Mijn Waterloo

Waterloo is ‘meer slachting dan slag geweest’ .

Mijn Waterloo. Zelf gebruik ik deze uitdrukking geregeld als ik een stevige mislukking wil beschrijven. Een beeldspraak. Kennelijk verplaats ik mij dan even in de positie van Napoleon. Want Waterloo was het begin van het definitieve einde. Waterloo, de beslissende veldslag rond 17 juni 1815, inmiddels twee eeuwen geleden, ten zuiden van Brussel. Dat zegt trouwens wel iets over de impact die de veldslag gehad moet hebben en nog steeds heeft. Zeker, mijn uitspraak kan ook te maken met het feit dat ik mij destijds verdiept heb in deze cruciale confrontatie.  Mijn Waterloo is dan ook letterlijk de plaats waar ik jaren geleden stond (foto), uitkijkend over de immense vlakte. De plaats waar de Franse keizer Napoleon vanaf het middaguur het bevel voerde.

Massaal

Bij Waterloo werden op een totaal van 188.680 strijders 10.813 doden en 35.295 gewonden geteld. Plus de verliezen tijdens de gevechten bij Ligny, Quatre-Bras en Wavre, bedraagt het totale aantal slachtoffers, op een kleine 300.000 man, 89.000, onder wie 23.700 doden en 65.300 gewonden. Volgens de beroemde schrijver Victor Hugo was het te Waterloo ‘meer slachting dan slag geweest’.

Meer slachting dan slag

Onze slag bij Waterloo

Auteur Louis Sloos heeft een volstrekt oorspronkelijke ingang gekozen voor zijn prachtige boek (koop het snel!) over de slag bij Waterloo, want… hoe heeft de burgerij destijds Waterloo beleefd? Deze aantallen slachtoffers die alle begrip te boven gaan. De Nederlanden (de staat België bestond nog niet) stonden op de kop….

Impressie

Een letterlijk beeld van het slagveld na afloop biedt een serie bijzondere tekeningen van de bekende Engelse kunstenaar George Cruikshank (1792-1878), die meetrok met het Schotse regiment 79th Cameron Highlanders, en vlak na de slag tekende wat hij waarnam. Zijn werk toont op de 19e en 20e juni brandende ruïnes, de opeenhoping van lijken, en de meelijwekkende situatie van gewonden, die zich voortsleepten over de wegen of in grote wagens gepropt zaten. Vooral de lugubere aanblik van de plaatsen waar de strijd plaatsvond is aangrijpend. 

Nederlandse slachtoffers

Het aantal Nederlandse doden, vermisten en gewonden is niet exact bekend. Bovendien bestaat geen afzonderlijk overzicht van de verliezen op 18 juni, maar zijn er alleen twee verschillende overzichten van de verliezen op 15, 16 en 18 juni tezamen. Volgens het ene overzicht waren van de 18.500 man er 2075 dood en vermist, en 2072 gewond, en volgens het andere overzicht, op 1 juli samengesteld door de adjudant-generaal, ging het om 2093 doden en vermisten, en 2054 gewonden. Daarnaast zouden jaren na de slag nog  Waterloo veteranen overlijden aan de gevolgen van hun verwondingen. Het bekendste voorbeeld van zo iemand is generaal Collaert, die pas op 17 juni 1816 overleed als gevolg van complicaties aan de verwonding van zijn voet, die was verbrijzeld door een kanonskogel. Maar ook in 1819 staat bijvoorbeeld nog in de krant: ‘De onverbiddelijke Dood, scheurde heden morgen 7 uren, onzen veelgeliefden Zoon en Behuwd-Zoon F.L.T. Kreysig, Kapitein en Plaats-Majoor te Haarlem, Ridder der Militaire Wilems-Orde etc., in den ouderdom van ruim 28 Jaren, aan eene Teringziekte, ten gevolge van zijne, in den Slag bij Waterloo, bekomene Wonden, van onze Harten af.

Groot deel van de Nederlanden in de tweede helft van het jaar 1815 één groot hospitaal

Hospitaal

Het enorme aantal van 65.300 militairen dat tussen 16 en 18 juni gewond raakte zorgde ervoor dat een groot deel van de Nederlanden in de tweede helft van het jaar 1815 één groot hospitaal was. Vanwege de logistieke en geestelijke impact hiervan op de bevolking had dit een enorme weerslag op de Nederlandse samenleving. Vele families verkeerden in onzekerheid over het lot van hun geliefden en er was verdriet en zorg over levenslange verminkingen, met alle gevolgen van dien voor de toekomst van menig gezin, zeker in die tijd. Dit verklaart waarschijnlijk dat er sprake was van veel liefdadigheid, en dat vanaf kort na de slag veel is geschreven over de gewondenverzorging.

Amputatie

De amputatie was, van 16-18 juni 1815 en de dagen, weken en maanden daarna, waarschijnlijk de meest uitgevoerde operatie. Alleen al in Waterloo en te Mont-Saint-Jean werden tijdens en vlak na de slag circa 500 amputaties uitgevoerd. Verder is bekend dat de Britse chirurg Charles Bell (1774-1842) in het militair hospitaal van Brussel persoonlijk 300 amputaties voor zijn rekening nam. Kluyskens schatte het aantal amputaties dat aldaar door hem of onder diens leiding werd uitgevoerd ook op circa 300. In totaal wordt het aantal amputaties geschat op meer dan 2000. Luitenant-generaal Sir Neil Cantlie (1892-1975), van 1948-1952 directeur-generaal van de Britse militair-geneeskundige dienst en auteur van A history of the Army Medical Department (1974),  schat dat 12 procent van de verwondingen aan de ledematen leidde tot amputaties. Het is volgens auteur Louis Sloos (werkzaam als conservator bij Nationaal Militair Museum te Soesterberg) huiveringwekkend om in de dienststaten van militairen in het Nationaal Archief te lezen wat voor soort verwondingen, en in welke aantallen, velen reeds hadden opgelopen tijdens de napoleontische oorlogen, toen zij aan de vooravond van de Slag bij Waterloo opnieuw intekenden bij het Nederlandse leger.

Mijn gekozen waardering € -