Leerlingen uit groep acht bedenken een oplossing voor het tekort aan meisjes in de groep. Twee jongens spelen een homostel in de schoolmusical. Een mooie en creatieve oplossing die ook nog eens aansluit bij de gedachte van inclusiviteit. Maar niet volgens de directeur Anninkschool In Hengelo. Een Jehovah-meisje kan vanwege haar geloof misschien niet meedoen.
Onverstandige beslissing
De keuze van de directeur is onverstandig. Er wordt een verkeerd signaal door afgegeven: zichtbare homoseksualiteit leidt tot uitsluiting van gelovigen. Een signaal dat nogal gevoelig kan liggen als je zelf als homo met uitsluiting te maken hebt gehad vanuit gelovige zijde. ‘Alle kinderen moeten bij het afscheid van school kunnen zijn’, een mooi uitgangspunt dat uiteindelijk verkeerd uitpakt. Ouders en leerlingen die vinden dat de directeur onterecht rekening houdt met de geloofsopvattingen van een leerling. Tweede Kamerleden die vragen stellen aan de minister van Onderwijs en een stevig debat op social media.
Heeft de directeur hier een goede keuze gemaakt? Elk kind wil geaccepteerd worden. Dat geldt voor de leerling met de Jehova-achtergrond, maar ook voor de leerling die homoseksueel is. Ik was beide. Vanwege mijn Jehova-achtergrond voelde ik me soms buitengesloten. Tegelijkertijd worstelde ik met mijn anders-zijn als homoseksuele jongen. Ook dat voelde eenzaam. Eenzaam omdat ik hier niet binnen de geloofsgemeenschap mee terecht kon, maar ook omdat ik soms gepest werd omdat ik niet van die ‘typische’ jongensdingen hield.
Kansen
De keuze van de directeur is gebaseerd op aannames. Er heeft geen gesprek met de ouders plaatsgevonden. De directeur vult zowel voor ouders als de leerling in welke afweging zij zouden maken. Een gesprek met de ouders was een kans geweest voor de directeur om te zoeken naar een creatieve oplossing. In deze oplossing had omgang met diversiteit in een pluriforme samenleving centraal kunnen staan. Zo zou er naast het homostel een Jehovah-karakter kunnen meedoen. Dat zou creatief, spannend en inclusief kunnen zijn.
Als twaalfjarige homoseksuele jongen met een Jehovah-achtergond, had ik me waarschijnlijk opgelaten gevoeld als er homokarakters meededen in de schoolmusical. Ik zou me misschien niet goed een houding hebben weten te geven. Op die leeftijd wist ik nog niet dat ik homo was, wel worstelde ik met mezelf. Een moedige directeur die achter de beslissing van zijn leerlingen was gaan staan bij de keuze voor een homostel in de musical was misschien wel één van de aanzetten geweest om eerder mijn eigen homoseksualiteit te omarmen.