Nieuw in Rio; uit het land van de halve wilden

Na het afscheid van Barranquilla nu een bericht uit mijn nieuwe standplaats, Rio de Janeiro. Ik ben verliefd aan het worden op Rio’s centrum, waar je nooit wat over hoort.

Eigenlijk ben ik veel te moe, want ik ben ‘s ochtends vroeg aangekomen met het vliegtuig uit Bogotá. Maar de muziek op straat is zo aanstekelijk dat ik het niet kan laten om te gaan kijken. Wat geld in mijn broekzak en de sleutel van mijn airbnb-onderkomen mee en vooruit. Als nieuweling in een stad moet je extra hard je best doen.

Vreemde vrouw alleen

Het komt uit de buurtwinkel schuin tegenover. Een groepje mannen dat sambamuziek zit te spelen. De zanger klinkt lichtelijk vals en de gitaar te blikkerig. Er staan wat mensen op de stoep en er zit een man of drie binnen. Ik bestel een bier en posteerde me lichtelijk ongemakkelijk – vreemde vrouw alleen – in de deurpost, met het idee er binnen tien minuten vandoor te gaan om te gaan slapen na een lange dag. Aankomst in Rio de Janeiro, uitpakken koffers, vruchteloze bureaucratische handeling om ‘sofinummer’ te krijgen, boodschappen doen en tussendoor nog proberen het nieuws te volgen. Het is me niet in de koude kleren gaan zitten.

Vier uur later sta ik nog te dansen met een buurtbewoner en na mijn laatste biertje loop ik nog rechtop – geloof ik – naar mijn stek aan de overkant.

Esthetisch verantwoord verval

Zo begint mijn eerste dag in Rio, na bijna elf jaar correspondent te zijn geweest in Colombia. Weer opnieuw leren lopen, terwijl je eigenlijk ook hetzelfde blijft doen. Mijn spullen worden vanuit Barranquilla verstuurd per schip en ondertussen ga ik woonruimte zoeken. Grootste zorg zijn de huurprijzen, waarvan iedereen me heeft verteld dat die torenhoog zijn. Ik koester nog hoop dat ik iets geks betaalbaars vind, desnoods ieniemienie. Ondertussen vallen de prijzen in de winkels me mee. Betekent dat dat Colombia gewoon ook schrikbarend duur is geworden? Toegegeven, ik ben niet de meest prijsbewuste consument. Nederlandse vrienden heb ik in Colombia wél vaak horen klagen.

Mijn tijdelijke woonruimte, een kamertje van hooguit drie vierkante meter, bevindt zich in het centrum van Rio, op een berg, genaamd het Fort van Onze Vrouwe van de Ontvangenis. Een juweeltje in het juweeltje dat Rio’s centrum is, met nog veel mooie oude gevels, niet zelden in een esthetisch verantwoord verval.

Twee twinkelogen

Als je in de gangbare toeristische trekpleisters Copacabana of Ipanema loopt, waan je je bijna in een Europese stad. Het centrum is veel meer van wat ik in Colombia gewend ben aan derde-wereldeconomie: straatverkopers, winkeltjes waar ze ventilators of blenders repareren, en heel veel lawaai. Ik loop langs het nerinkje van Jorge zoals op een bordje staat, waar je je een weg moet banen door een eindeloze berg aan vage ijzerwaren. Wat verder naar binnen in de donkere ruimte zie ik twee twinkelogen oplichten. Ik steek mijn duim op. Een brede grijns is mijn beloning.

Op mijn eerste avondje sambamuziek in de buurtwinkel heb ik mensen van wel drie verschillende Carnavalsgroepen leren kennen die me honderuit hebben verteld over alle samba-events die de komende dagen in de buurt worden gehouden. Wanhopig probeer ik ze te onthouden. Gelukkig heb ik het emailadres gekregen van Marcio, een van hun leiders.

Halve wilden

Vandaag heeft hij me uitgenodigd op een lunch van hem en enkele Carnavalskameraden. In Joia’s Bar, dat al 104 jaar bestaat en waar op vrijdag standaard feijoada (een gerecht met bonen, een van de meest traditionele in Brazilië) wordt geserveerd en klassieke muziek wordt gedraaid. De kassa is een doos vol met rondfladderende bankbiljetten en munten, die door de gasten zelf wordt beheerd. Ze pakken ook hun bier en hun wijn, uit pakken met een kraantje, zelf uit de koelkast.

Marcio en zijn kompanen kijken me verbaasd aan als ik vertel dat ik bijna elf jaar in Colombia heb gewoond. Een land van halve wilden, zie je ze denken. Maar wat zou Colombia’s elite vinden van Joia’s Bar? Het beheer van de kassa zou in Colombia in ieder geval helemaal niemand begrijpen.

Naschrift

Hoewel ik van standplaats ben veranderd, in overleg met een van mijn opdrachtgevers, blijf ik uit heel Latijns Amerika berichten. Dus blijft ook Colombia, waarmee ik in elf jaar een reusachtige haat-liefdeverhouding heb opgebouwd, mijn aandacht houden. Ik ben hierover ook een boek aan het schrijven. De focus in mijn DNP-kanaal blijft liggen op de ambitie van Latijns Amerika, in het groot en in het klein, met veel aandacht voor economisch nieuws.

Over mijn Afscheid van Barranquilla, in vier delen, kun je hier, hier, hier en hier lezen.

Mijn gekozen waardering € -

Wies Ubags (1962) werkt vanuit Brazilië voor oa het ANP. Ze is ook te horen op de Nederlandse en Belgische radio (vooral BNN, WNL en VRT).  Ze schrijft over ambitie in Latijns Amerika, in het klein en in het groot. Economische onderwerpen krijgen veel aandacht.

Geef een reactie