Kirsten is actief voor Extinction Rebellion ‘We zijn verslaafd aan fossiele brandstoffen’

Klimaatactivisten demonstreren steeds fanatieker tegen het gebruik van fossiele brandstoffen. Ook christenen haken aan. Echter, voor duurzame energie worden zeldzame grondstoffen gewonnen en mensen elders uitgebuit. In gesprek met christelijke klimaatactiviste Kirsten Alblas (39) over duurzaamheid en christen zijn. 

We zitten in een circulair restaurant in Utrecht. De (overdekte) toiletten bevinden zich buiten het restaurant waar de wind en miezer vrij spel heeft. Op de grond liggen rollen toiletpapier, in plastic verpakt.In het restaurant is het nog rustig. Houten wanden creëren een natuurlijke sfeer. De bediening laat weten dat alles veganistisch is en er overgebleven voedsel uit supermarkten wordt gebruikt. De Too Good To Go-app (waar consumenten restjes tegen een lager bedrag in kunnen slaan) wordt door het restaurant nog niet gebruikt: ‘Maar we zijn daar wel mee bezig’ verzekert een medewerker. 

Deze interview-locatie is uitgezocht door de Utrechtse Kirsten Alblas. Sinds haar veertiende leeft ze als vegetariër. Meedoen met klimaatmarsen volgde later, maar ‘die leverden niets op’. Toen in 2019 haar de moed in de schoenen zakte, benaderde Extinction Rebellion – kortweg XR – haar. Sindsdien doet ze mee aan acties van deze organisatie. Voor de christelijke versie van XR – Christian Climate Action – spreekt Alblas regelmatig in kerken en op scholen. 

Hoe geef jij duurzaamheid vorm in je leven?

Ik rijd bijna geen auto, vlieg niet, ben veganist en koop heel weinig kleding. Het aanbod aan tweedehands is ruim en je kunt kleding ook repareren. Als je er achter komt hoeveel water het kostte om het T-shirt wat je draagt te produceren, ga je vanzelf anders om met kleding. 

Bijna geen auto? 

Ja, ik heb een auto, maar die gebruik ik bijna niet. Ik denk eens in de zes weken. Ik zit er weleens over te denken om hem weg te doen. Maar dan wil ik hem eigenlijk niet verkopen, maar naar de schroothoop doen. Anders gaat er iemand anders misschien veel in rijden en heb je alsnog veel uitstoot. Nu houd ik hem maar bij de deur, dan weet ik zeker dat hij nauwelijks rijdt. 

In hoeverre woon je duurzaam?

Ik woon in een leefgemeenschap van vier mensen in een huurwoning in Utrecht. Het huren maakt het gelijk al lastig: We zijn voor isolatie en verduurzaming dus afhankelijk van de verhuurder. Omdat dit huis wellicht binnen een paar jaar gesloopt wordt, voelt hij geen druk om zonnepanelen te plaatsen of isolatieglas te plaatsen. Ik verwarm dus met gas in een huis met gewoon dubbel glas. Wel probeer ik de verwarming laag te houden, zeg maar ongeveer op 17 graden. Als ik stil zit, is dat niet heel relaxed, maar ik doe dan een dikke trui aan of kruip onder een dekentje. 

Je zou er ook voor kunnen kiezen om een paar mobiele zonnepanelen in de tuin te zetten en te verwarmen met elektrische kacheltjes. 

Daar heb ik nog niet aan gedacht. Maar uiteindelijk is elke klimaatactivist geen heilige. Vaak wordt onze persoonlijke situatie erbij gesleept, terwijl het daar niet om gaat. Het zijn bedrijven en overheden die actie moeten ondernemen. Mijn aandeel is minimaal. We zitten in een fossiel systeem omdat we verslaafd zijn geraakt aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat moet veranderen.
De meesten van ons hebben een auto die op benzine rijdt en we verwarmen en koken op gas. Dat komt omdat onze overheid het subsidieert. Denk bijvoorbeeld aan Tata Steel. Alle particuliere huishoudens betalen 65 euro per jaar aan leidingwaterbelasting zodat we zuinig omgaan met water. Heel goed natuurlijk. Er zit echter een haakje aan: er zit een bovengrens aan van honderd euro. Ik heb het een keer uitgezocht, maar als die bovengrens er niet zou zijn, zou Tata Steel jaarlijks tien miljoen euro moeten betalen aan deze leidingwaterbelasting. Ze betalen echter honderd euro. Er is dus geen enkele financiële druk om te bezuinigen op het waterverbruik. Of ík dan wat zuiniger aan doe of niet, zet nauwelijks zoden aan de dijk als je het vergelijkt met de impact die bedrijven kunnen maken. 

Toen Alblas tijdens een klimaatmars zich afvroeg hoeveel zin deze actie had, werd ze benaderd door XR. Binnenkort zouden ze een training geven om actie te vormen. Of ze wilde komen? Tijdens die bijeenkomst gloorde er weer licht aan het einde van de tunnel. ‘Ik vatte weer moed: we konden tóch nog iets doen.’ zegt Alblas. Het is haar bittere ernst. Hoewel de dertiger meedeed met acties zoals het langdurig in een lobby zitten van een pensioenfonds, is ze nooit gearresteerd. In een podcast van het Nederlands Dagblad van november vertelde ze dat ze op verzoek van de politie is vertrokken. 

Je bent ook actief voor de fractie van de ChristenUnie in gemeente Utrecht. Botst dat niet?

Nee, ik ben open geweest bij mijn sollicitatie over mijn acties bij XR. Bij mijn sollicitatie is gezegd dat de partij wil dat de hele breedte van de achterban vertegenwoordigd is en dat ik daar onderdeel van uitmaak. Mijn CU-collega’s stonden er ook niet negatief tegenover. Stel dat er een actie gevoerd wordt tegen de lokale overheid, dan doe ik niet mee. Het zou een beetje gek zijn als ik actievoer tegen mezelf. En tot nu toe ben ik nog niet gearresteerd. De politie moet namelijk eerst drie keer waarschuwen. Tot nu toe ben ik op tijd vertrokken. Ik zeg niet dat dit zo blijft, maar die keuze heb ik nog niet gemaakt. 

Is het niet veeleer de taak van een christen om het evangelie van vergeving door Jezus te preken in plaats van te wijzen op klimaatverandering?

Nee. Laat anderen maar vertellen hoe goed het is om in Jezus te geloven. Dit is mijn manier om uiting te geven aan het christelijk geloof. Het is zeker belangrijk om goede dingen over Jezus te vertellen, maar het christen-zijn moet ook te zien zijn in je leven. En daar wil ik aandacht voor vragen.
Ik denk dat christenen vooraan zouden moeten staan met klimaatacties. De aarde is door God aan ons gegeven om er goed voor te zorgen. Daar valt ook de zorg voor de naaste onder. Dat doen we echter niet, we buiten de aarde uit en misbruiken onze naaste voor onze hebzucht.

In hoeverre accepteer je dat we leven in gebrokenheid ná de zondeval in plaats van het paradijs in Genesis 1 dat God Zelf zal herstellen?

Zeker, ik geloof in een gebroken wereld. Maar dat betekent niet dat we moeten duimen draaien tot God het gaat herstellen. We hebben handen en voeten gekregen om daar iets mee te doen. In het paradijs aten we alleen groente en geen vlees. Willen we daar weer naar terug gaan, dan moeten we stoppen met vlees eten. 

En ja, dan zeggen mensen al snel: ‘In Genesis 9 staat toch dat je vlees mag eten?’ Maar dat er staat dat het mag, betekent nog niet dat het móet. Ook betekent het niet dat we er een industrie van mogen maken. Vroeger mochten dieren dieren zijn totdat ze stierven, ze konden leven in een kudde en hadden ze de ruimte. Nu maken we ze dood als we ze niet meer kunnen gebruiken. Vanaf hun geboorte zetten we ze in hokjes, zodat ze niet meer echt ‘dier’ kunnen zijn. Zoals je mensen kunt ontmenselijken, ontdieren we dieren.
Bovendien is dat ook een beetje cherry picking. Deze tekst zou ik dan serieus moeten nemen, terwijl dezelfde mensen niet van me verwachten dat ik volgens een andere Oudtestamentische wet nu op het dak van mijn huis zou moeten zitten omdat ik ongesteld ben.  

Op dit moment zien we door de gestegen gasprijzen dat mensen massaal gaan verduurzamen. Huizen worden voorzien van zonnepanelen en warmtepomp en de overheid breidt windmolenparken uit. Hoe duid jij deze ontwikkelingen vanuit klimaat-oogpunt? 

Het is jammer dat gestegen energieprijzen de aanleiding moeten zijn voor iets wat al heel lang nodig is. Ik weet dat Den Haag al langer bezig was met een isolatieplan. Onder meer Pieter Grinwis is daar mee bezig geweest. In dat plan werd onder meer benoemd dat we zoveel mogelijk met circulaire materialen moeten werken. 

Ook weten we bijvoorbeeld dat het delven van kobalt niet altijd op een rechtvaardige manier gaat. Daar moet ook aandacht voor zijn. Of denk aan Nederlanders die rondkomen van het sociaal minimum. Voor hen is het heel lastig om hun huis te isoleren omdat ze weinig financiën tot hun beschikking hebben. Het is belangrijk om daarin ook rechtvaardig te zijn, zodat iedereen de kans krijgt om te verduurzamen. 

Uit onderzoek van TNO blijkt dat we in 2040 twintig keer zoveel kobalt, veertig keer zoveel lithium, twintig keer zoveel nikkel en zeven keer zoveel zeldzame aardmetalen nodig zullen hebben voor onder meer windturbines, zonnecellen en warmtepompen. De omstandigheden waarin deze grondstoffen gedolven worden, zijn slecht – als we de beelden uit Congo zien. Ook komt er veel chemisch afval vrij. In hoeverre verhoudt zorg voor de schepping zich hier met duurzaamheid?

Ik zei het eerder al: er gaat een hele wereld schuil achter het woord ‘verduurzamen’. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten. Je kunt volledig ‘milieuvriendelijk’ leven, maar ondertussen je levensstijl niet veranderen. Dan heb je het dus alleen voor jezelf gefixed, maar de ander heeft daar alsnog last van. Wat mij betreft moet er veel meer onderzoek komen naar deze wereld zodat wij, als consumenten, veel bewuster gaan leven. 

We zeggen wel dat we de slavernij hebben afgeschaft, maar dat is niet waar. We hebben het alleen verplaatst. Naar het mondiale zuiden bijvoorbeeld, zoals in Bangladesh. Zo kunnen wij onze zonnepaneeltjes ophangen, elektrische auto’s rijden en dan zien we niet dat we slaven gebruiken, maar het is wel zo.

Sommige mensen pleiten voor het in de lucht schieten van zwaveldeeltjes zodat het licht van de zon weerkaatst wordt. In plaats van een dunnere ozonlaag, worden we op deze manier beschermd tegen de hitte van de zon. Hoe kijk jij naar deze oplossingen? 

Deze oplossing ken ik niet, alhoewel ik er wel wat geruchten over heb gehoord. Maar laat ik er dit over zeggen: technologische oplossingen zijn fijn, maar niet zaligmakend. Onze manier van omgaan met energie moet vooral anders worden, anders putten we de aarde alsnog uit. Paul Schenderling heeft een mooi boek geschreven. Het heet ‘Er is leven na de groei.’ In onze samenleving willen we altijd meer, maar misschien hoeft het niet altijd meer. Ik zou niet weten waarom ik 120 vierkante meter woonoppervlakte nodig zou hebben bijvoorbeeld. Wat moet ik met al die ruimte? Ik heb genoeg aan het huis waarin ik woon, samen met andere mensen. 

Een ander voorbeeld van doorgeslagen consumentisme zijn de toetjes van Friesland Campina. Je hebt in dat bedrijf een hele afdeling die smaken voor toetjes moeten verzinnen. Hoe komt dat? Er was veel aanbod van zuivel en daar speelde het bedrijf op in. Wat nou als ze tegen de boeren hadden gezegd: ‘We hebben niet zoveel zuivel nodig, doe maar wat minder.’ Ik begrijp dit soort keuzes ècht niet. Waarom zijn we niet gewoon tevreden met wat we hebben?

In hoeverre zijn de huidige milieu-ontwikkelingen omkeerbaar? Zijn het niet de signalen van een aarde die veroudert en de komst van Jezus inluidt?

We weten niet wanneer Jezus terugkomt hè? Er staat ook in de bijbel: ‘Niemand weet de tijd dat de Heer terugkomt.’ Het signaal dat de aarde laat horen is de zucht onder ons consumentisme, onze hebzucht. Gelukkig kunnen we nog wat aan de leefbaarheid doen, volgens het grootste deel van de wetenschappers. Tot de tijd dat Jezus terugkomt, probeer ik mijn steentje bij te dragen. 

Mijn gekozen waardering € -