Huisdieren vervuilen het milieu. De universiteit in Wageningen heeft er veertien kantjes over vol geschreven. Het komt hierop neer: katten en honden eten voedsel dat misschien beter voor mensen gebruikt had kunnen worden. Honden en katten hebben wereldwijd meer calorieën en eiwitten nodig dan 80 miljoen mensen.
Katten eten vlees, vis en granen. Wat vlees betreft: voor het houden van veedieren is veel ruimte nodig, soms worden er bossen voor gekapt. Een de veedieren en zoveel dat te veel mest is. Vissen zwemmen er ook al steeds minder rond. Driekwart van het kattenvoer bestaat uit granen, maar die zijn ook geschikt voor dieren waarvan mensen het vlees opeten.
En dan is het ook nog zo dat katten en en plassen. Dat stinkt. En het is dus vervuilend. Er komen dan broeikasgassen vrij als ammoniak, methaan- en lachgas. Door deze gassen wordt de dampkring steeds warmer en daardoor verdwijnen steeds meer planten en dierensoorten.
Maar mijn poesjes zijn er al en ik wil ze voor geen goud meer kwijt. Dan maar zorgen dat ze het milieu in ieder geval zo min mogelijk belasten… Katten met een schepje uit de bak vissen dus – dan hoeven we de bak minder vaak te verschonen en hebben we minder kattenbakvulling nodig. En geen kattenbakgrind gebruiken, want dat wordt speciaal voor katten gemaakt. Dan liever een kattenbakvulling gebruiken die wordt gemaakt van opnieuw gebruikte materialen. Denk aan: houtkorrels, papier, stro, maïs of bietenpulp. Na gebruik in de kattenbak kan dat worden gecomposteerd, al kun je dat beter niet in je eigen tuin doen wegens ziektes die kunnen worden overgebracht.
En verder hebben we onze poezen dan maar de twee vrolijkste namen gegeven die we konden verzinnen. Eigenlijk zochten we twee namen die duidelijk bij elkaar horen, zoals Jip en Janneke. Maar ja, onze poezen zijn geen buren van elkaar – het zijn namelijk zusjes. Wat het uiteindelik is geworden? Nella Della en Pippi Lotta. Of zijn dat vier namen? Nella Della is vernoemd naar het meisje in Wiplala, en Pippi Lotta is natuurlijk Pippi Langkous.
