Kommer en kwel in aardbevingsgebied

Demonstranten, ministers, advocaten, rechters, journalisten, deskundigen trokken in polonaise voorbij. Anders gezegd, het heeft veel moeite gekost om de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) te laten opdraaien voor de aardbevingsschade in de provincie Groningen, die door het leegzuigen van de Groninger gasbel was veroorzaakt.

Klik op noodklok

De Nederlandse Aardolie Maatschappij, opgericht door Shell en Esso, wil daarover nog steeds graag bakkeleien. Directeur Johan Atema joeg gedupeerden tegen zich in het harnas door te stellen dat Groningen net zo veilig was als Friesland en Zeeland en er slechts vijftig woningen in het aardbevingsgebied versterkt dienden te worden. Zijn opmerking zorgde voor irritatie. Hij kwam daarop terug en zei dat het niet zijn bedoeling was geweest de Groningers tegen het zere been te hebben willen schoppen.

De NAM heeft opnieuw voor ergernis gezorgd door veertig procent minder te willen betalen op drie rekeningen van de rijksoverheid, die betrekking hebben op versterkingsoperaties. De facturen zouden onvoldoende zijn onderbouwd.

De Tweede Kamer toonde zich daarover ontstemd en vindt dat de NAM de rekeningen voor de schadeafhandeling en versterking volledig moet betalen. De harde juridische benadering van de NAM werd afgekeurd. De ministeries van Economische Zaken en Klimaat Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zijn het gedrag van de NAM beu en bereiden zich voor op een juridische strijd. Atema bond in en zette om een juridisch gevecht te voorkomen de deur open voor een goed gesprek. De Tweede Kamer vindt dat de NAM gewoon moet betalen en moet stoppen met het kweken van ergernis en getreuzel, en zich ruimhartig moet opstellen.

Achter de schermen gaat de strijd nog verbeten verder. Onenigheid over de schaderapportages en de uitvoering veroorzaken de nodige spanningen. Bewoners onder één kap maken ruzie als de één wel en de ander niet aan een schaderegeling wil meewerken. Een andere gedupeerde wordt ‘gek’ als zijn aanvraag verkeerd wordt behandeld als hij ziet dat de NAM een lagere compensatie uitkeert dan de Nationaal Coördinator, en hij in een bewaarschriften procedure wordt gemanoeuvreerd met als eindresultaat dat hij negen maanden langer onderweg was dan de gebruikelijke vier weken en hij toch gelijk kreeg. In een ander geval wordt een gedupeerde voor tachtigduizend euro extra op kosten gejaagd, omdat het herstelplan niet deugde. Een aannemer zegde de samenwerking met de NAM op, omdat er niet mee valt te werken. Een kritische noot gaat uit naar de media, die dezelfde figuren aan het woord laat, waardoor anderen zich niet gehoord voelen.

Nog steeds is er onrust en onzekerheid in het aardbevingsgebied. Als je door de Groninger dreven rijdt, staan woningen in de steigers of is er nieuwbouw gepleegd. Er gebeurt wel wat, maar niet genoeg. De coronapandemie zorgde voor het nodige oponthoud. Stagnatie ontstaat door een tekort aan vervangende woonruimte voor de tijd dat de eigen woningen worden opgeknapt. Sommige huiseigenaren hebben er de brui aan gegeven en zijn vetrokken.

‘Schrijfofiel’ Mike Tomale houdt een dossier bij van de aardbevingen. Hij schreef er een boek over dat als titel ‘Bevingen, aardbevingen in Groningen: gevolgen, ervaringen, emoties’ meekreeg.  Uit de samenvatting blijkt, dat de NAM op 29 mei 1959 in een zandsteenlaag in Kolham bij Slochteren op ruim tweeënhalve kilometer diepte naar aardgas ging boren. Het was het begin van victorie. De Groningse bodem bleek een enorm gasveld te bevatten. Nederland hield het warm.

De eerste aardbeving in de provincie Groningen werd op 16 augustus 1992 gevoeld in Huizinge met een sterkte van 3.6 op de schaal van Richter. De laatste was in Zeerijp op 6 oktober 2021 met een sterkte van 1.6 op de schaal van Richter. ‘Er gaat niets boven Groningen’ klinkt de slogan, maar ondergronds heeft de provincie een levensgroot probleem dat lange tijd niet is erkend.’ Aldus Mike Tomale.

Er zijn volgens dwarshuis.nl die actievoert tegen de onbehoorlijke wijze waarop Groningen als een wingewest wordt behandeld door de Nederlandse Staat en de Nederlandse Aardolie Maatschappij meer dan 1500 gasbevingen geweest. ‘Die zitten zeer dicht onder de oppervlakte en zijn daardoor schadelijker dan natuurlijke bevingen. Volgens het Financieel Dagblad heeft iedere Nederlander 17000 euro aan gas verdiend. Bijna alle 1500 rijksmonumenten zijn beschadigd. Uit een GGD Gezondheidsmonitor uit 2016 blijken 170.000 Groningers schade te hebben aan hun huis. De waarde van de gaswinning omvatte 400 miljard euro.’ Zo wordt geponeerd.

In de provincie Groningen heerst de algemene opvatting dat het enige wat Groningen heeft teruggekregen voor de rijkdom aan gas de pech van aardbevingen zijn geweest. En als de afhandeling dan ook nog eens stroef verloopt, wordt de sfeer er niet beter op. Ook niet als de NAM alles maar op zijn beloop heeft gelaten en niet wilde luisteren naar deskundigen die een relatie legden tussen de gaswinning en aardbevingen. In plaats van die serieus te nemen, werden ze weggehoond.

De gemeente Loppersum is het hardst getroffen door de aardbevingen. Zegt de 74-jarige Harrie van der Klei, die daar 43 jaar geleden een huis kocht. Woningen in het dorp staan in de steigers en er wordt nieuw gebouwd. Verschillende bewoners zijn tijdelijk elders gehuisvest in afwachting van de oplevering van hun nieuwe woning. Ook is er een nieuwe school gebouwd.

Bijna iedere woning moet worden opgeknapt, zo blijkt uit zijn woorden als hij in zijn auto door het dorp rijdt, waar jong en oud volgens hem emotionele schade hebben opgelopen door de aardbevingen. De leefbaarheid is gedaald. Harrie is geen onbekende in het dorp. Met zijn koffers vol herinneringen verzorgt hij gezellige avonden in hotel ‘Spoorzicht’.

Hij had zijn oude dag met zijn vrouw Ieme wel anders voorgesteld. Iedere dag zitten ze nog opgezadeld met de schade aan hun huis. Ze hebben het gevoel geen kant op te kunnen zolang de schade niet is hersteld. Plannen om mede vanwege gezondheidsredenen kleiner te gaan worden, zijn in de ijskast gezet. Waar ook tegenop wordt gekeken, is een verhuizing als tijdelijke woonruimte moet worden betrokken als de eigen woning wordt versterkt. En die vervangende woonruimte is er volgens Van der Klei niet. Inmiddels wachten ze al zeven jaar op het moment, dat ze aan de beurt zijn.

Een andere optie om uit de misère te komen, is de woning te verkopen. Ondanks de risico’s die daaraan kleven, is daar toch interesse voor. De woningnood blijkt het breekpunt te zijn. Een koophuis is aantrekkelijk, omdat het naar eigen smaak kan worden ingericht en het aardbevingsbestendig maken bij de prijs is inbegrepen.

Harrie kan zich de eerste grote klap nog goed herinneren. Klik op  ‘Het was alsof er een metro onder het huis doorreed’.

Geluiden dat de Groningse gasbel weer moet worden aangesproken om de huidige energiecrisis te lijf te gaan, maakt de stemming er niet beter op. Commissaris van de Koning in de provincie Groningen, René Paas, heeft dat al resoluut van de hand gewezen. Het risico is te groot dat dit voor nieuwe aardbevingen gaat zorgen en de angst voor instortingsgevaar en ander ongerief doen opleven.

Tegenover de cijfermatige daadkracht die de Nationaal Coördinator in zijn jaarverslag ten toon spreidt, staat het kritische geluid van de Nationale ombudsman. De conclusie van de Nationale ombudsman dat er sprake is van een nationale crisis baarde op zich geen opzien in het aardbevingsgebied, want die crisis zat daar al in de vezels.

Nationale ombudsman Reinier van Zutphen constateert dat het ‘fundament van vertrouwen’ in het aardbevingsgebied ‘steeds verder scheurt’. Hij signaleert dat de veiligheid, de ondoorzichtigheid en de toenemende bureaucratie de bewoners niet helpen om de overheid te vertrouwen. ‘Kinderen krijgen mee dat de overheid er niet voor hen is. Hoe zal hun relatie met de overheid over twintig jaar zijn?’, zo vraagt hij zich af.

‘Vertrouwen lukt niet zomaar. Dat kan pas als de overheid zich betrouwbaar opstelt. Bewoners hebben een overheid nodig die eerlijk, begripvol en simpel is. Het vertrouwen kan alleen samen met het Rijk, het lokale bestuur en alle uitvoeringsinstanties, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, de Nationaal Coördinator Groningen en alle steunpunten’, aldus Van Zutphen.

Hij roept de overheid op de relatie met burgers aan te gaan en hun vertrouwen te herstellen. Hij verklaart dat de burger voorop moet staan en niet rechtmatigheid. Van belang daarbij is dat de vicieuze cirkel wordt doorbroken. Hij pleit voor een menselijk bezwaarproces en het gesprek wordt aangegaan met de bewoners. Bewoners moeten naar zijn mening ook beter toegang krijgen tot het recht.

Hij merkt op dat er op een gelijkwaardige manier met de bewoners dient te worden gecommuniceerd en ze inspraak moeten worden gegeven. Regelingen dienen volgens hem proactief te worden aangeboden. Bewoners moeten worden vertrouwd en kosten van experts en juristen in balans worden gebracht met de vergoedingen die worden uitgekeerd.

Ook moet er vaart worden gezet achter de versterking en de Groningers zich veilig voelen. De schade dient ruimhartig te worden gecompenseerd en gedoe over bouwkosten worden weggenomen. Investeren in de toekomstige leefbaarheid en een nieuw en hoopvol perspectief aanbieden zal de relatie in zijn ogen de pijn verzachten.

Algemeen directeur Nationaal Coördinator Peter Spijkerman ziet het allemaal niet zo somber in. De resultaten van 2020 laten volgens hem een stijgende lijn zien in de versterkingsopgave. ‘Dat is mede te danken aan de enorme inzet van onze medewerkers en de organisaties waarmee we nauw samenwerken, zoals de gemeenten, de rijksoverheid en de woningcorporaties. Ook geeft het vertrouwen in de toekomst. Vanzelfsprekend streven we ernaar deze stijgende lijn vast te houden in 2021. Natuurlijk realiseer ik me ook dat het voor de bewoners in het aardbevingsgebied lang niet snel genoeg gaat. We zullen dan ook enorm ons best blijven doen om iedereen zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden en in een veilig huis te laten wonen.’ Aldus Spijkerman. Uit het jaarverslag blijkt dat pas in 2028 een hoop problemen opgelost zouden moeten zijn.

Hoe je het ook wendt of keert, kommer en kwel spookt nog rond in het aardbevingsgebied. Er moet worden geleefd met de gedachte dat het niet voorspelbaar is wanneer zich weer een aardbeving aandient, wel dat er één komt. De afnemende belangstelling voor fossiele brandstoffen kan het crisisgebied gunstig in de kaart spelen. Een troostrijke gedachte is dat het morgen hopelijk beter wordt.

Mijn gekozen waardering € -