Mijnbouw, klimaatverandering, radicaal-rechts; de Sami voelen zich belaagd

Na jaren van gedwongen assimilatie beleven de Sami een culturele revival. Maar in sommige ogen hindert het van oorsprong nomadische volk de economische vooruitgang.

De witte kerk in het Zweedse Jokkmokk, net voorbij de poolcirkel, zit afgeladen vol. Een van ’s lands beroemdste Sami zangers, Simon Issat Marainen, heeft net zijn eerste joik laten horen, een lied van de Sami, de grootste en enige erkende inheemse groep in Zweden. Marainen begroet iedereen in het Sami en in het Zweeds. „Zo’n grote opkomst had ik niet verwacht”, zegt hij.

Buiten wordt de jaarlijkse Samimarkt gehouden, waarvan de oorsprong ruim vier eeuwen teruggaat. Een groep Fransen stapt uit een busje. „We willen ons onderdompelen in de Samicultuur”, zeggen ze. „En het noorderlicht zien.”

De Duitse Hannah Gelger (38) verklaart de interesse voor de markt als volgt: „Mensen zoeken hier iets anders, buiten het op economische groei gerichte leven, waarvan ze voelen dat het hen uiteindelijk niet gelukkig maakt. Ze denken dat te vinden in de Samicultuur.”

Zelf ontvluchtte ze Duitsland tijdens de coronaperiode om zich in Zweden te vestigen. Ze is op de markt om te kijken of ze er volgend jaar haar zelfgemaakte truien kan verkopen. Niet rendabel, is haar conclusie. De huur van een kraampje en het verblijf zijn te duur in verhouding tot wat ze denkt te gaan verdienen.

Rendiergewei
De interesse voor de cultuur van de van oorsprong nomadische Sami groeit in Zweden. Het kinderprogramma voor jul (kerst), een soort Sinterklaasjournaal, draaide dit jaar om hun cultuur. De markt in Jokkmokk trekt mensen vanuit de hele wereld. Ondanks de vermeende hang van toeristen naar een andere manier van leven, is de commercie hier springlevend. Er zijn kraampjes met rendierhuiden, Samikleding en sieraden, kandelaars en kroonluchter van rendiergewei, en voor wie wat dieper in de buidel wil tasten helikoptervluchten over kuddes rendieren en sleetochten met sneeuwhonden. Er is elke dag een optocht met rendieren.

Op de markt zelf lopen behalve toeristen en Zweden, opvallend veel jongeren in traditionele kleding. ’s Avonds, als veel toeristen zijn vertrokken, gaan veel van hen los op hedendaagse popmuziek.

Hoewel de Samicultuur hier gevierd en erkend wordt, staat die ook enorm onder druk. Alleen al door klimaatverandering, waardoor rendieren hun belangrijkste voedselbron, korstmossen, steeds moeilijker kunnen vinden. Een vrouw die rendierhuiden heeft uitgestald, schudt haar hoofd. „Het is 6 graden vandaag, het hoort flink te vriezen. Normaliter is het tussen -20 en -30 graden.”

Keith Larson, de Amerikaanse directeur van het Arctic Centre in Umea, houdt in het iets verderop gelegen Samimuseum een lezing over het leven in het hele hoge noorden. „De poolcirkel is een geleefde plek, je denkt dat je in de wildernis bent, maar in feite leven er al jaren mensen met deze natuur samen.”

Grondstoffen
In 2023 werd in het leefgebied van de Sami een grote vondst gedaan aan aardmetalen die belangrijk zijn bij de bouw van onder meer zonnepanelen en elektrische auto’s. Goed nieuws dus voor de energietransitie in het land. Maar voor de Sami zijn er vooral nadelen. Met de mensen die de grondstoffen delven, komt ook de behoefte aan warmte en gemak. Dat gaat ten koste van de natuur – en uiteindelijk ook van de Samicultuur.

De strijd tegen het mijnen en de bescherming van land zijn echter niet de enige zorg voor de Sami. Hoewel de interesse voor hun cultuur in Zweden toeneemt, zijn ze niet altijd even populair. Dexter Krokstedt (22) bemant met collega’s een warm en overdekt kraampje van de ultra-rechtse nationalistische Zweden-democraten. Ze delen koekjes en afgekoeld elandvlees uit. Het is het enige standje van een politieke partij op de markt. Volgens Krokstedt verhoudt het Zweedse ‘allemansrecht’, dat bepaalt dat elke Zweed vrijwel ongehinderd mag genieten van de natuur, zich slecht „met de behoefte van de Sami aan grondrechten”.

De Aitik-kopermijn in de buurt van Gallivare, de grootste open kopermijn van Europa. De mijnbouw in het gebied speelt een belangrijke rol bij de energietransitie in Zweden, maar wordt door de Sami gezien als bedreiging.

Ook collega Joas Funck (22) vindt dat de Sami te veel invloed hebben. Hij zegt tot de KwĂ€ner te behoren, een andere inheemse groep, die echter niet als zodanig erkend wordt in Europa. „De Sami hebben rendieren en hoe meer rendieren, hoe meer zeggenschap. Ze bepalen alles in ons dorp.”

Het negatieve sentiment komt soms gewelddadig tot uitbarsting. Onlangs werden drie rendieren dood gevonden, volgens de Sami een wraakactie omdat ze hadden geprotesteerd tegen een autorally die dwars door het graasgebied van hun beesten gaat.

De cultuur, taal en levenswijze van de Sami zijn in het verleden verboden geweest. Tot in de jaren zeventig werd er zelfs een assimilatiepolitiek tegen ze gevoerd. In 2020 kwam er, naar Canadees model, een waarheidscommissie om het collectieve trauma te helpen verwerken. Inmiddels zijn er 270 getuigenissen verzameld, later dit jaar komt de commissie met een rapport.

„Hopelijk komt beter in beeld hoe paternalistisch en misleidend ons overheidsbeleid is geweest richting de Sami, en hoe moeilijk het nog steeds voor ze is”, zegt GĂŒnlog Fur, één van de commissieleden en professor aan de Linnaeus University in VĂ€xjö. „Zweden leeft nog steeds niet naar de Girjas [een juridische uitspraak uit 2021] waarbij de Sami het recht van vissen en jagen werd toegewezen, en ook niet naar de VN-verklaring van inheemse volkeren, terwijl het die verklaring wel ondertekend heeft.”

Doodgereden rendieren in de buurt van Jokkmokk. Volgens lokale herders hebben ze de neiging om de sporen van sneeuwvoertuigen te volgen en raken ze zo op de hoofdweg.

Moe en gestrest
De 270 getuigenissen gaan over trauma, schaamte, verlies, onderlinge verdeeldheid, maar ook over verbinding met het land, elkaar en de Samicultuur. Marja Kristin Skum, die veel van de interviews deed, oogt vermoeid. „Dat mensen hun verhaal kwijt kunnen, is een helingsproces in zichzelf”, zegt ze. „Maar veel Sami zijn ontzettend moe en gestrest. Als we het land verliezen, verliezen we onze cultuur. Zo simpel is het. Veel van ons maken zich zorgen over de toekomst voor onze kinderen. Zijn we de laatste generatie?”

Niet als het aan Johannes Rimpi ligt. Hij is van het Samiparlement, dat de inheemse groep vertegenwoordigt maar geen wetgevende macht heeft. Rimpi ziet hoe steeds meer Sami zich na jaren van assimilatie proberen te hervinden, hij spreekt van ‘Sami-awakening’. Om als Sami te worden aangemerkt, moet je over voorouders beschikken die in het door het parlement bijgehouden bevolkingsregister terug te vinden zijn. „Onze groep wordt steeds groter”, zegt Rimpi.

Volgens hem zijn ook andere inheemse groepen die zich bedreigd voelen, welkom bij het parlement. „We strijden voor hetzelfde”, zegt Rimpi. „We zijn inderdaad moe. Maar er is veel liefde in de Samigemeenschap. Dat houdt ons overeind.”

Dit artikel verscheen eerder in NRC

Mijn gekozen waardering € -
Zie ook onze algemene voorwaarden

Janneke Juffermans schrijft over Afrika, mensenrechten en buitenlandbeleid. En soms over iets heel anders.

Geef een reactie