Kampioen van de Jeugdzorg nu topambtenaar op VWS

Onconventioneel. Uitgesproken. En voorzien van een enorme dosis lef. De nieuwe secretaris-generaal op VWS zag voor zichzelf geen toekomst als topambtenaar. Veel te saai! Hij heeft zijn mening herzien nadat hem is beloofd dat hij niet enkel op de winkel moet passen. Een profiel over Erik Gerritsen

‘Wat bezield je, vroeg ik Erik toen ik hoorde dat hij SG wordt’, vertelt Chris Sigaloff, directeur van Kennisland. En zij was niet de enige die zo reageert. Niet zo vreemd. Gerritsen is een pragmatische doener. Eentje die kritisch is, en die regels omzeilt om zijn doel te bereiken. Bovendien heeft hij heel uitgesproken opvattingen over wat een overheid moet doen -zwakke burgers bijstaan- en hoe dat zou moeten; wég met overbodige regels. En dat associeer je niet meteen met het prototype van een topambtenaar.

Wat ook niet helpt in de beeldvorming, is dat Gerritsen zich na zijn vertrek als gemeentesecretaris in Amsterdam in een interview zei dat hij Den Haag als politiek centrum geen interessante plek vindt om te werken. ‘Dat gaat allemaal nergens over. Je doet er niets anders dan ministers uit de wind houden en heel veel papierwerk veroorzaken. In de gemeente kun je tenminste echt iets bereiken. In Den Haag praten ze erover, de pers schrijft erover, maar hier gebeurt het’.

‘Kennelijk willen ze wel wat reuring op het ministerie’

Paul Frissen, mede-bestuurslid bij de RMO en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, moet lachen. Hij vindt de benoeming van Gerritsen ‘een spannende’. ‘Vroeger waren er in Nederland vaker heel uitgesproken SG’s. Maar door alle tijdelijke benoemingen en het rouleringssysteem is de functie van topambtenaar vooral een rol geworden waarbij hij of zij de minister uit de wind moet houden. Erik is geen SG die zijn baan alleen op die manier invult. Hij heeft stevig opvattingen en die zal hij niet voor zich houden.’

‘Kennelijk willen ze wel wat reuring op het ministerie’, reageert Sigrid van de Poel droogjes. Ze is directeur Jeugdbescherming regio Amsterdam. ‘Ik ken Erik uit de tijd toen hij nog gemeentesecretaris was; we hebben samen -en met vele anderen- de multiprobleem aanpak voor multiprobleemgezinnen ontwikkeld. Hij raakte gefascineerd door de complexiteit rondom de hulp aan deze gezinnen. Zo is hij bij ons terecht gekomen. Hij dacht: ‘daar gebeurt wat; daar kan ik verschil maken’.’

En Gerritsen houdt woord. In een paar jaar tijd gaat de hele organisatie op de schop. En met succes: de Jeugdbescherming regio Amsterdam wordt overheidsorganisatie van het jaar 2014. De jury prijst de verander- en transformatiekracht van Jeugdzorg. En noemt de organisatie een lichtend voorbeeld voor het zien en grijpen van kansen tijdens een decentralisatie. Het aantal ondertoezichtstellingen nam met 50 % af en het aantal gedwongen uithuisplaatsingen zelfs met 60 %. ‘Jeugdbescherming haalde deze ambities omdat alle medewerkers consequent dezelfde visie uitdragen in woord en daad’, staat er in het juryrapport.

Functioneel-dreigement

Van De Poel vertelt dat de kracht van Gerritsen ‘het scheppen van ruimte voor vernieuwing is’. ‘Hij weet mensen te enthousiasmeren. Zorgt dat mensen zich gehoord en gezien voelen, en hij geeft talent kansen. En hij is heel vasthoudend. Hij stopt niet bij de eerste en ook niet bij de tweede hobbel. En als het niet gaat zoals hij het wil, schroomt hij niet voor een -functioneel- dreigement.’

Met die stijl maakt hij ook vijanden. ‘Sommige collega-bestuurders hebben moeite met hem omdat hij zijn eigen weg gaat, en alles altijd op zijn voorwaarde moet. Dat kan heel dwingend zijn’, relativeert Marïenne Verhoef, directeur-bestuurder bij Spirit, de successtory. ‘Hij is oprecht geraakt door kinderen die in de knel zitten. Hij wil ze een kans bieden. Net zo goed als dat hij heel gedreven is om een overheidsorganisatie die niet goed loopt, weer op de rails te krijgen. Maar het gaat ook om persoonlijke prestige. Hij gaat wel eens even laten zien dat hij de kampioen van de Jeugdzorg kan worden.’

Civil Servant

‘Erik wil graag winnen’, beaamt Jorrit de Jong, wetenschappelijk directeur van het Innovations in Government Program op Harvard University's Kennedy School of Government. ‘Maar niet ter meerdere eer en glorie voor zichzelf; Erik dient het publiek. Hij is de ware civil servant.’ De Jong kent Gerritsen uit de tijd als hij de Kafka-brigade begint; een club die bureaucratisch disfunctioneren wil uitbannen. De eerste case gaat over een eigenaar van een broodjeszaak in Amsterdam. Die kan zijn zaak niet openen door allerlei tegenstrijdige gemeenteregels. De gemeentesecretaris wordt erbij gehaald en binnen drie jaar vereenvoudigt Gerritsen het Amsterdamse vergunningenstelsel. ‘Uit pure commitment voor de publieke zaak.’

‘Erik kan denken én doen heel goed combineren, en het is een man die zijn verantwoordelijkheid neemt’, vult voormalig burgemeester van Amsterdam, Job Cohen aan. Hij denkt met veel plezier terug aan de samenwerking met Gerritsen. ‘Erik is een drammer. Een vrolijke drammer, maar wel een drammer. Hij heeft heldere ideeën, is een loeiharde werker en weet dat ie verdomd veel te vertellen heeft, maar is ook loyaal.’

Moreel kompas

En hij heeft een ‘enorme politieke behendigheid’ en een ‘goed moreel kompas’, vindt de gemeentelijke Ombudsman van Amsterdam, Arre Zuurmond. ‘Erik weet precies hoe hij een punt moet maken zonder dat het hem zijn kop kost’, weet Van De Poel. Of hem dat op VWS ook gaat lukken, hangt af van de stevigheid van de bewindslieden, denkt jeugdvriend Paul ’t Hart. ‘Erik floreert onder sterk politieke bestuurders die hem durven te laten doen waar hij goed in is. Op het moment dat het departement wordt geleid door behoedzame en risicovermijdende politici, dan gaat het niet goed. Want Erik is niet heel gepolijst en heeft niet het geduld om de juiste battle’s te picken.’

’t Hart en Gerritsen studeren samen in Rotterdam. Beiden worden gegrepen door hun studie -‘we waren ambitieuze highflyers’- en de Britse rockband Genesis. Ze stuwen elkaar tot grote hoogten. ‘We storten ons beiden op de materie en zagen uit de ooghoeken wat de ander deed en dat werd de standaard.’ Beiden extravert, eigenwijs en competitief. Grinnikend: ‘Op mijn oratie verscheen Erik met een krat chocomelk: hij had gewed dat ik op mijn 35ste hoogleraar zou worden. Hij verloor de weddenschap; ik was jonger.’

Liefdevol gezin

Gerritsen komt uit een klein Zuid-Hollands gezin. Vader werkt bij de PTT en studeert in de avonduren economie en wordt uiteindelijk plaatsvervangend directeur post in Rotterdam. Zijn moeder werkt voor haar huwelijk in een kindertehuis en gaat, als de beide jongens groter zijn -Gerritsen heeft een vijf jaar jongere broer-, in de gehandicaptenzorg werken. Hij noemt het zelf een liefdevol gezin. ‘Ik heb een gelukkige jeugd gehad.’

Op de vraag wat Gerritsen drijft, vertelt ’t Hart dat zijn jeugdvriend altijd gefascineerd wordt door de inhoud. ‘En dat kan over alles gaan. Hij duikt erin en als hij ziet dat het beter kan, dan maakt hij dat tot zijn persoonlijke ambitie.’ Zijn geloof in eigen kunnen -slimheid en overtuigingskracht-, zijn doorzettingsvermogen en het gebrek aan angst voor conflicten, helpen hem zijn doel te bereiken. ‘En omdat hij er heel goed in is om energie en enthousiasme bij zijn eigen mensen te mobiliseren, kan hij heel veel teweeg brengen.’

'Erik heeft ballen'

‘Erik durft risico’s te nemen en heeft de ballen om te staan voor zijn keuzes’, omschrijft Zuurmond. ‘Hij durft out-of-the-box naar de wereld te kijken en is alles behalve een bange man’, schetst Christine de Mes, operationeel manager van The Colour Kitchen. ‘Erik wil bouwen. Als het staat, is het voor hem tijd om te gaan.’ Dat VWS lonkt, heeft volgens Paul Frissen alles te maken met het inzicht dat Gerritsen de afgelopen jaren heeft opgedaan: ‘Erik heeft gezien dat Den Haag buitengewoon relevant blijft’. Volgens De Jong zit het anders. ‘Professioneel en intellectueel is de gezondheidszorg op dit moment het meest interessante dossier. Ik denk dat Erik misschien wel de mooiste baan van Nederland heeft!’ Nee, denkt Sigaloff. Amsterdam en de Jeugdzorg zijn te klein geworden. ‘Erik wil nu op VWS het verschil gaan maken.’

Voor dit profiel is ook nog gesproken met Irma Stroet en Kim Putters.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf voor kranten en tijdschriften, werk voor het Jeugdjournaal én ga regelmatig weer naar school. Mijn drijfveer: passie voor de journalistiek en het leven.