Malinese zanger Salif Keita strijdt voor mensenrechten albino’s

De Malinese sterzanger Salif Keita, ‘The Golden Voice of Africa’, komt dinsdag 25 juni voor een eenmalig optreden naar Theater Carré in Amsterdam. Salif Keita behoort tot de iconen van de Afrikaanse populaire muziek. Hij is een levende legende.

“Le roi de la musique mandingue, un vrai guerrier mandingue”, “De koning van de mandinka muziek, een echte mandinka krijger”, schreef onlangs iemand op het videokanaal Youtube bij de commentaren onder muziek van Salif Keita. Koning en krijger: hij is het allebei. Maar Salif Keita is ook een getalenteerd musicus met een gouden stem. En hij is een witte, ‘Un Autre Blanc’, zoals de titel van zijn veertiende en naar eigen zeggen laatste studioalbum luidt.

DE KONING

Ook al was Salif Keita door geboorte van koninklijke bloede, het koningschap zelf kwam hem bepaald niet aanwaaien, dat heeft hij tijdens zijn leven als musicus, tekstschrijver en activist zelf verdiend. Ruim vijftig jaar telt zijn carrière, die hem voor veel Afrikanen, maar niet voor hen alleen, tot Papa Salif Keita maakte. Papa Salif Keita, de naam zegt het, mensen houden van hem. Ze houden van de musicus Salif Keita, maar ook en niet op de laatste plaats van de mens Salif Keita. Daarbij zorgt de mens Salif Keita, en dan vooral de liefde voor anderen die uit veel van zijn teksten spreekt, voor die speciale innerlijke kracht die de muziek van de musicus Salif Keita tot een ervaring maakt die de luisteraar optilt en meeneemt naar een wereld zonder grenzen. Die wereld is een wereld waar iedereen welkom is, ook dat witte jongetje, ‘Un Autre Blanc’, dat zeventig jaar geleden, in 1949, in het dorp Djoliba werd geboren als nakomeling van Soundjata Keita, de vorst die in 1240 het Malinese Rijk vestigde. Salif Keita – hij is dat witte jongetje – kwam als prins in de wereld, maar werd wegens zijn albinisme, in de Mandinka-cultuur gezien als een ongeluksteken, verstoten door zijn familie en de maatschappij.

Niet alleen opende zijn adellijke bloed geen deuren voor hem, volgens het Malinese kastenstelsel kon hij ook maar beter zijn muzikale ambities vergeten. Een loopbaan als griot – uit zijn dorp verbannen vanwege het bijgeloof rond zijn huidskleur had Keita steun en vriendelijkheid gevonden bij de griots, lofzangers van mondeling overgebrachte tradities en verhalen – was voor hem als prins iets wat hij maar beter kon vergeten. Salif Keita zette echter door, en met succes. Hij geldt al decennia als een van de wegbereiders van het internationale succes van de Afrobeat.

DE MUSICUS

De eerste triomfen vierde Salif Keita in de jaren zeventig als lid van achtereenvolgens de Rail Band en Les Ambassadeurs, bekend van hun levendige fusie van Cubaanse, Zaïrese en Malinese invloeden, voordat hij in de jaren tachtig naar Parijs verhuisde en een spraakmakende solo-carrière begon. Zijn eerste solo-album, ‘Soro’ uit 1987, sloeg meteen aan. Geproduceerd door Ibrahima Sylla, liet het album een aantrekkelijke combinatie van invloeden uit Afrikaanse muziek, jazz, funk, pop en R&B horen. Hij oogstte nog meer succes, vooral ook bij het westerse publiek, met zijn voor een Grammy genomineerde release uit 1990, ‘Amen’, met daarop bijdragen van Joe Zawinul, Carlos Santana en Wayne Shorter. In de jaren negentig nam Salif Keita albums op voor de labels Mango, Melodie en Sonodisc, inclusief de bloemlezing ‘Mansa of Mali’, voordat hij in 1999 overstapte naar Blue Note, voor het album ‘Papa’, en uiteindelijk naar Universal Jazz France. Bij deze laatste debuteerde hij in 2002 met ‘Moffou’, een prachtig gevoelsalbum waarop onder anderen de Kaapverdische ‘Koningin van de Morna’ Cesária Évora (in het melancholische ‘Yamore’) is te horen. ‘Moffou’, waarvoor hij weer een Grammy-nominatie kreeg en dat velen beschouwen als het beste werk van Keita, was een keerpunt in zijn leven en carrière. Na ‘Moffou’ keerde Salif Keita terug naar Mali, om er ‘M’Bemba’ op te nemen, dat in 2006 uitkwam.

DE KRIJGER

Hij was begin zestig, het was inmiddels 2010, toen Salif Keita de studio inging voor ‘La Différence’, dat net als eerder ‘Moffou’ en ‘M’Bemba’ opviel door de warme toonkleuren van de overwegend akoestische signatuur van de muziek. Het woord zegt het al, ‘La Difference’, ‘Het Verschil’. Zijn albinisme was altijd al een weerkerend thema in zijn nummers. Nu, met ‘Difference’ vierde hij het verschil:

Je suis un noir
Ma peau est blanche
Et moi j’aime bien ça
C’est La Différence qui est jolie

Je suis un blanc
Mon sang est noir
Et moi j’adore ça
C’est La Différence qui est jolie

Ik ben een zwarte
Mijn huid is wit
En ik hou daarvan
Het is het verschil dat het leuk maakt

Ik ben een witte
Mijn bloed is zwart
En ik vind het verrukkelijk
Het is het verschil dat het leuk maakt

Met ‘La Difference’ leverde Salif Keita een sterk activistisch gekleurd album af. Naast zijn eigen albinisme komen onder andere de grote ecologische rampen aan bod die al jaren gaande zijn in delen van Afrika, genegeerd door de rest van de wereld. De opbrengst van ‘La Différence’ was bestemd voor The Salif Keita Global Foundation, de stichting die de zanger had opgericht ten behoeve van mensen met albinisme in Afrika, een verguisde en vaak gediscrimineerde groep. De activist Salif Keita, de krijger wiens wapen zijn poëzie is en die daarmee “zelfs tot in de cellen van Robbeneiland licht had gebracht”, laat recent ook van zich horen als ambassadeur van Stop Indifference, een initiatief van Elhadj As Sy, secretaris-generaal van de wereldwijde humanitaire hulporganisatie International Federation of Red Crescent and Red Cross Societies (IFRC). Met Stop Indifference roept Salif Keita mensen op hun onverschilligheid ten opzichte van vluchtelingen te laten varen:

Het is onaanvaardbaar om hen te zien sterven op de migratieroutes en het is onaanvaardbaar dat hun dood en hun lijden met een oorverdovende stilte en onverschilligheid worden beantwoord.

Laten we de stilte doorbreken en laten zien dat onze medemensen voor ons tellen.

DE WITTE

Een jaar geleden kondigde Salif Keita aan dat hij met pensioen zou gaan. Het album ‘Un Autre Blanc’, dat eind 2018 uitkwam, is volgens Keita zelf het laatste studioalbum uit zijn vijftigjarige carrière. Is het daarmee zijn zwanenzang? Verre van dat. Na een leven vol persoonlijke problemen vanwege zijn anders zijn, viert Salif Keita met ‘Un Autre Blanc” wat hij is, “een witte man met een diepzwarte Afrikaanse ziel”. Daarnaast is ‘Un Autre Blanc’ een pleidooi voor de rechten van mensen met albinisme, een strijd die Salif Keita belooft in de toekomst te intensiveren, zeker nu de Verenigde Naties 13 juni tot ‘International Albinism Awareness Day’ hebben uitgeroepen.

Salif Keita viert ‘Un Autre Blanc’ samen met bevriende Afrikaanse artiesten dwars door alle generaties heen. Meteen al in de opener ‘Were Were’ dragen synthesizers, gitaren, percussie en dameskoortjes de luisteraar over de golven van een opwindende Afrobeat naar de dansvloer en laat Keita horen nog altijd over een ongekend machtig stemgeluid te beschikken. Salif Keita betuigt hier zijn diepe geloof in de kracht van de lotsbestemming die ons leven vorm geeft, en koppelt dat aan zijn trots dat hij een Afrikaan is en daarmee hoort tot het land van Nelson Mandela, Desmond Tutu, Patrice Lumumba, Samora Machel en Martin Luther King, om enkele van zijn voorbeelden te noemen. Veel van de songs op ‘Un Autre Blanc’ zijn zogenaamde ‘praise songs’, maar er is ook ruimte voor, zoals we dat van Keita gewend zijn, sociaal engagement. Zo is ‘Syrie’ een emotioneel gezongen oproep tegen de oorlogen van onze tijd en het lijden van onschuldige mensen, mannen, vrouwen en kinderen, getroffen door het geweld dat hen overvalt en families uiteen scheurt. Onder de vele gasten op ‘Un Autre Blanc’ zijn Angélique Kidio uit Benin, de Parijse rapper en Afro-trap artiest Mohamed Sylla alias MHD en uit Nigeria zangeres Yemi Alade die in ‘Diawara Fa’ Keita’s zang met haar fraaie Afropop vocalen van een sprankelende omlijsting voorziet. Heel bijzonder is ‘Gnamale’, door de open ramen van de Pan-Afrikaanse geschiedenis klinken hier uit Zuid-Afrika de welluidende vocale harmonieën van het legendarische Ladysmith Black Mambazo. Waarna ‘Un Autre Blanc’ met ‘Mansa Fo La’, waarin de Almachtige God om Zijn zegeningen wordt geprezen en religieuze leiders die Zijn naam misbruiken worden gewaarschuwd, prachtig afsluit op de meeslepende reggaeklanken van een andere Afrikaanse superster, Alpha Blondy uit Ivoorkust.

De gasten op het feest van ‘Un Autre Blanc’ mogen er zijn, maar het stralende middelpunt is de gastheer zelf, Salif Keita, zijn stem immer met een lichtgevend aura omgeven. En dan is er de melancholie, een kracht die wel wordt genoemd als inherent aan ons mens zijn. De Nederlandse muzikant en liedjesschrijver Henny Vrienten zei ooit: “Melancholie is de smeerolie voor een goed liedje.” Salif Keita heeft die melancholie, altijd al gehad. Maar, de melancholie bij Salif Keita is niet de melancholie van tristesse. Het is niet de melancholie van onvervulde verlangens. De melancholie van Salif Keita spreekt van hoop, voor de toekomst, voor een wereld waarin de ander echt anders mag zijn, en die mag worden gevierd.

DE VADER

Of ‘Un Autre Blanc’ werkelijk het laatste studioalbum van Salif Keita is zal de tijd leren. Het is echter geen afscheid. We nemen misschien afscheid van Salif Keita de musicus – de muzikale juweeltjes die hij nalaat zullen onze dagen blijven verblijden. Maar de wereld, die heeft er met ‘Un Autre Blanc’ een man met een missie bij, kinderen met albinisme een vader die belooft hen te beschermen. Welkom Papa Salif Keita.

Foto’s Salif Keita: Thomas Dorn

Mijn gekozen waardering € -

Ex-muziekjournalist. Ruilde in de jaren 90 redactiestoel muziekblad OOR in voor een hangmat in de Amazone, Dancin' Fool.