Mijn man heeft HIV

Lidewij (38) is tien jaar getrouwd als haar man plotseling heel ziek wordt.  Na een paar weken komt het hoge woord eruit. ‘“Ik moet je iets vertellen,” zei hij. “Ik heb HIV.”’

“Paul en ik hadden het goed. We woonden in een ruim appartement aan het Vondelpark, onze drie dochters hadden het naar hun zin op de basisschool en we werkten allebei bij hetzelfde advocatenkantoor waardoor we zowel privé als qua werk genoeg met elkaar deelden. Natuurlijk, we hadden zo onze ups en downs. Paul was vaak ziek. Hij had een chronische darmziekte waardoor hij vaak geopereerd moest worden. Regelmatig was hij moe. Ik vond het hard van mezelf, maar soms dacht ik: wat een loser. Als iemand altijd klaagt over pijn en vermoeidheid dan gaat dat je op een gegeven moment tegen staan. We hadden geen gezamenlijk sociaal leven. Ik ging vaak alleen op stap met vriendinnen. Daardoor groeiden we uit elkaar. Maar desondanks was ik gelukkig.

In de zomer van 2010 gingen we naar Vietnam. Paul had net een zware operatie achter de rug en we wilden vieren dat het weer beter met hem ging. Vanaf het moment dat we er aankwamen had ik rotgevoel. Ik voelde me depressief en kon niet van de vakantie genieten. Ik vond het zo verwend van mezelf. Andere gezinnen zouden dolblij zijn dat ze samen zo’n mooie reis konden maken. Wat was er mis met mij?

Eenmaal thuis ging ons dagelijkse leventje door. Ik werkte me drie slagen in de rondte, had veel rechtszaken en hield me thuis bezig met onze oudste dochter die een klassenfeest aan het organiseren was voor haar verjaardag. Ik vergat het vervelende gevoel. Tot het moment dat ik twee maanden later thuis kwam en Paul zwaar ziek in bed aantrof. Het was zo erg dat ik meteen de huisarts belde. Die schrok. In de twintig jaar dat hij huisarts was had hij nog nooit zoiets meegemaakt. Hij haalde zijn collega erbij, maar ook zij stond voor een raadsel. Paul werd opgenomen in het ziekenhuis. Allerlei onderzoeken volgden. Pas na enkele dagen werd bekend wat hij had. “Het West Nijlvirus,” zei Paul tegen me toen ik aan zijn bed stond. Ik vroeg hem wat dat was. “Een ziekte dat vooral in Afrika en Amerika voorkomt en wordt overgebracht door muggen,” zei hij. Wij waren regelmatig in het buitenland dus ik geloofde hem, ondanks dat ik het gevoelsmatig een raar verhaal vond.

Na een paar weken was Paul weer een beetje opgeknapt. Hij mocht naar huis. Op een middag – de kinderen waren naar school – vroeg hij of ik even bij hem wilde komen zitten. Hij wilde met me praten. “Ik moet je iets vertellen,” zei hij. “Ik heb niet het West Nijl virus.” Oh God, dacht ik. Hij heeft kanker. Hij gaat dood. Paul keek me aan en zei: “Ik heb HIV.”

Testen

Ik heb hem minutenlang aangestaard. HIV? We waren tien jaar getrouwd. Hoe kon Paul dan nu in Godsnaam opeens HIV hebben? “Jij moet je ook laten testen,” zei hij. Ik rende naar de WC en moest verschrikkelijk overgeven. Ik kon het ook hebben. Daar had ik geen seconde aan gedacht. Het maakte me letterlijk ziek. “Hoe heb je het gekregen?” vroeg ik toen ik enigszins gekalmeerd was. Hij vertelde dat het tijdens zijn laatste operatie gebeurd moest zijn. Hij had toen een bloedtransfusie gekregen en er moest iets mis gegaan zijn. Een andere verklaring had hij niet. Ik had met hem te doen. “We komen hier wel uit,” zei ik.

De maanden die volgden waren afschuwelijk. Ik liet me testen en de uitslag was gelukkig negatief. Maar vanwege de incubatietijd moest ik drie maanden later terugkomen, dus zekerheid had ik niet. Ik durfde niet naar de tandarts. Mijn kinderen raakte ik amper aan. Telkens spookte het maar door mijn hoofd: stel dat ik het ook heb.

In die periode kreeg ik een Lindedin verzoek van mijn eerste grote liefde. Ik was al in de war, maar toen kon ik helemaal niet meer helder denken. Daarbij kwamen al mijn boze gevoelens van vroeger terug. Jeroen was mijn eerste vriendje geweest. De eerste met wie ik seks had gehad.  Wat een fantastische ervaring had moeten worden werd een afknapper. Het was een hoop gestuntel, het condoom scheurde en tot overmaat van ramp stonden zijn vrienden na afloop op de stoep. Hij heeft ze gewoon gebeld! dacht ik als puber. Hij is met me naar bed geweest om te scoren! Nooit heb ik hem daarna meer terug gezien, ook niet toen ik de volgende ochtend naar de huisarts moest voor de morning after pil. En nu stuurde hij me opeens een berichtje. Hij vroeg hoe het met me ging en of ik het leuk vond om elkaar te zien. For old times sake, schreef hij. We spraken af in een restaurant. Ik zag hem binnen komen lopen en het was alsof er twintig jaar wegvielen. Het voelde meteen zo vertrouwd. “Zeg, nog even over toen,” zei hij zodra we hadden besteld. Uren hebben we gepraat. Mijn woede zakte toen hij vertelde dat zijn vrienden onverwacht waren langsgekomen en dat hij zich zo bezwaard had gevoeld dat hij niet wist hoe hij het aan moest pakken. Hij bleek mij al die jaren te hebben gevolgd, maar nooit de moed te hebben gehad om contact met me op te nemen. Tot nu. Met drie zoenen namen we afscheid. In de auto kreeg ik al gelijk een sms’je. Of ik zin had om maandag te lunchen? De woensdag daarna zaten we te zoenen in de auto. Ik voelde me schuldig. Mijn man bedriegen was iets dat nog nooit in me op was gekomen in die tien jaar. Daarbij zaten we in zo’n moeilijke periode. Waar was ik in hemelsnaam mee bezig? Toch bleef ik hem zien, ik kon het niet stoppen. In het huis van Jeroen en zijn vrouw hadden we voor de eerste keer seks. In hun bed nota bene. Ondanks dat ik me daar ongemakkelijk bij voelde was het fantastisch. Ik heb nog nooit zo lekker gevreeën en dat terwijl ik vroeger toch best wat vriendjes heb gehad. Onze affaire was verslavend. “Wat ben je toch vrolijk,” zei Paul in die periode vaak. “Is er iets?” Met een stalen gezicht loog ik van niet.

“Ik heb een verrassing voor je,” zei Paul een aantal weken later. “Ik heb een weekendje Barcelona geboekt voor ons tienjarig huwelijksfeest.” Ik deed alsof ik het leuk vond, maar ik maakte meteen een geheim g-mailaccount aan. En zo zat ik in de badkamer van onze hotelkamer stiekem te mailen met Jeroen. ‘Jij had hier moeten zijn in plaats van Paul,’ mailde ik hem. Toen ik na het douchen in de kamer terugkwam zat Paul op het bed. In zijn hand hield hij mijn telefoon. Ik voelde hoe mijn hart een paar slagen oversloeg. “Wat is dit?” riep hij boos. “Wie is Jeroen?” Het had geen zin om te liegen. Met tranen in mijn ogen biechtte ik alles op. Toen ik klaar was zei Paul: “Nu we toch eerlijk zijn, ik moet jou ook iets vertellen.” En toen kwam het hoge woord eruit. “Ik ga al jaren naar de Wallen,” zei hij. Vol ongeloof staarde ik hem aan. Naar de Wallen? “Ik deed dat om ons huwelijk te redden,” zei hij. “Wij hebben zo weinig seks.” Ook in Vietnam was hij naar de hoeren geweest vertelde hij. En daar had hij waarschijnlijk HIV opgelopen. Alles viel meteen op zijn plek. Mijn onbestendige gevoel, de ommetjes die hij ’s avonds had willen maken. En de hevigheid van zijn ziekte in het begin. Als je net besmet bent met HIV dan kun je ongelooflijk ziek worden. “Jij gaat nú Jeroen mailen dat je hem nooit meer wilt zien!” riep hij boos. Ik stond perplex. Hij was jaren naar de hoeren geweest, had mij nota bene bijna besmet met HIV en nu was hij boos op mij? Maar hij bleef erbij dat zijn escapades bedoeld waren om ons huwelijk te redden. Wat ik had gedaan dát was pas erg.

Ik kon niet anders dan Jeroen een mail sturen. Paul stuurde er nog een berichtje achteraan: dat hij met zijn poten van zijn vrouw af moest blijven. En toen was het stil. Totaal in de war heb ik uren op onze hotelkamer gezeten terwijl Paul beneden in de hotelbar zat.

Eenmaal thuis heb ik het geprobeerd. Omwille van onze dochters ben ik in relatietherapie gegaan. Maar ik voelde aan alles: nooit, nooit zou Paul mij nog aanraken. Een paar maanden later heb ik mijn koffers gepakt. Ons huwelijk was voorbij.

Overwaarde

Inmiddels woon ik in een appartement in een ander gedeelte van de stad. Ik heb mijn baan opgezegd en werk sinds kort bij een klein advocatenkantoor dichtbij mijn nieuwe huis. Paul heeft mij niet zonder slag of stoot laten gaan. Hij vertelde aan mensen dat ik een affaire had en bezwoer mij dat hij mij financieel nooit zou bijstaan. Er zit een flinke overwaarde op ons huis, maar naar dat geld kan ik fluiten. Het is me niet waard om een juridisch gevecht met hem aan te gaan. Dat kost me zoveel energie. Maar waar ik wel heel boos om ben is dat hij mij in een kwaad daglicht heeft gesteld. “Als jij hiermee doorgaat dan vertel ik aan de hele wereld wat jij mij hebt geflikt,” heb ik tegen hem gezegd. Dat hielp. Ik wil niet dat onze vuile was buiten hangt. Ik schaam me dood. Daarbij wil ik koste wat het kost de kinderen beschermen.

Onze dochters weten niet dat hun vader HIV-besmet is. Hij moet elke dag heel veel medicijnen slikken, maar we zeggen dat dat vanwege zijn darmziekte is. Maar een handjevol mensen weten wat er echt aan de hand is. Ook denken de kinderen dat ik Jeroen pas na mijn scheiding heb leren kennen. We hebben een ontmoeting in het park geënsceneerd, alsof we elkaar toevallig tegenkwamen. Ze weten dat Jeroen getrouwd is. Ik moest dat wel vertellen, want zijn zoon zit op dezelfde sportclub als mijn dochters. Als hij daar met zijn vrouw is dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat mijn dochters naar hem toe rennen. Jeroen heeft gezegd dat hij zijn kind nooit zal verlaten. Hij heeft dat vroeger zelf meegemaakt en heeft gezworen tijdens de geboorte van zijn zoon dat hij niet hetzelfde zou doen als zijn vader. En dat betekent dus dat ik een relatie heb met een getrouwde man.

Als je me drie jaar geleden had verteld dat mijn leven zo’n wending zou nemen dan had ik je niet geloofd. Dat ik een affaire zou krijgen en dat mijn man al jaren prostituees bezoekt klinkt als een foute film. Ik dacht dat ik een goed huwelijk had. Niets is blijkbaar zoals het lijkt.”

Update 10052020. Vanwege privacyredenen zijn alle namen gefingeerd.

Image by Liz Masoner from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -