Lynott, Charrière en Maradona

Daar zit ik dan. Dinsdagmorgen kwart voor tien. Niks te doen. En dan slaat de nostalgie toe. Ik ken het. Been there many times. En wat gebeurt er dan? Dan komt Phil Lynott om de hoek kijken.

Wijlen de voorman van de Ierse rockband Thin Lizzy, die zijn hoogtijdagen beleefde in de 70 en 80. Op 4 januari 1986 kwam hij te overlijden, ten gevolge van overmatig drank- en drugsgebruik. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Overmand door verdriet schreef ik zijn vrouw Caroline een brief en ik kreeg een handgeschreven brief terug, met een aantal foto’s. Ik heb ze nog steeds, ergens in een doos, bij andere ‘relikwieën’ uit het verleden.

Alhoewel we weinig gemeen hebben, heb ik altijd een zekere verwantschap gevoeld met Phil. Hij kwam ter wereld als zoon van een Ierse moeder en een Guyanese vader, in het Engelse West Bromwich. Hij groeide op bij zijn oma in Ierland en in Dublin werd hij gevormd, de Noord-Ierse kwestie indachtig. Phil was zacht van karakter – een ware pacifist – maar stronteigenwijs. Als autodidact groeide hij uit tot één van de grootste rocksterren die Groot-Brittannië ooit heeft voortgebracht.

Luisterend naar Thin Lizzy mijmer ik verder. Ik heb nog een paar andere helden. Papillon is er één van, Diego Maradona de andere. Papillon was de bijnaam van Henri Charrière die een – ongetwijfeld – geromantiseerde, wat bij elkaar gescharrelde autobiografie schreef, genaamd Papillon. De in de Franse Ardèche geboren Charrière werd in 1931 tot levenslange dwangarbeid veroordeeld voor een moord die hij nooit had gepleegd. Frankrijk bracht zijn zwaarste criminelen destijds over naar het vasteland van Frans Guyana en een aantal eilandjes voor de kust.

Charrière ontsnapte 10 keer, de laatste keer voorgoed. Charrière zette zijn memoires op papier en het boek Papillon werd een wereldwijde hit. In 1973 werd zijn boek verfilmd, waarbij Steve McQueen en Dustin Hoffman de hoofdrollen vertolkten. Een film die al net zo’n indruk op me maakte als het boek.

Diego Maradona dan. Wat moet ik over hem zeggen? De beste voetballer aller tijden, maar ook iemand die verknipt is geraakt door het leven dat hij heeft geleden. Niet dat hij daar veel aan kon doen trouwens. Zijn voetbalkwaliteiten en uitbundige karakter brachten hem hoge pieken en diepe dalen, mede door toedoen van velen die een graantje van zijn roem en geld wilden meepikken, zoals zijn eerste manager Jorge Cyterszpiler. Diego had bovendien graag veel mensen om zich heen en kon goed delen. Bepaald niet de eigenschappen van een topsporter. Ik leerde Cyterszpiler in 1997 kennen toen ik betrokken was bij de transfer van Julio Cruz naar Feyenoord. Hij wilde van mij zijn ‘steunpunt’ in Nederland maken. “Ik heb nog wel een paar spelers die je kunt onderbrengen en begeleiden”, zei hij. Een stemmetje in me zei echter dat ik niet met hem in zee moest gaan. Ik zal nooit weten of het slim was om op dat moment naar dat stemmetje te luisteren. Met Julio Cruz heb ik gebroken toen hij boos werd omdat ik geen zin had zijn familie op te halen in Rotterdam en ze vervolgens naar Enschede te brengen om de uitwedstrijd tegen FC Twente bij te wonen.

Ik heb Diego zelf twee keer ontmoet. Een keer op het trainingscentrum in Napoli en een keer in Parijs, na de vriendschappelijke interland tussen Frankrijk en Argentinië. Ontmoetingen die een diepe, diepe indruk op me hebben gemaakt. Ik had ‘m zo graag opnieuw ontmoet, afgelopen zomer in mijn Brabant. Helaas zat ik toen net hier. Zo ironisch kan het leven soms zijn.

Met Phil op de achtergrond zingend over Rosalie kijk ik mijmerend uit over de Caribische zee. Phil Lynott, Henri Charrière (Papillon) en Diego Maradona. Drie inspirerende mannen, ik moest aan ze denken vanmorgen.

Voor alle duidelijkheid, Phil, Henri en Diego mogen dan mijn helden zijn, ze zijn niet de belangrijkste mannen in mijn leven. Die eer gaat naar mijn vader en mijn zoon. Dat ze het ook als zodanig ervaren, weet ik zeker.

Mijn gekozen waardering € -