Obama moet het doen met een handvol Esten

George W. Bush wist in 2001 veel landen in Centraal- en Oost-Europa warm te maken voor een militaire interventie in Irak. Slechts een enkeling heeft nu interesse in het actief steunen van een mogelijke aanval in Syrië.

Komende donderdag verzamelen de wereldleiders zich in Sint Petersburg voor de G20-top. De aandacht zal daarbij vooral uitgaan naar de Amerikaanse president Barack Obama en zijn Russische collega (en gastheer) Vladimir Poetin. Want ondanks dat de G20 als leidraad economische en financiële vraagstukken heeft, zullen Obama en Poetin tijdens de speciale bijeenkomst voor wereldleiders vooral praten over het tijdelijke asiel van klokkenluider Edward Snowden in Rusland én de situatie in Syrië.

Ruim zevenhonderdkilometer verderop zal het ook over de situatie in het Midden-Oosten gaan. Omdat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry heeft bevestigd op zaterdag aanwezig te zijn in de Litouwse hoofdstad Vilnius zal een bijeenkomst van alle 28 EU-ministers van Buitenlandse Zaken in het teken staan van de onrust en wantoestanden in Syrië, Egypte en hoe naar een mogelijke militaire interventie wordt gekeken door alle lidstaten van de Europese Unie.

De komst van Kerry naar Litouwen, dat dit half jaar de Europese Unie voorzit, geeft aan dat de Verenigde Staten op twee verschillende plaatsen in Noordoost-Europa op zoek gaat naar bondgenoten, die een mogelijk Amerikaans ingrijpen in Syrië willen steunen. 

Oost-Europees overzicht

Maar de kans dat de Verenigde Staten naast begrip ook actieve militaire steun krijgt is vanuit de (Centraal)-Oost Europese hoek gezien nihil. En dat terwijl bijvoorbeeld Polen, Tsjechië en Oekraïne in het vorige decennium nog wel George W. Bush hielpen bij het ingrijpen in Irak. Polen had op een gegeven moment zelfs 2500 soldaten in Irak zitten, Oekraïne 1650. Tsjechië was ook zonder het leveren van militairen een belangrijke partner binnen de 'Coalitie van welwilligen', zoals de multinationale troepenmacht toen heette.

Het standpunt van Rusland is bekend: het Westen is 'hysterisch' geworden, om het woord van Sergej Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, te gebruiken. Andere landen zijn milder in hun commentaar, maar sceptisch zijn de meeste staten wel. Naast Frankrijk zullen er dus maar bar weinig Europese staten aansluiten bij een militair offensief. 

Polen gaat niet deelnemen. Volgens premier Donald Tusk kunnen de misdaden niet met een militaire interventie gestopt worden. "Niemand in de wereld, ook ik niet, heeft een oplossing paraat hoe deze keten van geweld in Syrië kan worden doorbroken." 

Tsjechië is één van de weinige NAVO-landen dat nog steeds een diplomatiek kantoor open heeft in Damascus en veel bemiddeld werk in het Midden-Oosten verricht. Het Tsjechische Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gereserveerd gereageerd op een mogelijke luchtaanval; daarentegen zijn de president en de interim-premier fel tegen. "Een militaire interventie in Syrië heeft volgens mij geen zin", aldus presidnet Milos Zeman. "Dit is geen oorlog tussen goed en slecht, maar tussen twee kwaden."

Ook Oekraïne is tegenstander van militair ingrijpen.

Slowakije geeft aan een militaire inteventie waarschijnlijk wel te steunen, maar er niet aan deel te nemen.

Roemenië heeft aangegeven pas een standpunt te willen innemen als de VN-inspectie naar het gebruik van gifgas in zijn totaliteit is afgerond. 

Hongarije wil eveneens het onderzoek afwachten, maar is een stellige tegenstander van het huidige regime in Syrië en houdt de opties open om een militaire campagne mogelijk te steunen. De Amerikanen hebben de Hongaarse regering overigens wel verzocht om publiekelijk het gebruik van chemische wapens door het Assad-regime te veroordelen, zo liet de Amerikaanse ambassade in Boedapest afgelopen vrijdag in een verklaring weten.

Op diezelfde vrijdag waren de leiders van de Baltische Staten te gast in het Witte Huis. Obama hoorde van hen de volgende standpunten:

In Litouwen, waar vrijdag en vooral zaterdag dus uitgebreid over dit onderwerp verder gesproken zal worden, is men van mening dat de Verenigde Naties een beslissing moeten nemen.

Estland is daarentegen 'enthousiaster' en wil misschien wel troepen leveren. Daar moet Obama dan wel als kanttekening bij plaatsen dat in de tijd van George W. Bush er slechts veertig Estse soldaten richting Irak gingen. 

Letland speelt een belangrijke rol voor de Amerikanen ten aanzien van Afghanistan, aangezien materieel transport via de hoofdstad Riga plaatsvindt. Maar wat betreft Syrië wil president Andris Berzins een marginale rol spelen. "Buitenlandse militaire interventie zal vooral een volgende ramp met zich meebrengen."

Bulgarije heeft momenteel te maken met een flinke toestroom aan Syrische vluchtelingen, die via Turkije de Bulgaarse grens willen oversteken. Sofia heet inmiddels de Europese Unie, de Verenigde Naties en het Rode Kruis om hulp gevraagd om te kunnen omgaan met de tientallen Syrische vluchtelingen per dag. Dit jaar zijn ruim 1600 Syriërs illegaal Bulgarije binnengekomen, terwijl het Zuidoost-Europese land er maar elfhonderd kan opvangen. Overigens is dat een miniem aantal in vergelijking met de half miljoen Syriërs die naar Turkije zijn gegaan.

De Bulgaarse socialistische regering zal echter niet deelnemen aan een militaire actie. De minister van defensie, Angel Najdenov, veroordeelde bovendien op Bulgaarse televisie de Franse aanname dat er genoeg bewijs is om het Assad-regime verantwoordelijk te houden voor het gebruik van gifgas."Ook wij wachten het VN-rapport af."

Ook de Balkan-landen die Europees lidstaat zijn, Slovenië en het kersverse lid Kroatië, prefereren een diplomatieke oplossing. De Sloveense minister van buitenlandse zaken, Karl Erjavec, wil echter dat het Internationaal Strafhof zich buigt over de misdaden in Syrië. Daarnaast houdt Erjavec wat betreft militair ingrijpen een slag om de arm: "Slovenië zou een interventie een spijtige zaak vinden. Maar er is momenteel overduidelijk geen politieke oplossing wat betreft Syrië voorhanden."

Update over Rusland:
Poetin heeft vanmiddag toestemming gegeven aan een delegatie van Russische beleidsmaker om naar de Verenigde Staten af te reizen. Zij zouden de situatie in Syrië met leden van het Amerikaanse congres moeten bespreken. De Russische beleidsmakers hopen de congresleden ervan te overtuigen dat een militaire interventie momenteel niet de juiste maatregel is aangaande het conflict in Syrië.

Mijn gekozen waardering € -

Geert Jan Hahn is journalist en slavist. Werkte, woonde en studeerde in Kiev, Sint-Petersburg en Warschau. Voltooide Slavic Literary Studies cum laude aan de UvA. Reist, schrijft en spreekt als Oostblogger voor landelijke media. Is daarnaast bekend van zijn taalvirtuoze zege bij het tv-spel Lingo en zijn columns over de favoriete sterfleeftijd van 27 jaar.

Geef een reactie