Negentig jaar voetbal op de Nederlandse radio

Op 11 maart 1928 werd op de Nederlandse radio voor de eerste keer een rechtstreeks verslag uitgezonden van een voetbalwedstrijd. Vanuit het Nederlandsch Sportpark in Amsterdam woonde Han Hollander namens de AVRO Nederland – België bij.

Over de interland tussen Nederland en België zelf gaan we het niet hebben, want na negentig tamme minuten eindigde de jaarlijkse Derby der Lage Landen in 1-1. De interland was overigens niet in het Olympisch Stadion, zoals wel eens in terugblikken wordt gemeld, maar in het Nederlandsch Sportpark aan de Amstelveenseweg, tegenover het Olympisch Stadion dat precies negentig jaar geleden nog in aanbouw was. Het Sportpark werd in 1929 afgebroken.

Het weer was verschrikkelijk die dag met veel sneeuw, die zich verspreide door de kamer van mevrouw van Veen, de echtgenote van de stadionopzichter. Om op het dak te komen, waar Hollander plaatsnam in zijn radiohokje, moest hij eerst door het huis van deze opzichter – tot frustratie van de vrouw des huizes.

Ik zal het nooit vergeten, die maanden die aan de eerste uitzending vooraf gingen. Die hebben behoord tot de ellendigste van m’n leven.

Een boek

Het radioverslag van Hollander is vermoedelijk het enige dat in boekvorm is vastgelegd: Het krankzinnige kwartiertje van Nico Scheepmaker. Tenslotte was nooit eerder een complete wedstrijd uitgezonden in het voetbalgekke Nederland. Met dit verslag begon Hollander aan zijn loopbaan als populair radioverslaggever, dat in 1940 eindigde met de Duitse inval. Door zijn verslagen gingen meer mensen naar sportwedstrijden toe om eens met eigen ogen te gaan kijken.

Maar waarom eigenlijk juist Han Hollander en niet iemand anders? Zijn vrouw zei hierover in 1938: “Hij schreef veel over sport, verslagen voor dagbladen en sportperiodieken. Eens op een middag werd hem onverwacht de vraag gesteld of hij er iets voor voelde om voor de A.V.R.O. bij wijze van proef eens een voetbalwedstrijd te verslaan. Mijn man zei: ja, dat wil ik wel eens proberen, maar toen bleek, dat men het ook al aan anderen had gevraagd. Maar toen het op klappen kwam, bedankten die anderen voor de eer en toen deed mijn man het.”

Hierbij vergat ze te zeggen dat manlief in de aanloop naar die wedstrijd niet was te genieten. Hollander zei hierover: “Ik zal het nooit vergeten, die maanden die aan de eerste uitzending vooraf gingen. Die hebben behoord tot de ellendigste van m’n leven, en in die tijd heb ik zo menigmaal mezelf wel een klap in het gezicht kunnen geven vanwege het feit dat ik op de vraag of ik dat ik me daarmee wilde belasten JA heb gezegd. De grootste moeilijkheden heb ik toen gehad, ik was geen mens meer voor m’n gezin. Ik grauwde en ik snauwde maar en ik sprong door alles uit mijn vel. Het is de ellendigste tijd van m’n leven geweest.”

Ook de AVRO zelf had de grootste moeite om het radioverslag te organiseren. Persbureau Vaz Dias, de voorloper van het ANP, had in die tijd nog het alleenrecht op het gebruik van draadloos zenden via de radio en wilde dit monopolie niet opgeven. Het ging om geld, want deze verslagen van voetbalwedstrijden werden in code verzonden en konden pas na betaling worden ontcijferd.

Goedenavond, dames en heren

Toch was het op 11 maart 1928 eindelijk zo ver. Omdat het de eerste keer was, ging er natuurlijk wel wat mis. Dagblad Het Vaderland: ‘Jammer, dat de programma’s een onjuist aanvangsuur hadden genoemd voor de uitzending, waardoor menigeen instelde, toen de uitzending al aan de gang was.’ Verder was Hollander zo zenuwachtig dat hij zijn verslag begon met: “Goedenavond, dames en heren.” Het was toen een uur of twee in de middag.

Maar vanaf dat moment liep het gesmeerd. AVRO-directeur Willem Vogt, die Hollander de hele wedstrijd begeleidde, zei hierover: “Hij hield de sfeer erin. In saaie ogenblikken vertelde hij over de spelers en hun spelkarakteristiek; en als ’t ging spannen, stal hij het hart van onsportieve douairières (een weduwe van iemand van adel) met zijn eerlijke geestdrift.”

Ook Het Vaderland was tevreden in zijn verslag: ‘We betrapten er ons zelf op, dat ons hart nu en dan sneller kloppen ging bij een worsteling voor een der doelen, een bewijs, dat de sportjournalist het spel goed volgde. Voor deze eerste poging verdienen de beide omroepers stellig een woord van hulde.’

Wel een succes, geen vervolg

Het verslag van Hollander was een gigantisch succes en daarom kroop hij een maand later opnieuw in zijn hokje voor de interland tegen Denemarken. Iedereen verheugde zich daarna op de radioverslagen van de Olympische Spelen in Amsterdam, maar tevergeefs. Het organiserende comité van die Spelen vreesde dat er door  de aanwezigheid van de radio minder mensen op de tribune zouden zitten.

De Duitse radio heeft maandenlang tevergeefs geprobeerd toestemming te verkrijgen voor uitzendingen: ‘Wil Holland zich die onvergelijkelijke kans tot propaganda laten glippen?’, vroegen de Duitsers zich af. Inderdaad: dat wilde Holland en gaf dus geen toestemming. Toch waren er in die tijd vanuit Amsterdam radioverslagen op de Duitse radio te horen, al vanaf de eerste dag met het hockeytoernooi, waarschijnlijk zonder dat het organisatiecomité hiervan op de hoogte was.

Hoe dan ook: Han Hollander deed geen radioverslagen tijdens de Spelen van 1928 om te voorkomen dat de mensen thuis bleven. Het gevolg was juist dat de tribunes heel vaak leeg bleven met als dieptepunt de voetbalwedstrijd Portugal – Joegoslavië met 1.226 toeschouwers. Ook bij het turntoernooi was het bijna leeg in het stadion.

Het ongelijk van de organisatie werd later nog eens aangetoond. De eerste Zesdaagse in de Amsterdamse RAI begon moeizaam met weinig toeschouwers. Het evenement werd echter gered door de verslagen van Hollander, schreef Sport in Beeld: ‘Tegen den avond loopt het gebouw weer tjokvol, honderden mensen kunnen niet worden toegelaten, zoodat er buiten het gebouw verschillende vechtpartijen plaats hebben.’

Mijn gekozen waardering € -

Sporthistoricus. Auteur van de Bosatlas van het Nederlandse voetbal. De enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.