versie van de Matthäus Passion ten uitvoer brengt in Berlijn. Mede door zijn inspanningen wordt de muziek van Bach steeds vaker uitgevoerd en krijgt het de aandacht die het verdient. Vandaag de dag wordt Bach door muziekwetenschappers beschouwd als een van de grootste en invloedrijkste componisten uit de geschiedenis van de westerse klassieke muziek.

BACH MOTIEF
In de laatste maanden van zijn leven werkte Bach aan Die Kunst der Fuge, een collectie van veertien fuga’s en vier canons. Dit muziek is door zijn plotselinge dood onvoltooid gebleven. Het bevat het zogenaamde BACH-motief, een muzikale handtekening waarbij de naam Bach in de muzieknoten Bes, A, C en B (in het Duits H) terugkeert in de muziek. Dit motief wordt ook gebruikt in de Matthäus-Passion in het deel waar het koor zingt: Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen. In veel stukken worden echter niet de exacte noten B-A-C-H gebruikt, maar een transpositie ervan, bijvoorbeeld een halve toon hoger, of een terts lager.

SOLI DEO GLORIA   
Bach ondertekende een groot deel van zijn Cantates met S.D.G., de afkorting van Soli Deo Gloria wat zoveel betekent als Alle eer voor God.  Ook verwerkte hij het akkoord Es, D en G in veel muziekstukken. De Johannes-Passion begint bijvoorbeeld met dit akkoord.

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11