‘Als zorgverleners zijn we de dupe van nieuwe regels,’ zegt Gerrie Ham-Willemsen, GZ-psycholoog uit Nijkerk. ‘We kunnen daardoor vanaf 1 januari onze kosten niet meer declareren bij de zorgverzekeraar.’ Dat zit zo: tot vorig jaar was het simpel: werd je als cliënt behandeld voor complexe psychische problemen (zoals een depressie, PTSS of schizofrenie), dan stuurde je psycholoog of psychiater de rekening naar de zorgverzekeraar.
Op de factuur stond een code die precies aangaf wat je diagnose was. Noodzakelijk voor de verzekeraar, want zo kon die snel zien of de behandeling vergoed mocht worden. Maar die duidelijkheid had een keerzijde: je verzekeraar wist ook precies met welke psychische klachten je worstelde.
Maar dat mag nu niet meer. ‘Als wij nu een factuur indienen mét diagnose, nemen we een risico op een strafzaak,’ zegt Irene Blom, bestuursvoorzitter van De Hoop. ‘Maar zonder diagnose? Dan blijft de betaling uit.’
Nieuwe wet
Sinds 2022 geldt een nieuw systeem voor het declareren van zorgkosten in de geestelijke gezondheidszorg. Daarin is het niet meer nodig om diagnose-informatie te delen. Vanaf 2025 wordt dit helemaal afgeschaft om de privacy van patiënten beter te beschermen. Volgens het ministerie van Volksgezondheid mogen zorgaanbieders die gegevens wel delen via een andere wet. Maar zorginstellingen willen hun beroepsgeheim niet schenden en stoppen voorlopig met declareren totdat er een nieuwe regeling is.
Echter, brancheorganisatie De Nederlandse GGZ vindt die wettelijke basis te dun. ‘Wij adviseren onze leden om geen declaraties in te dienen’, zegt woordvoerder Amber Kampstra. ‘Het risico bestaat namelijk dat cliënten hun GGZ-instelling kunnen aanklagen omdat die privacygevoelige informatie deelt met de verzekeraar.’
Bij De christelijke zorgverzekeraar zullen ze nog steeds facturen waarop de diagnose van de cliënt staat, betalen. Dat zegt Nicole Bolweg, woordvoerder bij de verzekeraar. Maar mist de diagnose, dan betaalt de verzekeraar inderdaad niet uit. ‘Wij moeten weten voor welke diagnose zorg geleverd is. Anders mogen wij van de wetgever niet uitbetalen. In het ziekenhuis werkt dat net zo. Die declareren bijvoorbeeld een factuur voor een behandeling van een gebroken been.’ Dat soort facturen mogen wel doorgaan, maar bij psychische problematiek ligt dat gevoeliger.
Het probleem komt niet uit de lucht vallen, licht Bolweg toe. ‘We trekken al maanden aan de bel bij het ministerie voor een nieuwe oplossing.’
Zorgplicht
GGZ-instellingen staan dus op een kruispunt: een zorgplicht, wel kosten, maar geen inkomsten. Bij De Hoop is het vooralsnog geen drama, vertelt bestuursvoorzitter Irene Blom. ‘We kunnen het een kwartaal uitzingen, maar kleinere praktijken kunnen dit waarschijnlijk minder lang bolwerken.’ Zo’n kleine praktijk is die van de christelijke GZ-psycholoog Gerrie Ham-Willemsen uit Nijkerk. Ze werkt solo in haar praktijk aan huis. Hoewel ze nu ook niet kan declareren, is het voor haar ook nog geen crisis. ‘Ik heb geen hoge huur of personeel, en daarnaast verdien ik wat bij met onderwijsactiviteiten. Het risico op faillissement is daardoor klein.’
Brancheorganisatie De Nederlandse GGZ ontvangt tot nu toe geen signalen van instellingen die op omvallen staan. Al kunnen die de volgende maanden wel komen. Staatssecretaris Vincent Karremans van VWS verwacht dit probleem in april getackeld te hebben, dus een financiële buffer is noodzakelijk om deze periode te overbruggen.
Mocht het langer duren, dan overweegt Gerrie Ham nieuwe cliënten niet meer aan te nemen. ‘En dat betekent langere wachttijden of zelfs een aanmeldstop. Dat zou niet alleen voor mij vervelend zijn, maar ook voor mijn cliënten.’ Bij De Hoop ziet men de toekomst echter met vertrouwen tegemoet. ‘Onze ervaring met zorgverzekeraars leert dat er vaak creatieve oplossingen zijn, zoals het uitbetalen van voorschotten,’ zegt Blom. ‘We verwachten dan ook niet dat onze cliënten er veel van zullen merken.’