Het is vandaag exact tien jaar geleden dat in Athene de Olympische Spelen begonnen. De toenmalige accommodaties liggen er inmiddels slecht bij. Ondanks de enorme kosten voor dit sportevenement doet de Griekse hoofdstad amper nog iets met de sportieve nalatenschap.
De gigantische kosten en de wegrottende stadions zijn niet alleen een Grieks probleem, dit komt immers ook met grote regelmaat voor in andere voormalige gaststeden van de Olympische Spelen (en van andere mega-evenementen als een EK of WK voetbal). Het is eerder regel dan uitzondering. De slechte nalatenschap van Athene 2004 raakt daarmee de olympische beweging in het hart en vormt een bedreiging voor de toekomst van grote sportieve evenementen.
Structurele kostenstijgingen
Hoe structureel het probleem van de enorme kosten is, is vastgelegd in een onderzoek van de Oxford Universiteit over de Olympische Spelen tussen 1960 en 2012. Nederlandse media haalden dit de afgelopen dagen aan in de berichtgeving over Athene 2004, omdat hieruit bleek dat de kosten van de Spelen gemiddeld twee keer zo hoog uitvallen als aanvankelijk was begroot. In het geval van Athene zou het om een stijging van 97 procent zijn gegaan, waarmee deze Spelen voldoen aan het algemene patroon van kostenoverschrijding. De Olympische Spelen vormen volgens de onderzoekers daarmee één van de meest risicovolle megaprojecten ter wereld.
De Olympische Spelen vormen daarmee één van de meest risicovolle megaprojecten ter wereld
Een grotere waarschuwing kan het Internationaal Olympisch Comité amper krijgen. Welke rationeel denkende stad gaat zich met deze kennis ooit nog aanmelden voor de organisatie van de Olympische Spelen? En als er dan toch wat idioten zo’n kandidaatstelling voor elkaar krijgen: welke rationeel denkende oppositiebeweging zal bovenstaande cijfers dan negeren in de debatten hierover? Een beter wapen tijdens referenda tégen een olympische kandidaatstelling, zoals die recent plaats hebben gevonden in steden als München en Krakau, is er niet.
En dan te bedenken dat de conclusies van de Oxford Universiteit bijzonder mild zijn, want uit eigen onderzoek blijkt dat de gemiddelde kostenoverschrijdingen bij de Olympische Spelen vele malen hoger zijn. Ook in Athene, dat niet met een kostenverdubbeling te maken heeft gehad, maar met een vertienvoudiging! Om dit te begrijpen moeten we de reguliere wiskunde inruilen voor de politieke wiskunde.
Dure Olympische Winterspelen
In aanloop naar de Olympische Winterspelen dit jaar heb ik voor het NRC Handelsblad de kosten in kaart gebracht vanaf de eerste editie van dit evenement in 1924. Na een archiefonderzoek over deze periode van negentig jaar bleek dat Sotsji 2014 méér heeft gekost dan alle voorgaande Winterspelen bij elkaar opgeteld! Volgens schattingen gaven de Russen zo’n veertig miljard euro uit, waar alle eerdere Winterspelen in de voorgaande negentig jaar tezamen ongeveer 35 miljard euro hebben gekost. Alles is meegeteld, zoals stadions, wegen, hotels, nieuwe vliegvelden en corruptie. Al die bedragen zijn geïndexeerd om een eerlijke vergelijking mogelijk te maken.
Verder bleek dat de Winterspelen in de onderzochte negentig jaar gemiddeld vijf keer duurder werden dan aanvankelijk was begroot. Elke begrote euro aan het begin werden er dus uiteindelijk vijf. Dat is een aanzienlijk verschil met het onderzoek uit Oxford, dat stelt dat de Winterspelen gemiddeld ‘slechts’ anderhalf keer zoveel hebben gekost als de feestcommissies aanvankelijk hadden beloofd.
Deze enorme verschillen worden vooral veroorzaakt door het gehanteerde startbedrag per Olympische Spelen. De onderzoekers van Oxford kozen voor de begrotingen uit het officiële bidbook, waar ik startte met de bedragen waarmee de organisatiecommissies zich aan het begin hebben gepresenteerd. En er is een groot verschil tussen dat officiële bidbook en zo’n allereerste presentatie, want in het laatste geval wordt meestal nog niets gezegd over andere kosten dan voor stadions en onderkomens. Dat er ook veel geld nodig is voor een verbeterde infrastructuur, de beveiliging en heel veel onvoorziene uitgaven wordt in die prilste beginfase nog even genegeerd – al dan niet bewust.
Stevige belastingenverhogingen achteraf voor de plaatselijke bevolking
Onterecht, want ook die uitgaven moeten uiteindelijk betaald worden, wat volgens mijn onderzoek in de meeste gevallen is gebeurd na stevige belastingenverhogingen achteraf voor de plaatselijke bevolking. Toen de inwoners en andere betrokkenen helemaal aan het begin instemden met zo’n kandidaatsstelling wisten ze nog niets van die enorme extra uitgaven, maar aan het eind van het verhaal mochten zij daar wel voor opdraaien. Voorbeelden hiervan zijn onder meer Grenoble 1968, Lake Placid 1980, Sarajevo 1984, Lillehammer 1994 en Vancouver 2010.
Daarom is het ook van belang dat dit allereerste bedrag als uitgangspunt wordt genomen, en niet pas het officiële budget in het bidbook. Met de presentatie van de allerprilste financiële cijfers werd in feite de olympische trein in beweging gezet. Politiek gezien werd zo een station gepasseerd, waarna de trein pas weer kon stoppen na afloop van de Olympische Spelen – het moment waarop definitief werd bepaald hoeveel het treinkaartje had gekost en vooral: wie dat mocht gaan betalen.
Eén plus één is celstraf
Mijn model steunt daarom op politieke wiskunde, waarmee rekensommen worden bedoeld, die ernstig worden beïnvloed door grote politieke belangen. Het antwoord is afhankelijk van meer factoren dan alleen rekenkundige. Waar in de reguliere wiskunde één plus één altijd twee is, is dat in de politieke wiskunde absoluut geen vanzelfsprekendheid.
Bij politieke wiskunde gaat het niet om het resultaat van een som, maar hoe dat tot stand is gekomen. Wat is er gebeurd tijdens de berekeningen? Wie bemoeiden zich er mee? Met welke belangen? Waarom werd er bij de eerste presentatie niets verteld over de andere kosten dan alleen voor de Spelen zelf? Iemand die volgens deze methode de vraag stelt hoeveel één plus één is in de begroting van Sotjsi 2014 krijgt als antwoord een hardnekkige stilte – met in Rusland ook nog een celstraf erbij.
Het vernietigen van de administratie na afloop om justitieel onderzoek te voorkomen
Zo ontstaan dus de grote verschillen tussen de twee verschillende onderzoeken. Met gebruik van de reguliere wiskunde zijn de kosten van de Winterspelen van 1998 in Nagano 56% hoger uitgevallen dan was vastgelegd in het bidbook. Volgens de politieke wiskunde gaat het om een percentage van 1.150 (elfhonderdvijftig!), waarbij factoren meewegen als de omkoopschandalen van het moment, de innige betrokkenheid van IOC-voorzitter Samaranch daarbij en het vernietigen van de administratie na afloop om justitieel onderzoek te voorkomen – allemaal niet-rekenkundige factoren. Het startbedrag van 1,17 miljard euro groeide zo naar schatting uit tot vijftien miljard!
Een zooitje
Met gebruik van politieke wiskunde vallen de kostenstijgingen in Athene eveneens veel hoger uit dan de onderzoekers van Oxford menen. Op 25 juli 1997 schreef het ANP dat het organisatiecomité van Athene 2004 uitging van 2,6 miljard gulden – gelijk aan ongeveer één miljard euro in 2004. Nog geen jaar later, op 15 januari 1998, ging het bidbook uit van 3,2 miljard gulden.
Nog vóór de officiële presentatie van het bidbook was het Atheense budget dus al met bijna 25% gestegen – iets wat niet is meegenomen door de onderzoekers van Oxford. Daar bleef het niet bij, want volgens de huidige schattingen hebben de Spelen van Athene uiteindelijk zo’n 9 tot 13 miljard euro gekost. Waar de reguliere wiskunde uitkomt op een kostenoverschrijding van 97% houdt de politieke wiskunde rekening met ongeveer duizend procent!
Hulde daarom voor die ene sportbestuurder, die het huidige drama van Athene in 1997 had voorzien, inclusief de dramatische gevolgen voor Griekenland. Yanna Daskalaki raadde toen als voorzitter van het organisatiecomité van het WK atletiek in Athene ernstig af dat die stad ook de Olympische Spelen van 2004 zou organiseren. “Als we de Spelen toegewezen krijgen, vrees ik dat het een zooitje wordt met het geld. Het eind van het liedje zal zijn dat de Grieken nog tot in lengte van jaren krom moeten liggen.”
Beter kan de politieke wiskunde niet worden samengevat. Beter kan ook het enorme probleem van de olympische beweging niet worden samengevat.