Kiemverhaal – Scheiden wonen en zorg haalt heel wat overhoop

DNP-gasthoofdredacteur Jan Halkes introduceert een nieuw genre: kiemverhalen. Journalistiek op z'n transparantst. Vandaag de tweede aflevering, door Olaf Boschman.

De kiem

Domus Magnus is een particuliere zorginstelling voor ouderenopvang en een warm voorstander van ict in de verpleging. De verpleegkundigen, dokters, fysiotherapeuten lopen er allemaal met een iPad rond. De persvoorlichter van Domus Magnus leek het wel een goed idee om een onafhankelijk journalist te vragen een artikel te schrijven over hoe zij nu met behulp van de ONS software een einde maken aan de zorgkloof. Dat is de kloof tussen de geïndiceerde zorg – de zorg waar een patiënt recht op heeft – en wat daar in de praktijk van terecht komt.

Nieuwsbank vroeg freelance journalist Olaf Boschman een kijkje te gaan nemen op de Amsterdamse Lauriergracht waar Domus Magnus een van haar luxueuse vestigingen heeft. Hij ontdekte dat het niet ONS alléén is waardoor zij erin slagen die kloof  op te lossen. ONS, het digitale zorgregistratiesysteem is slechts het sluitstuk in de strikte scheiding tussen wonen en zorg. Die scheiding is bij Domus Magnus altijd al normaal geweest, ook omdat de clienten voor het luxe wonen apart betalen. De zorg wordt er  net als in de reguliere tehuizen uit de AWBZ betaald. De reguliere zorg  kende tot dit jaar die scheiding tussen wonen en zorg niet, daar werd àlles uit de AWBZ betaald. Olaf besloot tot een bredere invalshoek toen hem bleek dat vanaf dit jaar alle verpleeghuizen verplicht zijn het systeem van Domus Magnus over te nemen.

Het verhaal:

Het kabinet maakt in 2013 een begin met het scheiden van wonen en zorg. Ouderen en gehandicapten die weinig zorg nodig hebben komen dan niet langer in aanmerking voor opname in een verzorgingstehuis. Zij krijgen de zorg thuis. Scheiden van wonen en zorg kan ook in instellingen. Zo ook bij Domus Magnus, waar blijkt dat de overstap nog niet zo eenvoudig is.

Domus Magnus doet op meerdere locaties in het land al jaren waar de regering vanaf 2013 de eerste voorzichtige stappen mee zet: het scheiden van wonen en zorg voor mensen die hulpbehoevend zijn. Feitelijk krijgt iedereen die bij Domus Magnus woont thuiszorg. Alleen staan de huizen van alle bewoners in dit geval onder een dak, delen ze een entree met receptionist, hebben ze gezamenlijke ruimtes om te eten en te ontspannen en is er altijd geschoold medisch personeel in huis. Voor die combinatie van wonen en dienstverlening betalen bewoners maandelijks drieduizend tot vijfduizend euro, afhankelijk van de locatie, de grootte en de ligging van de woningen. Bovenop dit bedrag, dat deels aftrekbaar is van de belastingen, komt nog een eigen bijdrage voor de zorgkosten: hoe meer uren zorg iemand krijgt, hoe hoger de eigen bijdrage. Dit is maximaal zo'n zevenhonderd euro.

In een zorginstelling waar wonen en zorg een geheel zijn, is de maximale eigen bijdrage, dus voor wonen en zorg samen, maandelijks ruim tweeduizend euro. De exacte hoogte van de eigen bijdrage hangt af van inkomen en vermogen.

Woonwensen

De positieve kant van het scheiden van wonen en zorg is dat bewoners meer keuzevrijheid krijgen en dat zorginstellingen meer rekening kunnen houden met woonwensen van cliënten. Althans: zo presenteert de overheid deze ontwikkeling in de zorg die valt onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

In de praktijk komt het er op neer dat de overheid met de scheiding meer grip wil krijgen op zorgkosten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een nieuwsbericht van de Rijksoverheid over het 'extramuraliseren' van de zorg aan mensen met een licht zorgzwaartepakket. Concreet: ouderen die drie tot zevenenhalf uur zorg in de week nodig hebben, komen nu nog in aanmerking voor opname in een verzorgingstehuis, maar straks niet meer. “Op deze manier blijven mensen langer thuis wonen, leidt de maatregel tot meer zorg in de omgeving en wordt dure zorg (cursivering door auteur) in een instelling waar mogelijk vermeden.”

Domus Magnus
Domus Magnus opende in 2005 een eerste appartementencomplex voor ouderen. Ouderen huren er een appartement, krijgen volpension en daarnaast, via de AWBZ, de zorg die ze nodig hebben. Inmiddels heeft de organisatie zes locaties, vier in Gelderland, een in Rotterdam en een in Amsterdam. De appartementen van Domus Magnus zijn groter en luxer dan gebruikelijk is in de ouderenzorg. Dit is mogelijk omdat de organisatie een knip heeft aangebracht tussen wonen en zorg. De bijdrage voor wonen en dienstverlening is maandelijks drieduizend tot vijfduizend euro.

Met andere woorden: mensen die thuis blijven wonen drukken minder zwaar op de zorguitgaven. En dat moet leiden tot een besparing. In het Begrotingsakkoord voor 2013 is de besparing voor komend jaar becijferd op twintig miljoen euro. Het regeerakkoord tussen VVD en PvdA gaat nog verder. Kabinet Rutte-II wil ook de zorg voor mensen die vaak in de war zijn, veel vergeten en waarbij de kans bestaat dat er gevaarlijke situaties ontstaan als zij zelfstandig blijven wonen, buiten de instelling brengen (in jargon: zorgzwaartepakket 4). Op termijn moet dat een structurele besparing van jaarlijks honderdtien miljoen euro opleveren.

Directeur Erwin Miedema van Domus Magnus twijfelt of de scheiding van wonen en zorg leidt tot echte kostenbesparingen zoals het kabinet veronderstelt. Bij Domus Magnus zijn de kosten voor de zorg niet per se lager dan in een traditionele zorginstelling zonder knip tussen wonen en zorg. Hij kan wel vertellen dat de scheiding goed functioneert. Zowel voor mensen die weinig zorg nodig hebben als voor mensen met een zware zorgindicatie. Op de locatie aan de Lauriergracht in Amsterdam wonen bijvoorbeeld mensen met lichte en zware zorgindicaties, letterlijk van 1 tot 10 op de schaal die hiervoor bestaat. Van de huidige 37 bewoners hebben er zes een zorgindicatie waarbij het kabinet wonen en zorg wil scheiden. Voor de overige bewoners verandert er in de kabinetsplannen niets aan de manier van verzorgen en verplegen.

Looproutes

De crux in de manier van werken bij Domus Magnus is volgens Miedema de organisatie. Omdat die is geënt op de thuiszorg, zijn de afspraken over wie wat moet doen en wanneer veel strakker vastgelegd dan gebruikelijk is. “Voor alle afspraken plannen we tijd in. Dat levert looproutes op die iemand vervolgens moet uitvoeren.” In verzorgings- en verpleeghuizen is dat zeer ongebruikelijk. Janneke Weelink, locatiemanager aan de Lauriergracht, snapt wel waarom. “Het type zorg in een verpleeghuis is heel anders dan in de thuiszorg. Niet voor niets verhuizen mensen van thuis naar een tehuis. De zorg is minder goed planbaar, bijvoorbeeld omdat je moet reageren op alarmoproepen.”

In de planning houdt Domus Magnus rekening met zorg die niet te plannen valt en met de indirecte uren. Een deel van de zorguren die bij een indicatie horen wordt daarvoor gereserveerd.

Inherent aan de strakke planning is verder dat de inzet van personeel meebeweegt met schommelingen in de zorgvraag. Als een bewoner valt en meer zorg nodig heeft, dan schaalt de inzet op. Bij het overlijden van een bewoner wordt de inzet teruggeschroefd, zegt Weelink. “Je stuurt direct bij als een bewoner met een hoge zorgindicatie overlijdt. Dat kan, want het hele zorgteam heeft een arbeidsovereenkomst met een minimum en een maximum aantal uren. Daar maken we ons overigens niet altijd populair mee bij werknemers.”

ICT

Miedema zegt dat ondersteuning van ICT onontbeerlijk is bij het maken van een goede planning, het bijsturen daarvan en de koppeling met declaraties en urenverantwoording. “Plannen is een complexe puzzel. Hier aan de Lauriergracht hebben we 37 appartementen, met gemiddeld tien afspraken per cliënt per dag. Dat zijn dagelijks 370 afspraken.” Samen met softwareontwikkelaar Nedap heeft Domus Magnus daarom ONS, een programma voor de thuiszorg, aangepast voor gebruik in eigen huis. Dit koppelt alle gegevens uit alle stappen in het zorgproces aan elkaar: de planning, de urenverantwoording, de salarisadministratie en de declaraties aan het zorgkantoor voor de geleverde zorg.

Sinds enkele maanden beproeven medewerkers aan de Lauriergracht de software in de praktijk. Dat doen ze met een iPad. De tablet gebruiken ze ook voor het ontsluiten van de zorgdossiers die  daarmee niet langer op papier worden bijgehouden.

Verpleegkundige Judith van Hal vindt vooral het digitale zorgdossier een verbetering. “Je kunt op elk moment het zorgdossier inzien zonder dat je fysiek bij de bewoner bent. De nachtdienst had vroeger bijvoorbeeld het probleem dat je een lamp moest aandoen om het dossier te kunnen lezen. Omdat je daarmee de bewoner stoort, gebeurde dat in de praktijk niet. Een ander voordeel is dat je alles heel makkelijk kunt terugvinden. Digitaal is het archief eindeloos. Bij het papieren dossier moest je er van tijd tot tijd bladzijden uithalen. Die verdwenen dan in een archiefkast met veel zinloze pagina's met opmerkingen als 'mevrouw was van slag omdat ze verloor met dammen'. Over tien jaar is alleen de medische informatie nog relevant.” Handig is verder dat artsen en fysiotherapeuten ook bij het digitale dossier kunnen.

Dichtgetimmerd

Kinderziektes ziet ze ook bij het gebruik van de iPad. “Het planningsdeel is vrij uitgebreid voor onze organisatie. Dat gaat heel erg op detail en dat is in deze setting onder een dak niet echt nodig. Het past beter bij de thuiszorg waarvoor het systeem is ontworpen. Hier zijn we flexibeler. Als we om 11:00 uur bij een cliënt komen die niet wakker is, dan kunnen we makkelijker een half uurtje later terugkomen.”

Maar, zegt Van Hal, de strakke planning waartoe ONS dwingt, maakt inzichtelijker hoeveel zorg je eigenlijk biedt. “Sommige cliënten bezochten we vaker voor medicatie dan was vastgelegd in de zorgovereenkomst. Het hoofd zorg zag dat dan niet en kon niet weten dat er misschien een andere indicatie nodig was.” “De planning is nu meer dichtgetimmerd”, zegt Weelink.

“Zonder ICT hadden we dat niet kunnen doen”, vervolgt Miedema. Dat wil zeggen: veel minder efficiënt. “Het vastleggen van afspraken en diensten gebeurde handmatig in een spreadsheet. Dat  is foutgevoelig. Bovendien kun je fouten veel moeilijker corrigeren. Nu werkt een verandering in de zorgovereenkomst direct door in de planning en de andere stappen van het zorgproces.”

De invoering van ONS maakt de zorgverlening aan de Lauriergracht efficiënter. Levert dat dan geen kostenbesparingen op? Miedema vindt het te vroeg om daar iets over te zeggen. Dat was ook niet het primaire doel, zegt hij. “Het ging om de kwaliteit van de zorg: duidelijk afspreken wat je gaat doen en vervolgens doen wat je hebt beloofd.”

In veel zorginstellingen lopen afspraak en uitvoering niet parallel, aldus Weelink. De oorzaak is dat de budgetten niet een op een meegroeien met de stijgende zorgvraag. “Medewerkers zijn er aan gewend geraakt dat ze altijd tekortschieten: te weinig tijd voor te veel taken.”

Van Hal beaamt dat. “We geven in Nederland heel veel geld uit aan zorg, ook aan ouderenzorg, maar die stroom geld is veel te klein om te voldoen aan de norm die we in ons hoofd hebben. Wat we willen, kunnen we niet betalen.” Volgens haar heeft het overigens geen zin om te roepen dat dit komt door overbetaalde managers, zoals vaak gebeurt. “Met het bedrag dat daarmee is gemoeid, kun je nooit de norm halen.”

Minder budget

Een concreet voorbeeld maakt duidelijk dat dit probleem de komende jaren verder zal toenemen.

Miedema: “In 2013 is het maximumtarief voor een uur verpleging € 73,88, zo heeft de Nederlandse Zorgautoriteit bepaald. Dat is 1,35% hoger dan in 2012. De kosten nemen volgend jaar echter al snel toe met 4%: de loonstijging conform de nieuwe CAO, plus een periodiek. De marge op zorg is continu aan het verdampen. In de beperkte tariefstijging zit een impliciete bezuinigingsopdracht.”

Ook op andere manieren staan de budgetten onder druk. “Vergelijk een wat zwaarder zorgzwaartepakket van nu maar eens met datzelfde pakket enkele jaren terug. Je kunt per jaar bekijken wat er minder gebeurt.” Dat ziet hij de komende jaren niet veranderen. “Het is een gegeven dat er over vijf jaar minder budget is voor dezelfde zorg dan nu.”

Domus Magnus kan afspraak en uitvoering, mede dankzij ONS, nog wel een op een laten lopen. Miedema denkt dat andere zorginstellingen die een knip aanbrengen tussen wonen en zorg datzelfde ook moeten kunnen realiseren. Het staat andere organisaties vrij om ONS te gebruiken. “We hebben geen enkele beschermende claim opgelegd.” Hij beseft echter dat ICT slechts een sluitstuk is van een verandering die veel ingrijpender is. “Je kunt niet zomaar overgaan op scheiding van wonen en zorg, al is het maar omdat je alle contracten moet openbreken. Voor een grotere instelling met zeshonderd cliënten is dat een hele klus.” Bovendien vergt het een andere manier van werken. De cultuuromslag die daarbij komt kijken is lastig.

Weelink denkt niet dat de forse bijdrage die bewoners in Domus Magnus maandelijks betalen voorwaarde is voor succes als andere instellingen wonen en zorg gescheiden gaan aanbieden. Volgens haar gaat er geen geld van de bijdrage voor wonen en dienstverlening naar de zorg. Van Hal plaatst wel een kanttekening. “Andere kosten die een verpleeghuis ook maakt, halen wij uit de huur. Een feestmiddag, het kerstdiner. Een verpleeghuis moet dat betalen uit de AWBZ. Datzelfde geldt voor de receptioniste, daarom is die op veel plaatsen verdwenen.”

Maar, verschil mag er zijn, vindt ze. “Waarom moet je, als je negentig bent, gelijk worden geschakeld in een Sovjet-blok?” Aan de andere kant is een luxe zorginstelling met rode loper op de trap naar de entree geen must. “Je hoeft niet per se aan de Lauriergracht te wonen. Ik kan me dat zelf ook niet veroorloven. Meer initiatieven zijn goed. Misschien zet ik zelf die stap wel.”

Verantwoording van de auteur

De aanvankelijke gedachte om het gebruik van ONS in de praktijk te beschrijven en zo te laten zien hoe er een einde komt aan de 'zorgkloof' heb ik laten varen.

Als invalshoek heb ik gekozen voor de scheiding tussen wonen en zorg. Nu is dat voor Domus Magnus niets nieuws: het is wat de organisatie doet sinds de oprichting in 2005. Maar het is een actueel onderwerp, omdat vanaf 2013 mensen die relatief weinig zorg nodig hebben niet langer in aanmerking komen voor opname in een verzorgingshuis. Dat vraagt om een andere organisatie van de zorg. Bijvoorbeeld het scheiden van wonen en zorg in een instelling.

De vraag die het artikel wil beantwoorden is: hoe gaat dat scheiden van wonen en zorg in de praktijk bij Domus Magnus en welke rol speelt ONS daarbij?

 

Bronnen

Gesprekken met Erwin Miedema, Janneke Weelink en Judith van Hal, met bewoners van de locatie van Domus Magnus in Amsterdam

www.domusmagnus.com

http://nedap-healthcare.com/

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz/ontwikkelingen-in-de-awbz

http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/05/25/voorjaarsnota-2012/2012-05-25-voorjaarsnota-2012-versie-tweede-kamer.pdf (voor bezuiniging op zorgzwaartepakketten)

http://www.nza.nl/ (onder meer voor tariefbeschikkingen)

http://www.ciz.nl/ (onder meer voor indicatiewijzer)

http://www.hetcak.nl/

Achtergrondinformatie:

http://www.zorgvoorinnoveren.nl/nieuws/442/ipads-maken-de-zorg-weer-hip en http://medischcontact.artsennet.nl/Nieuws-26/archief-6/Tijdschriftartikel/95873/EPD-op-iPad-nog-lastig.htm

http://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/de-behandeling-van-extramuraliseren-lichte-zorgzwaartepakketten

Indicatieve prijzen zorgzwaartepakketten; De ZZP's op waarde geschat, Nederlandse Zorgautoriteit

De volledige extramuralisering van het verzorgingshuis, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn

De agenda voor de zorg; Aanbod aan politiek en samenleving van het zorgveld

Diverse artikelen over Domus Magnus: http://www.domusmagnus.com/nieuws

Auteur

Olaf Boschman
O.Boschman@nullicedo.com
 tel. +31 (0)  6 57 54 57 54 

Scheuten aan de kiem

Hoe zou het zijn als alle journalisten hun verhaal met bronvermeldingen zouden eindigen? Zijn ze bang dat de concurrent ermee vandoor gaat? Bij een kiemverhaal is dat nu juist de bedoeling.

Over scheiding van Wonen en Zorg zal het laatste woord nog niet geschreven zijn. Vooral niet in de vakbladen. En ja, erg sprankelend zullen die verhalen wel nooit worden, het onderwerp leent zich er niet zo voor.

Heeft de persvoorlichter van Domus Magnus nu haar doel bereikt? Als onafhankelijk journalist heeft Olaf haar oorspronkelijke idee laten liggen. Maar voor de goede verstaander rijst toch de vraag waar experimenten in de zorg de meeste kans van slagen hebben. Bij een particuliere instelling als Domus Magnus of in de reguliere zorg?

Bij het zoeken naar een goede freelancer voor dit verhaal viel me op dat de naam Domus Magnus bij het journaille nogal wat irritatie opriep. Sommige freelancers bedankten voor de eer omdat ze bang waren voor hun reputatie wanneer ontdekt zou worden dat hun goede geld van Domus Magnus afkomstig zou zijn.Indirect weliswaar, maar toch. Het kiemverhaal is de perfecte oplossing voor dat probleem. Had ik dit maar eerder bedacht, het zou me veel tijd hebben bespaard.

Jan Halkes

DNP-gasthoofdredacteur

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie