Ongemak levert weinig op, zoek daarom op @tfboulevard naar kwetsbaarheid. Die is er volop.

Over bubbels gesproken. Midden in Den Bosch, op het paradeplein, staan drie megaspeelblokken waar je in kunt. Het zijn minitheaters, geesteskinderen van vormgever Theun Mosk. In één ervan kom je een hele grote plastic luchtbel tegen waarin jonge, grotendeels naakte, mensen bewegen.

Het publiek staat zich aan weerszijden van de bubbel ongemakkelijk te voelen. Mede omdat de naakte jonge mensen binnen zich ook ongemakkelijk voelen, of dat heel hard staan te ontkennen. Het is de tweede keer dat ik me ongemakkelijk voelde tijdens dit festival, nadat eerder actrice Els Dottermans een machinegeweer op me richtte.

Dat machinegeweer was tijdens de openingsvoorstelling van Milo Rau, hier eerder besproken, en het ongemak had een doel, ook al werd dat spectaculair voorbij geschoten. We moesten ons machteloos opwinden over het onrecht in de wereld. Maar machteloosheid is natuurlijk geen ongemakkelijk gevoel. Machteloosheid voelt juist goed voor een redelijk denkend en bewust levend theaterbezoeker.

Muur

Het ongemak bij United Cowboys is van een andere orde. Het kwam door die metersdikke muur tussen de wereld van de bezoeker en die van de beweger in zijn bubbel. Er is niets gemeenschappelijks.

Dat gemeenschappelijke ontbrak ook bij de voorstelling (B) van Koen Augustijnen. Hier gaan 3 professionele boksers de strijd aan met zeven professionele dansers. Na een dik uur hadden de boksers gewonnen.

Boksen is geen teamsport, een dansvoorstelling wel. In dit theater stonden tien eilanden op het toneel, samen in hun eentje tegen de rest van de wereld. Daar ontstond iets ongemakkelijks. Natuurlijk, de wereld is hard en de esthetiek van de bokssport ligt nauw tegen die van de danskunst aan. Alleen, de gesloten, altijd geheven defensieve vuist zorgde voor een dikke grens tussen ons op de tribune en hullie in de boksring.

Alice in Wondenland

Gaat het dan toch om kwetsbaarheid? Dat ongemakkelijke en ietwat versleten kunstbeoordelaarswoord? Misschien wel. Want juist die kwetsbaarheid opent deuren. Ik maakte dat mee in het driehoekige blok van de blokkendoos op dat plein in Den Bosch. daar had Alexandra Broeder een donkere kamer van gemaakt, met een zachte vloer en een stem op een koptelefoon. De stem is van een meisje dat zorg nodig heeft, want Broeder deed een paar jaar onderzoek bij de Bascule, de afdeling voor jeugdpsychiatrie van het AMC.

Zoiets kan ongemakkelijk zijn, maar in de enorme hitte van de middag op het plein restte mij niets anders dan overgave. Aan de hitte, aan die stem, aan dat Alice in Wonderland-achtige verhaal, al ging het meer over wonden dan wonderen. Overgave is kwetsbaar, en kwetsbaarheid voelt goed. Althans, in het theater. Daarbuiten willen we er geen last van hebben.

Zwerver

Wie zich wel een beetje ongemakkelijk kwetsbaar gevoeld zullen hebben in het theater, zijn de gescheiden, maar toch weer bij elkaar-of toch niet-ouders van Dorien van Gent. Ik vroeg haar of ze waren komen kijken, en dat was zo. De beschrijving van hun reactie is te beluisteren in de kleine podcast die maakte van deze middag.

De nog jonge actrice/zangeres Van Gent staat een paar meter van het blokje van Broeder in een eigen tent, met een eigen band. De bedoeling is dat ze het nummer ‘Papa was a Rolling Stone’ gaan spelen, maar gedurende het half uur dat de voorstelling duurt, komt het er bijna niet van. Zoveel heeft Dorien te vertellen over haar vader die misschoen wel een zwerver wilde zijn, maar daar jammerlijk in faalde.

Jonkvrouw

Actrice Elsie de Brauw is de koningin van de kwetsbaarheid. Voor haar trok ik naar een theater in Vught waar ze in al haar adellijke jonkvrouwelijkheid een tekst voordroeg van een dame uit hogere kringen die uit goedheid ziekenverzorgster wordt in de loopgraven rond Ieper in 1914. De tekst van Erwin Mortier is mooi, en zelfs als die niet mooi was geweest, had De Brauw hem wel mooi gemaakt.

Het grootste ongemak zat hem echter in de afstand die de Eerste Wereldoorlog schept tussen de buurlanden Nederland en België. De ‘Grote Oorlog’ was in Nederland iets van een ver buitenland. We mobiliseerden en vingen, niet alleen de Duitse keizer maar ook Belgische vluchtelingen op, bij Ede een miljoen stuks zelfs, maar dat was het zo’n beetje.

Hier geen families die voorgoed verdwenen en veranderd zijn, geen velden des doods waar boeren honderd jaar later nog elke dag bommen en beenderen opploegen. Nederlands publiek staat dus toch een beetje vreemd tegenover een ooggetuigenverslag van die andere oorlog, en dat was voelbaar. Het maakte Elsie de Brauw alleen maar kwetsbaarder, en dat was mooi.

Goed om te weten

Theaterfestival Boulevard duurt nog tot en met 12 augustus. Inlichtingen: https://www.festivalboulevard.nl/

Mijn gekozen waardering € -

Coöperatie van journalisten én lezers. Sinds 2009.