Kort Braziliaans – 9 november

NIEUWSOVERZICHT // Elke zaterdag een korte kijk op de Braziliaanse week die was. Met deze keer een stapel statistieken over onderwerpen die mij na aan het hart liggen.

De sociaal geograaf in mij had een prachtweek: zelden werden er in zo korte tijd zo veel cijfers gepubliceerd die gezamenlijk de ongelijkheid in de Braziliaanse maatschappij zo duidelijk in kaart brengen.

Meer dan de helft van de Brazilianen is zwart of ‘bruin’

Wie (zoals ik) in de meest Afrikaanse stad van Brazilië woont stond er niet van te kijken, maar Brazilianen in andere regio’s wellicht wel: voor het eerst beschouwt een meerderheid van de bevolking zichzelf als niet-blank.

Volgens cijfers die het Braziliaanse Instituut voor Geografie en Statistiek (IBGE) deze week publiceerde noemt 50,7 procent van de Brazilianen zichzelf óf zwart, óf pardo (een term die in de wereld van de Braziliaanse statistieken alle tinten bruin dekt, behalve die van Aziatische oorsprong.) De cijfers zijn gebaseerd op de volkstelling van 2010. Bij de voorgaande volkstelling, in 2006, zette een meerderheid nog een kruisje in het hokje ‘blank’. 

Wat géén verrassing is, is hoe de huidtinten over de landkaart verdeeld zijn. In drie deelstaten, Pará, Bahia en Maranhão, vinkte meer dan driekwart van de bevolking de hokjes ‘zwart’ of ‘pardo’ aan. En, surprise, surprise, deze deelstaten behoren tot de armste van Brazilië. Maranhão is zelfs de allerarmste deelstaat van het land.

‘Illegaal bewoonde wijken’

Een tweede interessante statistiek die het IBGE deze week publiceerde betrof illegale woningbouw. Wijken waar mensen, vaak uit bittere noodzaak, hun huizen bouwen op land dat niet van hen is, worden in Brazilië meestal aangeduid met het woord ‘invasão’, oftewel ‘invasie’. Een invasão is bijna per definitie een favela, maar een favela is lang niet altijd een invasão; in menige favela zijn de bewoners wel degelijk eigenaar van het lapje grond waar ze hun huis neerzetten.

Braziliaanse spraakverwarring terzijde, wat blijkt: de twee steden met de meeste ‘illegaal bewoonde wijken’ zijn Belém en Salvador, de hoofdsteden van, jawel, de twee deelstaten met het grootste aantal zwarten en pardos, Pará en Bahia. In Belém woont meer dan de helft van de bevolking (55 procent) ‘illegaal’, in Salvador een derde (33 procent.) Ik zet het woord ‘illegaal’ hier expres tussen aanhalingstekens omdat, als het (zoals in het geval van Salvador) over 882.204 mensen gaat – meer dan de totale bevolking van Amsterdam – de autoriteiten uiteraard voor een voldongen feit staan.

Geen geld voor een flatje

Maar waarom bouwt iemand een huis waar het niet mag? Waarom niet gewoon een appartementje gekocht? Omdat – wederom zijn de cijfers van het IBGE – een derde van de Brazilianen die in favela’s wonen minder dan de helft van het minimumloon verdient. Het minimumloon van 2010, welteverstaan, en dat was 510 real (€165) per maand. Ja, daar dus de helft van.

Geweld

Als uitsmijter nog de laatste cijfers over wat de Braziliaanse media eufemistisch ‘de veiligheidskwestie’ noemen. In 2012 werden er – volgens de officiële cijfers – opnieuw meer dan vijftigduizend Brazilianen vermoord, een stijging van 7,6 procent in vergelijking met het jaar daarvoor. In de deelstaat São Paulo nam het aantal moorden zelfs met 14 procent toe. U raadt het al: de meeste slachtoffers hadden een donkere huid.

Mijn gekozen waardering € -

Alex Hijmans (1975) is internationaal correspondent en schrijver. Zijn standplaats is Salvador, de derde stad van Brazilie, waar hij in een volksbuurt woont en verder kijkt dan voetbal, samba en zogenaamde Wirtschaftswunderen. Hij schrijft, net zoals weleer voor de papieren De Pers, journalistieke reportages en persoonlijke columns. Met veel beeld en altijd met de blik van een local.

Geef een reactie