Kamperen in de Big Apple

New York is een stad van mensenmassa's en hoogbouw. Wie daar even aan wil ontsnap-pen, slaat zijn tent op in het stille deel van Brooklyn. Op de zuidelijkste rand ligt Camp Gateway; strand op loopafstand, gras voor de deur.

Bij het openslaan van het tentzeil vliegen tientallen vogeltjes kwetterend op. Sinds 7.00 uur hebben de levende wekkers zitten genieten van de plakkerige rode en paarse besjes van de krentenboom, die ook op de tent zijn neergedaald. De zon werpt scherp licht op de houten picknicktafel met daarop een gasbrandertje, plastic opvouwborden en ultralicht bestek.

Niets doet er aan denken dat je in New York zit, maar vliegveld Floyd Bennett Field is een paar jaar geleden omgevormd tot een plek voor sport en het buitenleven, met sta-plekken voor de camper en grasveldjes voor de tent. De website waarschuwt voor ‘primitief kamperen’. Douches en wc’s met stromend water zijn van 8.00 tot 14.00 uur open, daarna moeten de chemische toiletten uitkomst bieden. Maar overlast van de stad is er niet, op enkele joyriders na die de voormalige startbaan ideaal voor hun sport vinden.

“De drukke zomerperiode is net voorbij,” roept de vrouwelijke ranger – ‘noem me maar Pat’ – in de receptietrailer op leeggelopen banden. “Vorige week had ik nauwelijks een plekje over.” Met haar zware New York-accent, intense gezichtsuitdrukkingen en grote bruine hoed doet ze aan een persiflage van actrice Frances McDormand denken. “Zijn jullie door Brooklyn gefietst om hier te komen? Dat moet je echt niet doen met dat krankzinnige verkeer. Rijd over de brug naar de Rockaway Peninsula en neem de boot. Dan heb je ook nog eens een verpletterend uitzicht.”

Het advies van Pat blijkt een zegen. Het verkeer tussen de camping en de binnenstad is een wirwar aan auto’s, taxi’s, busjes en vrachtwagens die hun eigen weg gaan, maar Rockaway blijkt een kalm schiereiland met fraaie, houten villa’s waar de rijkere New Yorkers hun heil hebben gevonden. Het vertrekpunt van de ferry begeeft zich slechts een paar kilometer van de camping vandaan. Je gaat de brug over en de boot ligt al te wachten.

Skyline boven water

New York is vanaf het water net een pretpark. In een uur tijd trekken Coney Island met zijn kermis en stranden, het Vrijheidsbeeld en de skyline van Manhattan voorbij, waar je met een kopje koffie in alle rust van kunt genieten. Hoe anders is dat als je vervolgens vanaf het Battery Park op de boot naar Liberty Island belandt. Niet langer sta je tussen twintig locals, maar ben je een van de tweehonderd toeristen die de dame van de vrijheid met haar fakkel van zoveel mogelijk kanten proberen te fotograferen.

Tussen de wolkenkrabbers op Fifth Avenue en Time Square begint de wereld zelfs een beetje te tollen. Alles schreeuwt om aandacht, van de enorme billboards en knalgele taxi’s tot aan de naakte vrouwen met in bodypaint geverfde Amerikaanse vlaggen op hun lijf. Met een CityPass in de rugtas schiet je van de Empire State Building naar Wall Street, Ground Zero, Central Park en het natuurhistorisch museum met zijn vele dinosaurusskeletten.

“Ooit liep je vanuit Manhattan direct het moeras in,” zei ranger Dennis Flake nog op Liberty Island, dat evenals Gateway een nationaal park is. “De Nederlanders en later Engelsen legden het gebied geleidelijk aan droog.” Het valt ineens moeilijk voor te stellen dat hier ooit één groot natuurgebied lag. Een van de laatste overgebleven stukjes moeras ligt vlakbij de camping, waar het bij terugkomst pikkedonker is.

Toch vreemd om over de oude landingsbaan, met enkel twee fietslampjes en de maan als verlichting, kilometerslang richting de tent te fietsen. Alsof je naar het einde van de wereld reist.

Kunstenaars als buren

De buren blijken de volgende ochtend twee New Yorkers, die bij de picknicktafel vertellen dat ze voor het eerst in hun leven kamperen. De 31-jarige Erin Dunn is beeldend kunstenaar, en laat haar benen blijkbaar bewust ongeschoren, terwijl de 32-jarige Grady Owens als gitarist en singer-songwriter een eigen band heeft. “We wonen allebei in Brooklyn,” zegt Dunn. “Het is daar altijd zo’n herrie, maar ik heb hier echt prima geslapen. De volgende keer gaan we misschien Staten Island proberen.” Waarom ver van huis gaan, als je dichtbij van de natuur kunt genieten?

Ranger Pat is, zoals iedere dag, opgewekt. Met de krant in haar hand kwekt ze over allerlei onderwerpen en rekent ze de koffie af; naast muggenspray en brandhout het beste kampeerattribuut in ‘haar’ winkel. Op het multiculturele zandstrand van Rockaway worden de badhanddoeken uitgespreid en is het tijd voor ultieme ontspanning. Een man komt voorbij met een karretje zure bommen en als je niet van het strand vandaan wil, is dat de enige catering waar je het vandaag mee moet doen. Het lijkt op het Scheveningen van vroeger, zeker niet op het New York van nu.

Bereikbaarheid

New York ligt op 5870 (vlieg)kilometer van Amsterdam. Onder meer KLM, United Airlines en Delta vliegen vanuit Schiphol rechtsreeks op de stad. Budgetmaatschappijen maken een tussenstop.

Camp Gateway

Een kampeerplek kost 20 dollar, zo’n 15 euro, per nacht. Voor de tent zijn grasveldjes beschikbaar en voor de camper verharde plekken. De camping is het gehele jaar open. Reserveren kan via www.recreation.gov.

Informatie New York

De officiële gids van New York: www.nycgo.com.

Met de CityPASS kun je voor 109 dollar (85 euro) de topattracties bezoeken, van de Empire State Building tot aan het Vrijheidsbeeld: www.citypass.com/new-york

Mijn gekozen waardering € -

Wonderlijke werelden beschrijf en fotografeer ik. Met oog voor de locals vol eigenzinnige verhalen, de sfeer en de rijkdom aan natuur en monumenten - of misschien wel de industriepanden die van lelijkheid mooi zijn. Kijkend, ruikend en luisterend. Al mijn zintuigen staan op scherp.