Met de Deense alternatieve rockmuzikant Casper Clausen op de veerboot naar Lissabon

Casper Clausen is de frontman van de Deense alternatieve band Efterklang. Zijn eerste solo-album ‘Better Way’ nam hij op in zijn woonplaats Lissabon. Een gesprek over muziek op een kruispunt van culturen. En over de laatste veerboot.

Het gesprek met Casper Clausen vindt, zoals veel in deze tijd van pandemie, plaats via een videoverbinding. Ik had gehoopt via Casper vanuit zijn appartement in Lissabon een blik te kunnen werpen op de rivier de Taag (ik heb wat met rivieren) en de rode Ponte 25 de Abril hangbrug, maar helaas voor mij bevindt de man van ‘Better Way’ zich in Kopenhagen voor opnamen met zijn band Efterklang. Het uitzicht daar – hij draait zijn laptop met webcam richting raam – is anders. Casper: “Ja, het is een beetje grijzer daarbuiten.”

“Ik was er nog wel in januari, maar ik ben voornamelijk hier in Kopenhagen geweest en heb met mijn band Efterklang aan nieuwe muziek gewerkt.”

Maar je woont nog wel voornamelijk in Lissabon, toch?

“Ja, maar dat is een lang verhaal.”

Probeer het kort te houden.

“Ik woon al drie, vier jaar in Lissabon en toen deze pandemie in de lente toesloeg, begon ik het na twee of drie maanden te missen dat ik niet dichter bij de mensen was met wie ik muziek maak. Ik wilde weer wat meer naar Noord-Europa gaan. Lissabon voelt in deze tijd erg ver weg, alleen al vanwege het reizen. Ik speel dus met het idee om me misschien weer in het noorden van Europa te vestigen. Maar zeker weten doe ik dat nog niet. Het wordt waarschijnlijk ook geen Kopenhagen. Ik voel me meer aangetrokken tot een stad als Brussel.”

Dromen dus, over de toekomst. Maar voorlopig woont Casper Clausen nog in Lissabon, waar hij zich een warm pleitbezorger van het land en de cultuur toont.

“Ik woonde eerder in Berlijn en daarvoor in Kopenhagen. Ik heb me altijd wel aangetrokken gevoeld tot Zuid-Europese vibes. Altijd als ik Portugal, Spanje of Italië bezocht, had ik het gevoel, wauw, dit is een heel ander deel van Europa, met een heel andere mix van culturen.

“Lissabon is bijzonder omdat de stad een bijzondere haven heeft, er is het koloniale verleden en er zijn in de loop van de tijd duidelijk heel wat culturen bij- en samengekomen. Het is dus best spannend om daar te zijn. We deden daar ooit een paar shows en ik leerde er mensen kennen en op een gegeven moment dacht ik: Er is niets dat me tegenhoudt. Laat ik het proberen en zien wat er gebeurt. Uiteindelijk heb ik er drie, vier jaar gewoond. Het was een keuze tussen Granada of Lissabon, Spanje of Portugal. Ik voelde mij aangetrokken tot tradities als flamenco en fado. Lissabon is wel een stad, maar het is een kleine stad. Komend uit Berlijn voelde het alsof ik naar een veel kleinere omgeving ging waar ik iedereen zou kennen en beter zou weten wat er aan de hand was. En dat had ik destijds nodig.”

En zo dus belandde Casper Clausen in de wereld van fado en saudade, weliswaar niet letterlijk met zijn muziek, hij bleef rock maken, maar in de cultuur. Hoewel… zijn solodebuut, het album ‘Better Way’, dat onlangs uitkwam en waarop de laatste song ‘Ocean Wave een oproep is om de oceanen te beschermen, eindigt met wat wel een gevoel van saudade zou kunnen zijn: ‘I have to go now, the ferry is leaving soon.’ Daarover later meer.

Hij knikt: “Saudade is een mooi woord voor iets dat moeilijk is uit te leggen. Het heeft iets, het blijft hangen. En misschien dat het hier speelt, hoewel niet opzettelijk, het verlangen.”

Fado

De keuze was flamenco of fado, duende of saudade. Het werd Portugal.

“Het heeft zo moeten zijn. Flamenco is een mooie en zeer indrukwekkende muziekstijl, en ik zou er op een bepaald moment in mijn leven graag meer in willen duiken. Het voelt heel anders, zeker voor een witte Noord-Europeaan, wat betreft zangtechniek, hoe ze hun borst gebruiken. Het doet me ietwat denken aan een Arabische manier van zingen. Maar de fado verwijst hier zeker ook naar. Als je met Portugezen over fado praat, heb je onmiddellijk het gevoel dat het gesprek over politiek gaat of iets dergelijks. Ik probeer mijn vrienden daar altijd te vertellen dat dat niet is wat ik bedoel, dat ik dat verhaal niet heb, maar ik begrijp dat fado een zeer beladen geschiedenis heeft, op dezelfde manier als een gesprek over Richard Wagner altijd terugkeert naar en verbonden wordt met bepaalde zaken uit het verleden. Maar als je gewoon naar de eigenlijke muziek en de manier waarop ze zingen luistert, is er iets dat heel exotisch en heel mooi en uniek is voor fado-muziek, omdat het zo specifiek is voor Lissabon of Coimbra, en zelfs als je naar Porto gaat, hoewel fado daar niet echt thuis hoort. Ik vind dat heel fascinerend.”

Hij noemde het al: de haven van Lissabon.

“Ik ben opgegroeid in een haven. Het heeft mij altijd gefascineerd. Het lijkt erop dat ik altijd naar havens of plaatsen wordt getrokken waar je vrij gemakkelijk kunt ontsnappen, ook al heb ik nooit een boot of iets dergelijks gehad. Het is de horizon of zoiets. Dat miste ik vaak toen ik in Berlijn woonde. De enige plek waar je daar een horizon ziet, is Tempelhof, maar dat is dan wel boven land. Dus toen ben ik naar Lissabon gaan. Ik denk dat het een combinatie van dingen is. Het is zeker ook de geur en niet te vergeten de wind. Er is iets wonderbaarlijks aan Lissabon en dat heeft te maken met een bries die vrijwel elke avond komt opzetten, een grote luchtstroom die over de zee aanwervelt. Dat zorgt voor het soort gevoel dat hoort bij een oceaan, zelfs als je de oceaan niet ziet. Ik ben opgegroeid aan een zee. Als ik naar een horizon kijk, word ik op de een of andere manier gelijkmatig, het brengt mijn brein tot een rustpunt. Het is een beetje alsof je Qigong (eeuwenoude Chinese gezondheids- en bewegingspraktijk – CCE) begint te doen, ’s ochtends, gewoon een beetje jezelf leeg maken. En daarvoor is het geweldig om een horizon te hebben. Het is zo fysiek en echt zoals die lijn daar is. Zo voelt dat voor mij. Ik realiseerde me pas later in mijn leven dat het misschien te maken had met waar ik vandaan kom. Ik ben opgegroeid in het zuiden van Denemarken, op een eiland in de Baltische Zee, veel minder episch dan de Atlantische Oceaan. Maar er was dat ding, er was die lijn.”

“Er was dat ding, er was die lijn” (Foto Atlantische kust © C. Cornell Evers)

De horizon dus. Of vooral het idee van een horizon, een einder. Lissabon blijft natuurlijk op de eerste plaats een stad, met een haven en de mix van culturen die bij een haven hoort.

“Ook dat, zeker. En die haven, die is heel specifiek in Lissabon. Er zijn daar al die verschillende culturen die elkaar ontmoeten, en dat is er al een hele tijd, het is echt een kruispunt. Er zijn natuurlijk wel meer van dat soort steden. Maar in vergelijking met bijvoorbeeld Berlijn, dat erg multikulti is en waar veel mensen met verschillende achtergronden wonen, is het een heel andere, meer gewortelde manier van samenleven. In Lissabon loopt alles, in de zin van waar mensen vandaan komen, heel natuurlijk door elkaar. Dat geldt ook voor de geluiden, de muziek die daaruit voortkomt. Zo ben je in een klein café met cabaret, en dan loop je vervolgens verder naar beneden en is er ineens een kleine Angolese plek met kizomba (sensuele dans- en muziekstijl – CCE). Er is een nieuwe generatie jongeren die hun hele leven in Portugal hebben gewoond, maar wortels hebben in de Afrikaanse pre-koloniën. En daar maken ze muziek over. Het is allemaal echt. Ik voel echt die havensfeer in de stad, met de culturen die er doorheen stromen, er in en uit gaan. Lissabon functioneert als een soort hub. Het is een ingang en een uitgang, op de een of andere manier.”

Caspers enthousiasme voor Lissabon is groot. En de pandemie gaat een keer voorbij. Ik moet die verhuizing nog zien gebeuren.

“En ook al is het ver weg in Europese zin, een klein beetje in de hoek van Europa, je voelt je ver, nog veel verder weg als je maar honderd kilometer ten zuiden van Lissabon gaat.”

Noord-Afrika

Een uur rijden van Lissabon ligt de Atlantische kust met zijn ruige kliffen. Er zijn daar plekken die ik, bekend met de streek, het einde van de wereld noem, om de sfeer van verlatenheid, de melancholie die ze oproepen, een einde dat ook een begin kan zijn.

Hij zegt te begrijpen wat ik bedoel: “Als je de brug oversteekt en naar het zuiden gaat, verandert er inderdaad iets. Het is misschien ook het land. Ik had overigens hetzelfde gevoel in Granada. Als je in het zuiden van het Iberisch schiereiland bent, begin je een beetje het noorden van Afrika te voelen. Ik ben nog nooit in Noord-Afrika geweest, maar als je gaat reizen, roept het die sfeer op, en dat gebeurt al redelijk dicht bij Lissabon. Je begint te rijden, naar het zuiden, waar een soort lege landschappen zijn, en dan na een paar bochten, hoe het de oceaan ontmoet, is er weer zoiets, als een kruising. En zoals je zegt, is er een soort einde van iets daar.”

Casper Clausen is, zegt hij zelf, nog nooit in Afrika geweest, maar het verlangen, als muzikant, is er wel.

“Dat wil ik al heel lang. Maar het is er nog niet van gekomen, misschien omdat het voor mij iets heel speciaals is en ik wil dat het goed is en ik daarom wacht en wacht en wacht. Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen. Er is Mali en dan natuurlijk Marokko en Senegal en Ethiopië. Er gebeuren zoveel dingen, er zijn zoveel plaatsen waarbij ik, als ik naar de muziek daarvan luister, denk: wauw, dit is zo’n belangrijke bron voor ritme en geluid. Maar ik moet het doen, ik moet daarheen. Ik luister wel naar muziek die er vandaan komt, maar het is anders om daar echt te zijn.”

“Er is een soort einde van iets daar” (Foto Portugees landschap © C. Cornell Evers)

Tijdens zijn jaren in Lissabon werkte Casper Clausen met collega’s uit de Portugese cultuur. Zo zingt hij het expressieve nummer ‘The Boy Inside’ op het eind vorig jaar uitgekomen solo-album ‘O Método’ van Rodrigo Leão, die eerder een van de musici en componisten was achter het succesvolle Portugese ensemble Madredeus. En recentelijk nog maakte de Portugese filmregisseur Sebastião Braga een sfeervolle videoclip voor het al eerder genoemde ‘Better Way’ nummer ‘Ocean Wave’ met daarbij een oproep tot steun voor de internationale direct-action ocean conservation organisatie Sea Shepherd. Er was altijd wel interactie, ook met de traditionele Portugese cultuur, maar dat laatste dan toch vooral als toeschouwer, betoogt hij.

“Omdat ik muziek maak en naar Lissabon verhuisde en daar al mensen kende, had ik het geluk snel veel te kunnen gaan zien en mensen te ontmoeten. Dus ja, ik heb het gevoel dat ik verbonden ben met een heleboel dingen die er in de scene gaande waren, maar dan vooral de hedendaagse scene. Rodrigo kwam een beetje verrassend binnen, echt wonderbaarlijk. Hij schreef me en vroeg of ik in een liedje wilde zingen, omdat we een gemeenschappelijke vriend hadden die zijn plaat produceerde. Dus zo kwam dat, op die manier. Maar Portugezen zijn heel open, zodra ze je vertrouwen en je aardig vinden, zullen ze hun hart voor je openen en moet je iedereen ontmoeten. Het is heel anders dan de cultuur waar ik vandaan kom. Ik heb het gevoel dat ik een aardig idee heb wat er leeft. Uiteraard komen er altijd nieuwe dingen naar boven. En in een plaats als Lissabon, waar allerlei verschillende groepen mensen met dingen gaande zijn, kan het ook een beetje een eendenvijver worden op momenten dat iedereen zich daar verzamelt, ieder in de eigen groep.

“Ik probeer altijd te vermijden om ergens in te blijven hangen. Ik houd me zoveel mogelijk op in de ruimte tussen de eendenvijvers. Ik wil van de ene plek naar de andere kunnen stromen, alles een beetje verkennen, en nieuwsgierig blijven naar wat er gaande is tijdens concerten en naar veel festivals gaan in de zomer. Ik heb wel veel mensen ontmoet en voel me verbonden met ten minste de scene in Lissabon en ook gedeeltelijk met de scene in Porto. Het is ook niet zo’n groot land en niet zo’n grote stad. Er zijn in Lissabon misschien vijf of zes locaties met muziek waar ik naartoe ga. En dan zijn er nog een heleboel andere dingen aan de hand, op kleinere plaatsen zoals in restaurants en bars enzovoort. Je ontmoet mensen. Ze brengen je ergens heen, en een paar uur later nemen ze je weer mee naar een andere plek. En zo vind je je weg.”

Sintra

Clausens solo-debuut ‘Better Way’ is voor het grootste deel opgenomen in zijn eigen studio in Olho de Boi in Almada, op vijftien tot twintig minuten varen met de veerboot van het centrum van Lissabon (Cais do Sodré) gevolgd door een wandeling langs de rivier. De mix en productie werden thuis gedaan bij Peter Kember van Sonic Boom en Spacemen 3, die woont in de heuvels van Sintra. Of dat laatste, de natuurlijk omgeving van Sintra, van invloed is geweest op het uiteindelijke resultaat, wil ik weten.

“Het had een grote invloed dat ik met Peter Kember werkte of, zoals hij zichzelf noemt, Sonic Boom. Iedereen die Spacemen 3 heeft gehoord of dingen die hij met Sonic Boom heeft gedaan of zijn eerdere producties, weet dat hij een heel bijzonder geluid heeft. Mijn nummers, die over een periode van meer dan twee, drie jaar zijn gemaakt, naar Sintra brengen, was echt een reis voor mij en een zeer inspirerend deel van de weg die de plaat heeft afgelegd.

“Hij woont daar in een huis en heeft er een klein atelier. We waren met z’n tweetjes. Ik had hem gevraagd of hij het album wilde mixen. Hij zag het idee wel zitten. Dus zaten we daar gewoon een tijdje uit de ramen te kijken. Het is een heel mooi deel van Portugal, met groene heuvels, en hij heeft een geweldige verzameling planten in zijn tuin. We gingen soms het huis uit en keken dan naar die duizenden verschillende agaves en cactussen enzovoort, die hij verzamelt en dan gingen we weer terug en mixte hij weer wat. Het was een geweldige ervaring, ook de omgeving, vooral in vergelijking met Lissabon. Het is daar vochtiger en meer bewolkt. De heuvels houden de wolken vast die vanuit de oceaan landinwaarts komen. Dat levert prachtige lichten en weersverschijnselen op. Ik wist dat elke keer dat ik naar buiten ging, er iets nieuws stond te gebeuren. Er was het licht dat over de heuvels streek of de schaduwen en de bomen en ik weet zeker dat dat allemaal duidelijk een rol heeft gespeeld in de muziek. Samenwerken met Peter veranderde de muziek echt, vormde het op een andere manier. Hij bracht een geheel nieuwe kijk in hoe om te gaan met geluid en de geluiden waarmee ik aankwam.”

De omgeving van Sintra leverde een duidelijke meerwaarde. Maar de eerste keuze was dus, zoals gezegd, Peter Kember zelf.

“Ik heb de twee kunnen combineren. Mijn eerste aanwijzing dat ik met Peter in zee wilde, was een Beach House-plaat, ‘7’, die hij had geproduceerd. Ik hou echt van dat geluid. Hij heeft ook gewerkt met Panda Bear (‘Panda Bear vs The Grim Reaper’ – CCE) en woonde een tijdje in dezelfde straat als ik in Lissabon. Ik had Peter wel eens in de buurt gezien, hem zien spelen, maar hem nooit echt ontmoet. Het eerste dat me echt triggerde, was zijn geluid. Dus ik schreef hem een e-mail en zei: Hallo, ik ben Casper. Je kent me niet. Dit is mijn muziek. Zou je met mij willen samenwerken? Hij reageerde en luisterde en zei dat hij interesse had. Zo kwam de samenwerking tot stand. En of ik ook met hem had gewerkt, als hij in Alaska had gewoond, wie weet. In deze tijd kun je echt als je wilt met iedereen en overal werken. Maar in een fysieke wereld zoals wij die hadden, toen we de plaat aan het mixen waren, denk ik dat het ook goed was voor mijn gemoedsgesteldheid om naar Sintra te gaan. De treinreis van het centrum van Lissabon naar Sintra duurt zo’n veertig minuten. Het werkte heel goed voor mij om de stad uit te gaan, mezelf los te maken van mijn omgeving, wat ik altijd doe, denk ik, als ik iets creëer. Zingen kan voor mij een behoorlijk pijnlijk proces zijn, omdat ik steeds beter wil, steeds meer, en dus, om uit mijn eigen zone te komen en naar een plek als Sintra te gaan en een nieuw perspectief voor mijn oren te krijgen om naar de muziek te luisteren en er op een andere manier naar te kijken, was erg nuttig.”

Het resultaat van dit alles, ‘Better Way’, is geen album dat meteen landt. Casper Clausen is er op een persoonlijk gekleurde ervaringstocht en dat is even wennen. Eenmaal overgegeven aan de exploraties van de Efterklang man opent zich voor de luisteraar een universum waarin meeslepende ballads, progressieve rocksongs, kleurrijke instrumentale klankschappen en avant-pop de verrassend experimentele bouwstenen zijn van een caleidoscopische muzikale wereld.

Claus & Clausen

Het is tijd om even een zijweg in te slaan. Een andere muzikale werkcombinatie die Casper Clausen onderhoudt is die met cellist Gaspar Claus. Wie een inkijkje wil in het creatieve opnameproces van Casper Clausen, kan op YouTube terecht bij een Open Labo Session video opname van Petites Planètes filmmaker Vincent Moon. Casper Clausen jamt daarin en gaat de interactie aan met de bijzonder veelzijdige en muzikale grenzen overstrijkende Franse cellist Gaspar Claus (!). De Open Labo Sessions vinden plaats in de legendarische Labomatic Studios in Parijs, 120 vierkante meter verdeeld over drie ruimtes.

Of het toeval is dat de namen van ‘Claus & Clausen’, de titel van hun eerste album uit 2016, min of meer hetzelfde zijn? Nee. Of toch ook ja.

“Vincent Moon is een gemeenschappelijke vriend. We werkten tien jaar geleden samen voor een film en hij zei toen dat een van zijn beste vrienden sinds hij een kind was, ongeveer dezelfde naam had als ik. Hij lijkt ook een beetje op jou, zei hij, maar is wel veel kleiner. Je moet hem ontmoeten. Vincent Moon bracht ons dus bij elkaar en het klikte meteen. Toen we elkaar ongeveer vijf jaar af en toe kort hadden ontmoet, vroeg Gaspars moeder hem waarom hij een show gaf in Berlijn – ze had dat gezien op internet – en ze daar niets van wist. Hij vertelde haar dat niet hij maar zijn vriend Casper daar een optreden had. En toen schreef hij me een e-mail: ‘Dit zorgt voor teveel verwarring. Laten we een plaat maken.’ Hij kwam over, toen ik naar Lissabon kwam in 2016, en toen hebben we samen een album gemaakt. Het is grappig, alsof het eigenlijk alleen maar gebaseerd is op namen, maar samen spelen is heel bijzonder. Het is echt een soort gesprek. Zijn cello en mijn stem vormen best een goede match, ze spiegelen elkaar min of meer. Ik denk dat het redelijk goed past. Het is heel surrealistisch om iemand als Gaspar Claus cello te zien spelen vlak voor je terwijl jij zingt.”

Levende ziel

In de eerder genoemd video van de Open Labo Session in Parijs met Gaspar Claus zien we hoe Casper Clausen intuïtief de klankmogelijkheden van de ruimtes en de daarin aanwezige instrumenten en voorwerpen verkent en de resultaten ervan transformeert tot een verrassende en meeslepende geluidscollage. Casper Clausen gebruikt de studio als instrument. Dat is op zichzelf niet heel bijzonder. Dat doen meer musici. Maar Casper Clausen geeft de studio een ziel. In het hart van zijn muziek huist een levende ziel. En die ziel, die levende ziel, vindt zijn oorsprong in improvisatie, zegt hij.

“Het begint voor mij altijd met een improvisatie. Je kunt natuurlijk willen definiëren wat improvisatie is. Ik denk dat we allemaal improviseren als we iets doen. Toen ik als tiener begon met muziek maken was dat op een meer conventionele manier: een gitaar en zingen en wat songteksten maken en dan ter plekke uitzoeken hoe dat kan werken en de repetitieruimte ingaan en wat drums toevoegen en spelen met een band. Op mijn achttiende verhuisde ik naar Kopenhagen met mijn vrienden van Efterklang. En een van de grote openbaringen voor ons deden we op met het kopen van een computer.

“We begonnen met opnemen op de computer en de computer spuwde het terug naar ons. En ik denk dat ik voor de meeste muziek nog steeds op die manier werk. Ik stop iets in de computer, of dat nu een piano of een beat is, voeg iets meer of minder zang toe, ik luister ernaar en kijk hoe dat voelt. Meestal luister ik meerdere keren, voeg iets toe en luister weer. De volgende dag haal ik misschien weer iets weg. Er is dus altijd een soort dans tussen luisteren en toevoegen. En zo is het ongeveer de afgelopen twintig jaar van mijn leven gegaan. Op die manier muziek maken voelt heel natuurlijk voor mij. Veel van de muziek voor Efterklang wordt op die manier gedaan.

“Voor ‘Better Way’ ben ik wel meer op zoek gegaan naar muziek die kan stromen, heb ik de muziek vaak gelaten zoals hij was en niets willen forceren. Dat kun je onder andere horen in het eerste nummer ‘Used To Think’. De lengte van dat nummer (bijna negen minuten – CCE) is zoals ik het de eerste keer speelde. Ik heb natuurlijk dingen toegevoegd, maar ik heb de structuur en de beweging van de secties behouden zoals ze die dag in de studio plaatsvonden.

“Maar als je ‘Claus & Clausen’ neemt, dat is een heel rauwe improvisatie. We improviseren meestal, leggen het vast op tape of harde schijf, en dan kunnen we nog besluiten een ander einde te nemen of de stem zachter te laten klinken, of alleen de cello te laten horen, maar dat is het dan. Daarmee is het een meer puristisch project. Het blijft meer trouw aan de improvisatie. Dat zie je ook in Vincent Moons film, zo werkt het echt. Gaspar en ik voelen ons beiden aangetrokken tot het moment zelf van optreden en improvisatie. Voor ons is het spannend of iets goed uitpakt, dat weet je namelijk nooit. Het hangt er een beetje van af hoe je bent, hoe je je voelt. Terwijl je, als je met een computer communiceert, na verloop van tijd een stabielere conversatie met het apparaat ontwikkelt. Je vormt dingen en kunt uiteindelijk ook de scherpe kanten vermijden.”

En wat je vandaag niet leuk vindt, vind je misschien morgen leuk of andersom.

“Dat is het, ja. Dat is het wonder van muziek maken. Op dit moment ben ik hier in Kopenhagen teksten aan het maken voor Efterklang. En dat is voor mij best wel een moeilijk proces, omdat ik vaak tegen mijzelf als criticus aanloop. Ik kan goed iets in de lucht gooien, maar het is niet altijd logisch voor mij. Ik merk dat ik vaak wil dat het altijd werkt en dat doet het nooit. Dus hoe navigeer je door die wateren? Ik denk dat het heel interessant is om een manier van werken te vinden die maakt dat je niet alleen maar super tevreden hoeft te zijn met wat je doet, dat je ook op de een of andere manier dingen achter kunt laten zonder ze te hoeven begrijpen, iets kunt maken zonder dat het op de een of andere manier ultiem hoeft te zijn.”

Kinderspel

Casper bedoelt hier dat een songtekst niet altijd perse een betekenis hoeft te hebben, voer voor popjournalisten en pseudo-psychologen om te analyseren, maar dat het ook gewoon een kwestie van spelen met woorden kan zijn.

“Meestal is het spelen met woorden. Maar tijdens het spelen met woorden komen er betekenissen op en gaan er betekenissen. Op zulke momenten kan het echt aanvoelen als een kinderspel, dat heel snel gaat en logisch is voor dat moment. Er is vrijheid. Er is dan echte lichtheid. Het hoeft geen enkele zin te hebben. Het is logisch omdat het er is. Maar soms ben je niet tevreden en duik je er toch dieper in. Ik ga dan niet perse op zoek naar meer betekenis, maar naar constellaties van woorden. Een betekenis kan zich dan aanbieden. Ik heb er plezier in om woorden en zinnen zo door elkaar te weven, dat ze in een diepere laag betekenis hebben en zo een derde beeld creëren of zoiets. Vaak, als ik met songteksten bezig ben, werk ik zin na zin. En af en toe vind ik manieren om die ene zin met die andere zin te combineren. En misschien heeft die zin iets te maken met het einde, enzovoort. Het voelt wel vaak architectonisch aan, alsof ik iets construeer dat ik misschien niet begrijp, maar waarbij ik in ieder geval het gevoel heb dat het iets fascinerends heeft. En in sommige teksten laat ik open wat er in rond gaat, ja.”

De betekenis van teksten. Het is mijn taak om het te vragen.

“Ha, en ik hou ervan om er een hekel aan te hebben. Ik moet je zeggen dat ik de eerste tien jaar van mijn leven als muzikant niet over songteksten sprak, en dat ik nooit de songteksten wilde bijsluiten. Maar hier zijn we dan. Ik weet dat mensen daarbuiten soms op een andere manier naar muziek luisteren. Dus ik respecteer ook dat mensen de songteksten willen kennen.”

Hoewel de meningen over het nut ervan uiteen lopen, wordt van een muziekjournalist vaak een analyse van de teksten van een zanger of een dichter verwacht. De titel van Casper Clausens debuut solo-album ‘Better Way’ verklaart hijzelf in een raadselachtige persverklaring. ‘Better Way’ zou gaan over “het vinden van een betere manier om hoger te reiken, sterker lief te hebben en harder te vallen”. Hij is duidelijk niet tevreden met hoe de wereld reilt en zeilt. En hij heeft daarin ook nog een punt. Er is een betere manier.

“Er is altijd een betere manier, nietwaar?”

Zijn antwoord maar ook de teksten op ‘Better Way’ wekken de indruk dat Casper Clausen enigszins teleurgesteld is in de mensheid, over de situatie in de wereld zoals die is vandaag.

“Oh, ‘Better Way’ bevat zeker opmerkingen of reflecties over ons als mensen. En daar hoor ik zelf ook bij. Ik probeer mezelf niet beter of verstandiger voor te stellen dan de rest.”

Daarom, zo zeg ik hem: teleurgesteld. Er klinkt geen boosheid door op ‘Better Way’, wel teleurstelling.

“Ik begrijp wat je bedoelt. Ik denk dat die teleurstelling er is. In een nummer als ‘Little Words’ bijvoorbeeld is het vrij helder als het gaat over waar we zijn en waar we heen gaan. Ik denk dat het ook door mijn leeftijd komt, doordat ik op de helft van mijn leven ben of zoiets. Als je naar de wereld kijkt, vooral de afgelopen jaren, met de discussies over ecologie en waar deze wereld naartoe gaat, dan zijn er hele grote vragen die moeilijk te beantwoorden zijn. Ik vind het verfrissend dat er een nieuwe generatie is met mensen die jonger zijn dan ik, die veel progressiever zijn dan wij ooit zijn geweest. Ik heb het gevoel dat ik een laatkomer ben op het feest. Misschien had ik dat moeten doen toen ik begin twintig was. Dan was de discussie heel anders gevoerd, beter. Ik zou graag meezingen in het koor en helpen nadenken over wat wij mensen op deze planeet doen.”

call out to the future future
do you wanna heal the world?
(Little Words)

Ruimteraket

De teleurstelling over de mensheid die op ‘Better Way’ doorklinkt is oprecht. Zo ook de bewondering van Casper Clausen voor de generatie van de jonge Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg.

“Ja, ik heb het over Greta’s generatie. Zij is een geweldig voorbeeld. Zij zegt precies waar we het hier over hebben. Erg duidelijk. Ze heeft het over haar toekomst, en misschien niet over mijn toekomst. We hebben een vreemd soort verantwoordelijkheid, die we als mensen geneigd zijn te vergeten. We besteden het grootste deel van ons leven aan onze eigen problemen en ideeën en aan wat we willen doen. We praten echter nauwelijks over wat we willen doen met de aarde als geheel. En ik vind de discussie daarover super interessant. Hoe willen we dat onze planeet eruitziet? Wat is onze relatie tot de rest van wat er op deze planeet gebeurt? Wat hebben we met de planeet gedaan, niet wij, maar onze voorouders, ons vroegere zelf? Hoe gaan we deze planeet veranderen, en op wat voor soort planeet zouden we willen leven? Waar willen we in de toekomst ruimte aan geven? Zodra je dat gesprek begint, kunnen er mooie ideeën komen bovendrijven. Het hoeft niet alleen een zure discussie te zijn, het moet een inspirerend gesprek zijn over wat we willen.”

Het album ‘Better Way’ bevat een sarcastische monoloog over de mens als levensvorm, in het nummer ‘8 Bit Human’:

21st century planet earth
you talk like city and talking heads
it’s all about trends and higher self
the city is emergency

(…)

you put a car into outеr space
you want to feel in a whole new way
and you turn to the stars and
they burn away
(8 Bit Human)

“Het is een beetje geïnspireerd op de Elon Musk-show. We sturen een kleine auto de ruimte in, naar Mars, en over honderd jaar gaan we er zelf heen. We willen ons graag onderscheiden, uiteenlopende ervaringen beleven. Als je in een grote stad woont, is dit een kick die ik zelf ook voelde, alsof alles super belangrijk is. En je rent rond en je doet al die dingen en je moet ze ook doen van jezelf en je kunt daarom nooit ontspannen. Uit deze soort stadsmens komt een Elon Musk voort, die uiteindelijk een ruimteraket in de lucht wordt. Dat beeld dus, dat op de een of andere manier best hilarisch is. Die manier van rennen werd het beeld dat ik erbij had. Ik denk dat het niet de bedoeling is dat wij op deze manier rennen om vooruit te gaan. Tegelijkertijd hebben we het altijd wel zo gedaan. De kwestie is hoe we het verder in de toekomst gaan doen, of we het doen als een ruimteraket of dat we met aandacht rondlopen terwijl we naar de verschillende bomen en bloemen kijken.”

Of de veerboot nemen aan het einde van de haven.

“Ja, ook dat, dat we inderdaad een veerboot van de ene naar de andere kant kunnen nemen.”

‘I have to go now, the ferry is leaving soon.’ Het klinkt een beetje triest.

“Het is gewoon zoals het is. Heel praktisch. Elke keer dat ik in de studio was, had ik een veerboot die ik moest halen. Het was de laatste veerboot terug naar Lissabon. Ik ben een beetje een nachtbraker. Ik kan heel laat nog in de studio zitten. En dus was het best fijn om zo’n achterdeur als een veerboot te hebben die ik moest halen. Wat je op de opname hoort, ben ik die naar de veerboot moet. Deze hele plaat is gemaakt terwijl ik naar de studio ging om vrijwel elke keer dat ik daar was een nummer te maken. De hele zaak af te sluiten doordat ik terug moest, was gewoon logisch in mijn gedachten. Het is een reflectie van het moment, maar heeft ook een sentimentele noot.”

Tegelijkertijd gaat het liedje ‘Ocean Wave’ over het beschermen van de oceanen en het lijkt erop dat jij, Casper Clausen, aan het eind zegt dat we snel moeten zijn, want de veerboot wacht daar. Dat is ook een manier om ernaar te luisteren.

“Een mooie interpretatie. Zo heb ik er nog niet over nagedacht. Dit gebeurt dus gewoon door een straal van muziek uit te sturen en jouw reactie daarop. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

‘Better Way’ is verkrijgbaar als CD en LP. De LP is geperst op gerecycled gekleurd vinyl. Dat is milieuvriendelijk en geeft elk exemplaar een eigen en unieke kleur.

Foto’s Casper Clausen © Hanna Sturm

Casper Clausen – Better Way
City Slang / Konkurrent

Mijn gekozen waardering € -

Ex-muziekjournalist. Ruilde in de jaren 90 redactiestoel muziekblad OOR in voor een hangmat in de Amazone, Dancin' Fool.