‘Lag Rio maar buiten Brazilië’

Rio de Janeiro in het jaar voor de Olympische Spelen. De komende tijd publiceer ik interviews met inwoners van Rio, over hun leven, hun idealen en hun tegenslag. In een tijd dat het land wéér op springen staat, net als voor het WK. Deel 6: Rossana Falcão.

Rossana Falcão heeft zo genoeg van de corruptie en het graaien in haar land, en vooral van het feit dat zo veel van deze zaken ongestraft blijven, dat ze heeft besloten om in New York te gaan wonen. “Alleen de scheiding van mijn derde man en het verdelen van de inboedel houdt me nog hier”, verzucht ze.

Ze heeft het figuur van een jong meisje maar is 57, ze houdt van filosoferen achter een glas koud verkwikkend bier in een wat slepend ritme, met een donkere plezierig klinkende stem.

“New York is een stad waar niemand buitenlander is”, zegt ze opgetogen. “Ik hou van die stad. Ik hou ervan dat ze altijd in beweging is en dat er altijd iets nieuws is te ontdekken, dat er een intens cultureel leven is. Sinds de aanslagen van 11 september zijn de mensen vriendelijker geworden. Ze geven je bereidwillig informatie, ik voel me er op mijn gemak en de veiligheid is ook toegenomen. Dat hier in Rio laatst een fietser is doodgestoken, dat gebeurde vroeger ook in Central Park, maar nu niet meer. Het is erg veilig en je wordt er goed geholpen. Er heerst vertrouwen. Ik was in het Metropolitan Museum of Art, waar de gesuggereerde toegangsprijs 20 dollar is. Ik heb het gewoon betaald omdat ik het het waard vond. Mijn dochter, die nog studeert, kwam in aanmerking voor het halve studententarief. Omdat ik het volle pond had betaald, hoefde zij haar pasje niet te laten zien. Dat vertrouwen is geweldig.” Nee, dan Brazilië! Rossana is ervan overtuigd dat Brazilianen allemaal het museum in zouden gaan zonder te betalen.

Met een beetje vileine blik: “Weet je wat in Brazilië een sinaasappel is? Stel, ik ben politicus en druk honderdduizenden dollars achterover en koop een pand met dat geld. Dan zet ik het niet op mijn eigen naam om niet ontdekt te worden. Dan sluit ik een deal met iemand op wiens naam het dan staat. Veel mensen in Brazilië zijn bereid om sinaasappel te zijn, je hoeft er niet eens een klootzak voor te zijn, het wordt als normaal beschouwd.”

Geen restaurant

Is dat vooral iets van de laatste tijd, of is het altijd zo geweest, vraag ik haar. “Na de dictatuur dachten we ‘Als links maar aan de macht komt, dan verdwijnt de corruptie’. Maar nee, links doet gewoon mee. Dat stoort me het meest in Brazilië.”

Het baart haar meer zorgen dan de economische crisis, waar nu zo veel over wordt gesproken. “Mijn twee kinderen hebben een universitaire studie gedaan, we hebben een goede ziektekostenverzekering, ik ben niet bezorgd. Maar het kan nog erg verslechteren. Mij zal het niet raken, maar 90 procent van de bevolking wel.

De arme in Brazilië heeft liever 200 reais (een real is ongeveer 3,50 euro, WU) per maand zonder te werken dan 1000 reais met een baan. Ik ben een tijd evaluator geweest in het hoger onderwijs en moest universiteiten in het hele land bezoeken om door te lichten. Ik herinner me een stad in Maranhão (een deelstaat in het noorden, WU) waar de universiteit geen restaurant had. Want er was geen personeel te vinden om in het restaurant te werken, vertelde de directeur van de faculteit me. Iedereen leefde er van Bolsa Família (het subsidieprogramma van de regering voor de armen, WU). De mensen wonen in een hutje, de kinderen gaan naar school, er is een openbaar ziekenhuis, de mensen zaaien wat te eten op hun landje en drinken cachaça en dat is het. In Maranhão zijn er gemeenten waar iedereen Bolsa Família heeft. Als je kind maar naar school gaat en gevaccineerd is. Dat zijn de voorwaarden. Daarom krijgt de president zo veel stemmen in het noorden. Het is een manier om stemmen te kopen.”

9000 in eigen zak

De middenklasse lijdt het meest hieronder en is er daarom het meest verontwaardigd over, vindt Rossana. “Zij betalen de meeste betasting en zien er niks van terug omdat de politici heel veel geld achterover drukken. Er wordt 10.000 voor een project van 1000 begroot. Dat betekent dus dat ze 9000 in eigen zak stoppen.”

De rijksten, verklaart ze, raakt dit veel minder, want zij zetten hun geld op een buitenlandse rekening.

“Een land dat zo functioneert gaat nooit vooruit”, concludeert ze boos. “Het ethische bewustzijn van mensen wordt niet gestimuleerd. Bolsa Família zou goed zijn als het voor een tijdje was. Je geeft mensen subsidie en leert ze iets waar ze hun geld mee kunnen verdienen. Daarna moeten ze werk vinden en eruit stappen.”

Zelf komt ze uit de gegoede middenklasse. Ze is natuurkundige en heeft het grootste deel van haar werkzame leven – na dertig jaar kan een vrouw in Brazilië met pensioen – bij de Nationale Commissie voor Nucleaire Energie gewerkt. “Ik ben naar een openbare school gegaan. Dat kon toen nog. Tijdens de dictatuur zijn het openbare onderwijs en de openbare gezondsheidzorg om zeep geholpen. Erna ontstond de scheiding openbaar-privé, die zo slecht is voor ons land. Want kinderen die naar een openbare school gaan, ontvangen veel slechter onderwijs dan kinderen die naar een privé-school gaan. Alleen de federale openbare universiteiten  zijn goed, omdat die strenge toelatingseisen hebben en omdat er gerenommeerde professoren werken. Die durft de regering niet aan te pakken.” Ze lacht cynisch.

Een stuk grond in de hemel

Rossana had alleen een oudere zus, die als kind stierf aan een ziekte. Haar vader scheidde van haar moeder en trouwde een jongere vrouw met wie hij twee zoons kreeg. “Mijn stiefmoeder zit in de Universele Kerk (de Universele Kerk van het Koninkrijk Gods, de grootste evangelische kerk van het land, WU). Die verkopen je een stuk grond in de hemel!”, zegt ze vol afgrijzen. “Mensen moeten een tiende van hun inkomsten afstaan de kerk. Dit is ook een probleem in Brazilië: deze kerken trekken arme, onwetende mensen aan.”

Rossana heeft een zoon van 35 met haar eerste man en een dochter van 23 met haar tweede. Grijnzend: “Het zijn allebei yuppies. Maar ze zijn ook heel verschillend. Mijn zoon is bedrijfskundige. Hij heeft een hele idealistische vader en is een workaholic geworden die veel geld wil verdienen en aju paraplu. Mijn dochter heeft rechten gestudeerd en wil mensen helpen. Haar vader is juist heel kapitalistisch.” Ze buigt naar voren en zegt op samenzweerderige toon: “Ik moet bekennen: als ik nu jong zou zijn, zou ik minder goedgelovig zijn dan ik vroeger was. De PT (de Arbeiderspartij van president Dilma Rousseff, WU) zou alles beter doen dan de rest, geloofden wij. Nu heb ik spijt dat ik ooit op de PT heb gestemd. Ik stem niet meer! Hoeveel schandalen hebben jullie in Nederland?? Hier is er elke week wel een nieuw schandaal. We zijn een schijt-democratie!”

Maar, Rossana wil niet helemaal weg uit haar geboortestad Rio. En dat heeft niet alleen met haar familie en vrienden te maken. “Ik zou het liefst zes maanden per jaar in New York zitten en zes maanden in een klein appartementje hier. Maar als ik Rio weg uit Brazilië kon verhuizen, zou ik niet naar New York gaan. Dit is de de mooiste stad ter wereld!”

Naschrift

Het ging sinds het eind van de jaren negentig voorwaarts met de economie van Brazilië, totdat er tijdens de eerste regeringsperiode van president Dilma Rousseff (2010-2014) de klad in kwam. Het land kampt met een toenemende polarisatie tussen links en rechts, die anders tegen economische oplossingen aankijken, en tussen conservatieven en progressieven, als het om vraagstukken als abortus, de rechten van zwarten, en homo’s gaat.

In plaats van een doorwrochte analyse presenteer ik u de komende tijd de verhalen van doodgewone burgers in mijn woonplaats Rio. Van rijk tot arm, van jong tot oud, met verschillende seksuele, religieuze en politieke voorkeuren, man en vrouw. Zo kunt u zich een beeld vormen van wat er zo al leeft in de stad waar volgend jaar de Olympische Spelen worden gehouden en waar het gist.

Mijn gekozen waardering € -

Wies Ubags (1962) werkt vanuit Brazilië voor oa het ANP. Ze is ook te horen op de Nederlandse en Belgische radio (vooral BNN, WNL en VRT).  Ze schrijft over ambitie in Latijns Amerika, in het klein en in het groot. Economische onderwerpen krijgen veel aandacht.