Nog geen eind aan de aardappelaffaire

Nederland wil graag van Rusland vernemen per wanneer de Hollandse aardappelen weer in het land welkom zijn. Ze kunnen wel eens nodig zijn. “Door een tegenvallende oogst neemt de interne druk ook in Rusland toe.”

De klok tikt voor de Nederlandse aardappelexporteurs. De oogsten zijn net binnengehaald, de zendingen staan op stapel en contracten moeten worden gesloten. Maar nog steeds is er geen oplossing voor het invoerbod dat Rusland op consumptieaardappelen en pootgoed uit Europa heeft afgekondigd.

Sterker nog, het overleg tussen de Europese Commissie en de Russische autoriteiten verloopt volgens Boerderij Vandaag zeer moeizaam. En dat terwijl de aardappel, zowel voor Rusland als Nederland, toch big business is.

Dag Jan Gottschall, secretaris Pootaardappelen van de Nederlandse Aardappel Organisatie. Wat vindt u van deze situatie?

"Het is belangrijk om de druk op de ketel te houden, omdat er afspraken moeten worden gemaakt tussen Nederlandse pootgoedleveranciers en Russische afnemers. Dit is het moment om contracten te sluiten. In het voorjaar moeten de pootaardappelen weer de grond in." 

"Dit boycot moet dus niet te lang duren. Nederland ziet graag binnen een paar weken een definitieve uitslag, maar hoe eerder, hoe beter."

Nederland heeft onlangs een individuele oplossing gevonden om het invoerverbod op kalfsvlees op te heffen. Staatssecretaris Sharon Dijksma liet zich begin deze maand in Moskou ontvallen dat dit scenario ook denkbaar is voor de Hollandse aardappel. Wordt er aan een bilaterale oplossing gewerkt?

"De focus ligt in dit geval op een Europese oplossing. Maar Nederland neemt inderdaad een groot deel van de Russische import van pootaardappelen voor zijn rekening. Wij leveren bijna de helft van de Russische import. Als je kijkt naar oogstjaren: in 2012 ging bijna 15.000 ton naar Rusland, het jaar ervoor rond de 14.000 en in 2010 bijna 28.000 ton."

Maak open die grens, zeggen Russische importeurs. 

Hoe denken uw partners in Rusland erover?
"Maak open die grens, zeggen Russische importeurs. Zij hebben pootaardappelen nodig om consumptieaardappelen te telen, die vervolgens verwerkt worden tot chips en frites. Maar wij leveren ook consumptieaardappelen. Met een aandeel van 25 procent waren we de afgelopen drie jaar de grootste consumptieleverancier van Rusland." 

Kunt u het verschil nog even voor de aardappelleek uitleggen?

"Pootaardappelen zijn het uitgangsmateriaal. Nederland is daar nummer één in, in de wereld. Pootaardappelen planten de boeren uit in de grond, waarna zij consumptieaardappelen kunnen oogsten. Dus pootaardappelen zijn niet bedoeld om op te eten. Consumptieaardappelen wel, hetzij als tafelaardappel (gekookt door de consument) of na verwerking dus als chips of frites bijvoorbeeld."

De prijs van de consumptieaardappel is in korte tijd met dertig procent gestegen. Speelt de tegenvallende oogst in Rusland daarin een rol? 

"Ja. Deze zorgt ervoor dat de interne druk en de behoefte aan import binnen Rusland enorm zal toenemen. Toen Rusland in 2010 leed onder een grote droogte, was er een grote exporttoename vanuit Nederland. Het klimaat en de weersomstandigheden kunnen bijdragen aan de exportbeweging."

En wat als de Europese Commissie er niet uitkomt met de Russen?

"We mikken niet alleen op Rusland. Nederland exporteert pootaardappelen naar 65 landen. We zijn ’s werelds grootste exporteur met een marktaandeel van zestig procent. De helft van onze export komt buiten de EU terecht, ook Noord-Afrika is een interessante markt. We kunnen onze aardappelen dus wel kwijt. Maar: elke bestemming is er één en ik geef toe: 15.000 ton pootaardappelen, dan is Rusland geen onaantrekkelijke bestemming.”

Met het invoerverbod op EU-pootgoed graaft Rusland volgens een analyse van RusBusinessNews haar eigen graf. Terwijl het land de ambitie heeft uitgesproken om in 2020 een zelfvoorzieningsgraad van 95 procent voor aardappelen te hebben, blijkt uit studies in een onderzoekscentrum dat Rusland het zonder de inzet van buitenlands pootgoed “slechts een jaar volhoudt”, aldus projectleider Vitaly Doenin. “De lokale agrarische industrie kan instorten als Rusland zich zo individualistisch blijft opstellen.”

Mijn gekozen waardering € -

Geert Jan Hahn is journalist en slavist. Werkte, woonde en studeerde in Kiev, Sint-Petersburg en Warschau. Voltooide Slavic Literary Studies cum laude aan de UvA. Reist, schrijft en spreekt als Oostblogger voor landelijke media. Is daarnaast bekend van zijn taalvirtuoze zege bij het tv-spel Lingo en zijn columns over de favoriete sterfleeftijd van 27 jaar.

Geef een reactie