Ode aan de randfiguren

Wat krijg je als Haruki Murakami het verhaal van Jezus zou opschrijven? Als theoloog bekijkt Alain Verheij het paasfeest elk jaar weer door de bril van de actualiteit. Dit jaar schrijft hij een lofzang op alle randfiguren.

Deze maand kun je de meeste boeken van Haruki Murakami voor een tientje bemachtigen. Zijn nieuwste roman kwam in januari uit en is een dromerig epos, zoals de meeste boeken van de immens populaire Japanse schrijver. Vaak gaan ze over dertigers die op een kruispunt van hun leven zitten en héél diep moeten gaan. Ze verliezen hun geliefden of hun vertrouwde thuis en betreden een soort alternatieve wereld, waar dieren spreken en vreemde wezens rondlopen. Pas als ze door die kritieke fase heen zijn gegaan, hebben ze weer het gevoel dat hun leven klopt.

Vervreemding

Vervreemding is een belangrijk thema in Murakami’s romans. Zijn eenzame hoofdpersonen horen nergens écht bij en hebben weinig sociale aansluiting met de maatschappij. Het zijn randfiguren. Misschien houdt dat verband met het leven van de schrijver zelf. Hij komt uit Japan, maar zijn boektitels verwijzen naar muziek van The Beatles en Mozart, hij opende ooit een jazzcafé en haalt zijn inspiratie uit Russische en Amerikaanse literatuur. Heel het werk van Murakami is doordrongen van ‘westerse’ invloeden. Voor Japanners is hij de minst Japanse auteur die ze hebben, voor Europeanen is hij vaak de meest Japanse auteur die ze hebben gelezen.

Omdat hij in Japan onder de jeugd de status van een rockster had en voor collega’s en recensenten juist het lelijke eendje was, verhuisde Haruki Murakami voor een tijd naar Amerika. Totdat hij in de jaren 90 terugkeerde, om te schrijven over de collectieve trauma’s van zijn geboorteland: het oorlogsverleden, aanslagen in de metro in Tokyo en aardbevingen. Hij hoort bij zijn land, ook al voelt hij zich er vaak niet thuis. Murakami is zelf net zo’n randfiguur als zijn fictieve personages.

Het zijn altijd de randfiguren die ophef veroorzaken in het nieuws, die de grootste scharen fans hebben en de grootste drek over zich heen krijgen. Van mensen die bivakkeren op de grens tussen twee cultuurgebieden, tussen twee denkwijzen, kun je misschien wel het meeste leren.

Mensen die niet in hokjes passen

Zoals het interview met Fatima Elatik dat deze maand in De Groene Amsterdammer verscheen. Zij zegt over zichzelf: ‘Ik ben alles wat dit land niet wil: Marokkaans, vrouw, moslim, links, goedgebekt, Amsterdams, Ajacied en dan draag ik ook nog een hoofddoek. Ik ben gelovig maar heb progressieve waarden. In welk doosje ze me ook proberen te stoppen, ik pas er niet in. Het artikel is geschreven door Mounir Samuel, zelf ook iemand wiens levensloop de conventionele grenzen van religie, afkomst en gender tart.

Eerder in maart bracht NRC Handelsblad een interview met Shirin Musa, de Pakistaans-Nederlandse oprichter van Femmes for Freedom. Met die organisatie strijdt zij voor huwelijkse gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Als feminist die een hoofddoek draagt, roept ze overal woede op. Bij conservatieve moslims die haar te vrijgevochten vinden, bij islamofoob rechts dat haar hoofddoek hekelt, bij intersectionele feministen die haar racistisch vinden. Fans vindt Shirin Musa op alle plekken, weerstand ook.

Eenzaamheid

Anne Fleur Dekker zal het steeds sterker herkennen. Als activistisch lid van GroenLinks maakte zij zich berucht door semi-bedreigingen te uiten aan het adres van Thierry Baudet en Geert Wilders. Nu komt zij daarop terug en vindt ze het juist belangrijk om het gesprek aan te gaan met andersdenkenden. Ook vriendschappen met leden van het Forum voor Democratie en debatten met de rechtse identiteitsjournalist Wierd Duk gaat ze niet uit de weg. Dat komt haar op haat te staan van haar oude ‘bubbel’, waar men zich afvraagt of Anne Fleur niet op het hellende vlak richting rechts-conservatisme of zelfs racisme begeeft.

Kunstenares Tinkebell gaf twee weken geleden een openhartig interview aan Volkskrant. Ze zei: ik heb net een nieuw boek uitgebracht over hypochondrie in Fukushima. Dat boek gaat de klimaatactivisten onder mijn fans boos maken, want ik nuanceer hun paniek. Maar de kernenergie-lobby wordt óók boos op me zodra ze ontdekken dat ik tegen ben. Als kop zette interviewer Evelien van Veen boven het artikel: ‘Hoe eenzaam is het om Tinkebell te zijn?’. Een veelzeggende keuze.

Ten slotte kunnen we denken aan de Nederlandse Kamerleden met een Turkse achtergrond die werden bedreigd via sociale media, nadat Turkse nieuwssites hadden bericht dat hij ‘hun moederland hebben verraden’. Hun (vermeende) loyaliteitsconflict brengt hen in gevaar en maakt hen extra interessante Kamerleden.

Wie denk je dat je bent?

Het is de maand van de moedige mensen die voor verrader worden uitgemaakt, omdat ze niet bang zijn om hun eigen pad uit te stippelen. Niet alleen vanwege alle mensen die ik net heb genoemd, maar allereerst omdat het Pasen wordt. Een week voor Pasen wordt in kerken het verhaal gelezen over Jezus die op een ezel de hoofdstad in rijdt, verwelkomd door juichende menigten.

Jezus speelt echter niet mee met het spelletje dat van hem verwacht wordt. De religieuze leiders zijn woedend dat Jezus populairder is dan zij, en zich niet orthodox aan hun leefregels houdt. Jezus’ omstanders verbazen zich erover dat hij ook met buitenlanders omgaat, en in zijn verhalen een anders-gelovige Samaritaan opvoert als reddende held. Een hele menigte druipt teleurgesteld af als Jezus hen tegenhoudt in hun plan om een op overspel betrapte vrouw te stenigen. Jezus valt vroeg of laat iedereen tegen omdat hij helemaal zijn eigen koers vaart.

De vraag die door heel Jezus’ leven speelt, is: waar kom je nou eigenlijk vandaan? Wie denk je dat je bent? De Romeinse overheid hangt het bordje ‘Koning van de Joden’ boven zijn kruis, terwijl de Joden dat veel te veel eer vinden. Inwoners van Jezus’ geboortedorp herkennen hem als de zoon van de timmerman om de hoek en vragen zich af waarom hij zijn hoofd zo boven het maaiveld uitsteekt. In dat dorp lukte het Jezus nooit om wonderen te doen. In Jeruzalem vindt de elite Jezus en zijn leerlingen ordinaire provincialen, te herkennen aan hun dialect. Zelf zegt Jezus maar: ‘Mijn koninkrijk is niet van hier’. Als om te zeggen: ik hoor toch nergens thuis.

Pasen lijkt wel een Murakami-verhaal

Omdat hij zo gevaarlijk buiten alle lijntjes kleurt, verraadt zijn oude vriend Judas hem en wordt Jezus terechtgesteld op beschuldiging van blasfemie. Jezus is een martelaar van het vrije woord waar Amnesty vandaag de dag campagne voor zou hebben gevoerd. Volgens het verhaal verblijft hij drie dagen lang in de onderwereld, waarna hij met Pasen uit de dood opstaat en de hele wereld weer klopt. Omdat juist de onschuldige idealist die nergens paste, in het gelijk werd gesteld en onsterfelijk bleek.

Als je het zo vertelt, lijkt het verhaal van Pasen wel een roman van Haruki Murakami. Een verhaal over een dertiger die geen thuis heeft, te groot is voor zijn sociale omgeving, grootse idealen heeft maar ook grote pijn moet doormaken voordat alles weer enigszins op zijn plek valt. Een eerbetoon aan alle eenzame personen die met pijn en moeite een levenspad voor zichzelf proberen te banen, een haat-liefde verhouding met hun geboorteplaats, soms veel te geliefd en soms veel te gehaat – terwijl ze gewoon het mooiste voor de wereld willen.

Lang leve die eenlingen, lang leve Pasen.

***

Over de auteur:

Alain Verheij is theoloog en schrijver. Zijn boek ‘God en ik – wat je als weldenkende 21ste-eeuwer kunt leren van de Bijbel’ verschijnt 10 mei. Elke week kun je zijn columns lezen en beluisteren in Blendle/Cafeyn Premium. Zoals die over Black Mirror, over de Sleepwet, over de Bitcoin, over fatale missers in de media en over #MeToo.

Mijn gekozen waardering € -

Alain Verheij is gefascineerd door alle plaatsen en momenten waar tijd en eeuwigheid elkaar ontmoeten. Denk daarbij aan kunst, cultuur, religie en schoonheid in de breedste zin van die woorden. Verder heeft hij een groot zwak voor taal en promoveert hij op het Ugaritisch.