Ketting Bommen

Het is beangstigend hoe snel een oorlog banaal wordt. “It’s all entertainment", schrijft Peter Speetjens vanuit Beiroet (2006).

Het is beangstigend hoe snel de oorlog banaal wordt. Gistermiddag waren er een zestal enorme explosies in zuid-Beiroet. Telkens twee inslagen kort na elkaar, alsof de bommen met een ketting aan elkaar vast zaten. Het waren enorme klappen, maar ik en mijn collega schrokken er nauwelijks nog van. We stonden op en keken vanaf het balkon naar de voormalige flatgebouwen die nu traag als tempels van stof ten hemel trokken. Het had bijna iets moois. Een soort van Michelin-mannetjes die zichzelf almaar groter en groter bliezen.

Ik blijf me afvragen wat het strategische nut is van deze bombardementen. Er zijn gelukkig nauwelijks nog mensen in dat deel van de stad. Hezbollah is er nog wel. En misschien hebben die inderdaad een enorme militaire bunker waar de voltallige leiding bijeen zit, zoals Israël stelt, maar ik betwijfel het.

De militaire tak van Hezbollah is een guerrillabeweging, zonder basis, beweeglijk, onzichtbaar. En de ‘scooterboys’ die ter bewaking rondrijden, hebben voldoende tijd om zich uit de voeten te maken. En dus lijken de Israëlische bombardementen op niets anders gericht dan de moedwillige vernietiging van de civiele infrastructuur. Het is welhaast een teken van onvermogen. Zo van: “wat moeten we anders?”

Ik heb een goed uitzicht, omdat ik gebruik mag maken van een kantoor op de zevende verdieping op de rand van Achrafieh in oost Beiroet. Vorige week was dat nog even angstig. Ik zit namelijk omringd met glas, terwijl het gebouw naast een belangrijke brug staat. Vorige week voelde ik me ook niet op mijn gemak wanneer ik een vrachtwagen passeerde. Bruggen en vrachtwagens waren toen nog geliefkoosde doelwitten.

Maar nu, na twee weken oorlog, lijkt er een patroon zichtbaar te worden in de Israëlische bombardementen. Het is gericht op de sjiieten in Zuid-Beiroet en Zuid-Libanon en het laatste wat de Israëli’s willen is de overige Libanese bevolkingsgroepen tegen zich in het harnas jagen. En zo komt Beiroet weer langzaam tot leven in andere delen van de stad, waar winkels en café’s aarzelend de deuren openen. Je weet immers waar je wel en niet kunt gaan, althans zo lijkt het.

Zo vinden wij ons pad binnen het bompatroon en wordt de oorlog langzaam maar zeker deel van het dagelijks leven. Zo wordt het absurde de norm. We kijken niet meer op van een bom of een dode meer of minder.

Nog even, dan vliegt het mediacircus elders in zijn eeuwige zoektocht naar “breaking news.” Nog even, en dan kijken we niet meer op van het journaal, waar Libanon volgens de ijzeren wetten der nieuwswaardigheid onherroepelijk zal dalen in de pikorde, tot we het uiteindelijk tegenkomen als tekstberichtje: “Gisteren vielen drie doden bij een bombardement op Zuid-Beiroet”, terwijl de commentator onder beelden van Manchester United en Real Madrid vol enthousiasme verkondigt dat het voetbalseizoen weer is begonnen.  

It’s all entertainment,” zoals een bevriende Amerikaanse fotograaf gisteren zei. ”And that’s all it is.”  

Dit artikel verscheen eerder in De Standaard.

Mijn gekozen waardering € -

Peter Speetjens (1967) woont sinds 1996 in Beiroet. Hij was correspondent voor Trouw en De Standaard, en publiceerde verhalen in onder andere De Groene Amsterdammer, NRC en Vrij Nederland. In 2004Πco-regiseerde hij de film 2000 Terrorists. Peter schrijft vooral over Libanon, de regio en de manier waarop zij gestalte krijgt in de media.